Ziektekostentegemoetkoming en interimuitkering per 1 januari 1996

Geraadpleegd op 11-11-2024.
Geldend van 01-01-1996 t/m heden

Ziektekostentegemoetkoming en interimuitkering per 1 januari 1996

Circulaire aan de ministers

I. Samenvatting

In deze circulaire worden de ziektekostentegemoetkomingen respectievelijk de interimbedragen bekendgemaakt zoals deze per 1 januari 1996 voor betrokkene (en zijn medebetrokkenen) gaan gelden.

Ook is vermeld dat per 1 april 1996 het bedrag van de aanvullende toeslag, als bedoeld in het Besluit inkomenstoeslag rijkspersoneel (BIR), en de categorie betrokkenen voor wie deze toeslag is bestemd, is gewijzigd.

Het bedrag van de inkomenstoeslag, als bedoeld in het BIR, en van de inkomenstoeslag en aanvullende toeslag, als bedoeld in het Besluit inkomenstoeslag betrokkenen in de zin van de Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982 (IBIZA), blijven ongewijzigd.

II. Inleiding

De tegemoetkoming die op basis van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (BTZR) respectievelijk de Interimregeling ziektekosten ambtenaren 1982 (IRKZ) aan de desbetreffende ambtenaar wordt toegekend, is per maand gelijk aan de som van een basisbedrag en de helft van de MOOZ-omslagbijdrage en van de WTZ-pooling. Jaarlijks wordt deze tegemoetkoming per 1 januari aangepast.

Het basisbedrag wordt gewijzigd overeenkomstig het gewogen gemiddelde van de procentuele wijziging van de premies die door een aantal niet op winst gerichte ziektekostenverzekeraars worden vastgesteld voor een verzekering tegen ziektekosten. Deze door Zorgverzekeraars Nederland berekende wijziging bestaat per 1 januari 1996 – ten opzichte van 1 januari 1995 – uit een stijging van 26,3%.

De MOOZ-omslagbijdrage is verlaagd. Voor een volwassene bedraagt deze thans f 8,30 (was f 9,30) per maand. Het bedrag van de WTZ-pooling is eveneens verlaagd en bedraagt voor een volwassenen f 27,00 (was f 34,50) per maand.

III. Ziektekostentegemoetkomingen en interimbedragen per 1 januari 1996

De tegemoetkomingen per maand, zoals die gelden vanaf 1 januari 1996, worden als volgt vastgesteld:

  • a. Voor (mede-)betrokkenen (bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, BTZR resp. IRZK);

    • 1. met een WTZ-standaardpolis als bedoeld in genoemd lid:

      f 96,91 + f 4,15 (MOOZ) + f 13,50 (WTZ-pooling) + f 5,00 (overgangsbepaling) = f 119,56 (was f 103,63);

    • 2. voor anderszins (mede-)betrokkenen:

      f 96,91 + f 4,15 (MOOZ) + f 13,50 (WTZ-pooling) = f 114,56 (was f 98,63).

  • b. Voor één mede betrokken kind jonger dan 16 jaar (bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, BTZR resp. IRZK):

    • 1. verzekerd via een WTZ-standaardpolis als bedoeld in genoemd lid: f 48,45 + f 2,08 (MOOZ) + f 6,75 (WTZ-pooling) + f 2,50 (overgangsbepaling) = f 59,78 (was f 51,82);

    • 2. anders particulier verzekerd:

      f 48,45 + f 2,08 (MOOZ) + f 6,75 (WTZ-pooling) = f 57,28 (was f 49,32).

  • c. Voor medebetrokken kinderen tussen 16 respectievelijk 18 en 27 jaar (bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, BTZR resp. IRZK):

    • 1. verzekerd via een WTZ-standaardpolis als bedoeld in genoemd lid:

      f 48,45 + f 4,15 (MOOZ) + f 13,50 (WTZ-pooling) + f 2,50 (overgangsbepaling) = f 68,60 (was f 62,76);

    • 2. anders particulier verzekerd:

      f 48,45 + f 4,15 (MOOZ) + f 13,50 (WTZ-pooling) = f 66,10 (was f 60,26).

IV. Inkomenstoeslag per 1 januari 1996

Het bedrag van de inkomenstoeslag, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het BIR van f 26,50 per maand wijzigt per 1 januari 1996 niet. Het bedrag van de aanvullende toeslag, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het BIR is per 1 april 1996 gesteld op f 12,00 (was f 11,50) per maand. Zoals in de circulaire van 18 december 1995 reeds is aangekondigd en in de circulaire van 20 maart 1996 is bekendgemaakt, geldt vanaf 1 april 1996 deze aanvullende toeslag voor een andere categorie betrokkenen, te weten voor degenen die een tegemoetkoming in ziektekosten ontvangen voor zichzelf en voor een of meer gezinsleden en voor wie bij volledige werktijd een salaris geldt dat gelijk is aan of lager dan het maximum van schaal 7 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

Het bedrag van de inkomenstoeslag, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit IBIZA, van f 26,50 per maand en het bedrag van de aanvullende toeslag, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van dat besluit van f 11,50 per maand blijven ongewijzigd.

Ik verzoek u met het bovenstaande rekening te houden. Inlichtingen uitsluitend voor afdelingen Personeelszaken van geadresseerden bij de heer Martens respectievelijk het secretariaat van de afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid (telefoon 070 - 302 69 04 respectievelijk 302 68 47).

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de

Directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

,

A. H. C. Annink