Regeling omwisseling niet-Nederlandse rijbewijzen

Geraadpleegd op 14-10-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Regeling omwisseling niet-Nederlandse rijbewijzen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 46, derde lid, van het Reglement rijbewijzen;

Besluit:

Artikel 1

Voor omwisseling tegen een Nederlands rijbewijs komen in aanmerking de door de hierna genoemde landen afgegeven rijbewijzen, voor de daarbij aangegeven categorie of categorieën:

  • Alberta (provincie): class 5 (personenauto)

  • Andorra B (personenauto)

  • Chinees Taipei: B (personenauto)

  • Gibraltar en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland: alle rijbewijscategorieën, indien de houder:

    • a. op of na 1 januari 2021 in Nederland is komen te wonen, mits het om te wisselen rijbewijs geen voorlopig rijbewijs (‘provisional driving licence’) of een learners permit betreft

    • b. in de periode tussen 1 februari 2020 en 1 januari 2021 in Nederland is komen te wonen, maar niet voor 1 januari 2021 een omwisselingsaanvraag heeft gedaan, mits het om te wisselen rijbewijs geen voorlopig rijbewijs (‘provisional driving licence’) of een learners permit betreft

    • c. voor 1 februari 2020 in Nederland is komen te wonen, maar niet voor 1 mei 2021 een omwisselingsaanvraag heeft gedaan, mits het om te wisselen rijbewijs geen voorlopig rijbewijs (‘provisional driving licence’) of een learners permit betreft

  • Guernsey: alle rijbewijscategorieën, mits het om te wisselen rijbewijs geen voorlopig rijbewijs (‘provisional driving licence’) of een learners permit betreft

  • Israël: B (personenauto)

  • Japan: IB (non-professional-carrying drivers: private car & motorcycle)

  • Jersey (Staten van: alle categoriëen

  • Man (Eiland): alle categoriëen

  • Monaco: alle categorieën

  • Québec (provincie): classe 5 (véhicule de promenade)

  • Republiek Korea : 1st class en 2nd class ordinary

  • Singapore: Class 2 (motorfiets met meer dan 400 cc)

    Class 3 (personenauto)

Artikel 2

  • 1 Om redenen van algemeen belang komen voor omwisseling tegen een Nederlands rijbewijs in aanmerking door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijzen die niet op andere wijze voor omwisseling in aanmerking komen en waarvan de houder ten genoegen van de Dienst Wegverkeer kan aantonen dat hij dan wel een van de personen van het gezin waartoe hij behoort en waarmee hij in Nederland samenwoont, dient te worden aangemerkt als een ingekomen werknemer in de zin van artikel 10e, tweede lid, onderdeel b, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 ten aanzien van wie op grond van zijn specifieke deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is, de in artikel 10ea, eerste lid, van dat besluit bedoelde bewijsregel van toepassing is.

  • 2 Buiten de gevallen, bedoeld in het eerste lid, kan de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer, na overleg met de Minister van Infrastructuur en Milieu, om redenen, aan het algemeen belang ontleend, een door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs dat niet op andere wijze voor omwisseling tegen een Nederlands rijbewijs in aanmerking komt, omwisselen tegen een Nederlands rijbewijs.

Artikel 3

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 september 1994, nr. RVT 182073 Hoofddirectie van de Waterstaat (Stcrt. 187), houdende aanwijzing van niet-Nederlandse rijbewijzen die ingevolge het bepaalde in artikel 114, derde lid, van het Wegenverkeersreglement voor omwisseling in aanmerking komen;

  • b. Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 december 1995, nr. RV 209349 Hoofddirectie van de Waterstaat (Stcrt. 243), houdende aanwijzing van de gevallen waarin om redenen van algemeen belang niet-Nederlandse rijbewijzen ingevolge het bepaalde in artikel 114, vierde lid, van het Wegenverkeersreglement voor omwisseling in aanmerking komen.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling omwisseling niet-Nederlandse rijbewijzen.

Deze regeling zal worden geplaatst in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 14 mei 1996

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink