U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-02-2005.]Geraadpleegd op 18-09-2024. Geldend van 25-05-1996 t/m 31-01-2005
Regeling Financiering Actieprogramma’s Jeugd en Veiligheid 1996-1999
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Kohnstamm en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Netelenbos,
Besluiten:
[Regeling vervallen per 01-02-2005]
1 In de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1999 kunnen de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, op basis van het convenant dat het kabinet en de besturen van deze gemeenten met elkaar hebben afgesloten in het kader van het grote stedenbeleid, ten behoeve van de financiering van hun actieprogramma’s ’Jeugd en Veiligheid 1996-1999’ een bijdrage ontvangen.
2 Het bedrag dat de in het eerste lid genoemde gemeenten per jaar ten hoogste kunnen ontvangen, staat vermeld in de bijlage bij deze regeling.
3 Het gemeentebestuur van de genoemde gemeenten besteedt de aan hem uitgekeerde bijdrage als aanvullende financiering van zijn actieprogramma Jeugd en Veiligheid 1996-1999.
4 De actieprogramma’s worden uitgewerkt in jaarlijkse actieplannen, waarover in ieder geval overleg is gevoerd met het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming. Deze actieplannen vormen de operationalisatie van de output-afspraken die in het convenant terzake van ’Jeugd en Veiligheid’ zijn gemaakt.
5 Het gemeentebestuur zal jaarlijks voor 1 september aan de minister van Binnenlandse Zaken rapporteren over de stand van zaken betreffende de uitvoering van zijn actieprogramma in relatie tot het realiseren van deze output-afspraken. Hierbij wordt tevens de relatie gelegd naar het actieplan voor het daaropvolgende jaar.
6 Naar aanleiding van deze rapportage kunnen de ministers van Binnenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen besluiten tot het maken van nadere afspraken met de gemeentebesturen omtrent de invulling van de actieplannen van de daaropvolgende jaren.
7 Het gemeentebestuur biedt jaarlijks voor 1 september het uitgewerkte actieplan voor het komende jaar aan aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
8 De bijdrage wordt in de vorm van een voorschot jaarlijks in de maand januari aan de gemeenten ter beschikking gesteld.
1 Het gemeentebestuur verschaft binnen negen maanden na afloop van het jaar waarvoor de bijdrage is toegekend, de minister van Binnenlandse Zaken schriftelijk
a. informatie als bedoeld in artikel 182, achtste lid, van de Gemeentewet over de besteding daarvan en
b. informatie over de gerealiseerde activiteiten en de hiermee samenhangende uitgaven waarvoor de bijdrage is toegekend.
2 Binnen drie maanden na ontvangst van de informatie, bedoeld in het eerste lid, stelt de minister van Binnenlandse Zaken de bijdrage definitief vast.
3 De minister van Binnenlandse Zaken kan een verleende bijdrage geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien uit de rekening, bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet dan wel uit een afzonderlijke verantwoording, voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, blijkt dat het bedrag niet in overeenstemming met deze regeling is besteed.
4 Indien in enig jaar geld onbesteed blijft dan kan dit voor hetzelfde doel gereserveerd blijven. De gemeente dient hiertoe een bestedingsvoorstel in bij het ministerie van Binnenlandse Zaken als onderdeel van de verantwoording.
5 De minister van Binnenlandse Zaken kan nadere regels stellen over de reikwijdte van de accountantscontrole en de inhoud van de accountantsverklaring als bedoeld in het derde lid hiervoor.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Financiering Actieprogramma’s Jeugd en Veiligheid 1996-1999.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 14 mei 1996
Staatssecretaris
J. Kohnstamm
Staatssecretaris,
T. Netelenbos
Gemeente
Rel. aandeel
1996
1997
1998
1999
Amsterdam
37,5
4.200.00
8.062.500
9.750.000
12.525.000
Rotterdam
28,5
3.192.000
6.127.500
7.410.000
9.519.000
Den Haag
22
2.464.000
4.730.000
5.720.000
7.348.000
Utrecht
12
1.344.000
2.580.000
3.120.000
4.008.000
Totaal G4
100
11.200.000
21.500.000
26.000.000
33.400.000
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling Financiering Actieprogramma’s Jeugd en Veiligheid 1996-1999", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.