Instelling Commissie openstelling burgerlijk huwelijk

[Regeling vervallen per 02-01-2005.]
Geraadpleegd op 27-07-2024.
Geldend van 01-09-1996 t/m 01-01-2005

Instelling Commissie openstelling burgerlijk huwelijk

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de (gewijzigde) moties inzake leefvormen (Kamerstukken II 1995/96, 22 700, nrs. 14 en 18) die op 16 april 1996 door de Tweede Kamer zijn aanvaard;

Overwegende dat het wenselijk is de verschillende aspecten verband houdende met een openstelling van het huwelijk voor twee personen van hetzelfde geslacht, te inventariseren;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Een commissie in te stellen die tot taak heeft:

  • a. de voor- en nadelen te inventariseren, zowel nationaal als internationaal, van een openstelling van het huwelijk voor twee personen van hetzelfde geslacht en bij die inventarisatie in het bijzonder aandacht te besteden aan de consequenties in verband met afstamming en adoptie; de inventarisatie heeft betrekking op de voor- en nadelen in juridisch opzicht alsmede op effecten van maatschappelijke aard;

  • b. advies uit te brengen over de inhoud van een mogelijk wetsvoorstel tot openstelling van het huwelijk voor twee personen van hetzelfde geslacht.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

  • 1 De commissie is als volgt samengesteld:

    • a. Lid en Voorzitter:

      Professor Mr S. C. J. J. Kortmann, hoogleraar burgerlijk recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen;

    • b. Leden:

      Professor Mr J. de Boer, hoogleraar personen-, familie-, jeugd- en erfrecht aan de Universiteit van Amsterdam;

      Mevrouw Mr A. A. M. Mattijssen, juridisch beleidsmedewerkster van het Clara Wichmann Instituut te Amsterdam;

      Mevrouw Mr M. Pel, vice-president bij het gerechtshof Arnhem;

      Mevrouw Mr. D. Pessers, medewerkster vrouwenstudies aan de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam;

      De heer Prof. Mr L. Strikwerda, advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden en deeltijd hoogleraar internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking aan de Rijksuniversiteit Groningen;

      De heer Mr C. Waaldijk, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Leiden en onderzoeker bij het Studie- en Informatiecentrum mensenrechten van de Universiteit Utrecht;

      De heer Mr A. W. M. Willems, advocaat te Amsterdam;

    • c. Tot secretaris van de commissie wordt benoemd: Mevrouw Mr S. F. M. Wortmann, raadadviseur bij de directie wetgeving van het Ministerie van Justitie;

    • d. Tot adjunct-secretaris van de commissie wordt benoemd: De heer Mr G. J. J. Heerma van Voss, raadadviseur bij de directie wetgeving van het Ministerie van Justitie en universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Limburg.

  • 2 De secretaris en de adjunct-secretaris zijn voor de uitoefening van hun taak uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

De commissie is bevoegd deskundigen uit te nodigen om aan de beraadslagingen in de commissie deel te nemen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

De commissie wordt gevraagd voor 1 augustus 1997 rapport uit te brengen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Op de commissie is het vacatiebesluit 1988 (Stb. 205) van toepassing.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 02-01-2005]

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de bepaling van het Besluit Algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Justitie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van dit ministerie.

Dit besluit zal worden bekend gemaakt in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 25 juni 1996

De

Staatssecretaris

voornoemd,

E. M. A. Schmitz

Naar boven