Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de beveiliging tegen overstroming door het buitenwater - in het bijzonder bij hoge stormvloeden, bij hoog opperwater van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of bij een combinatie daarvan - een wezenlijk vereiste is voor de bewoonbaarheid van ons land;
dat het gewenst is algemene regels te stellen omtrent de mate van beveiliging die in onderscheidene gebieden moet zijn gewaarborgd, alsmede procedurele voorzieningen te treffen om een versnelde uitvoering van nieuwe of versterkingswerken - met het oog op het zo spoedig mogelijk bereiken van die mate van beveiliging - te kunnen verzekeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
[Vervallen per 22-12-2009]
In het gestelde bij of krachtens deze wet wordt verstaan onder:
"Onze Minister": Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
"dijkringgebied": een gebied dat door een stelsel van waterkeringen beveiligd moet zijn tegen overstroming, in het bijzonder bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer, bij hoog water van het Markermeer of bij een combinatie daarvan;
"primaire waterkering": een waterkering, die beveiliging biedt tegen overstroming doordat deze ofwel behoort tot het stelsel dat een dijkringgebied - al dan niet met hoge gronden omsluit, ofwel vóór een dijkringgebied is gelegen;
"buitenwater": het oppervlaktewater waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer, bij hoog water van het Markermeer of bij een combinatie daarvan;
"beheerder": de overheid waarbij de primaire waterkering in beheer is.
Artikel 2
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 3
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Op de bij deze wet behorende bijlage II en bijlage IIA is voor elk dijkringgebied de veiligheidsnorm aangegeven als gemiddelde overschrijdingskans - per jaar - van de hoogste hoogwaterstand waarop de tot directe kering van het buitenwater bestemde primaire waterkering moet zijn berekend, mede gelet op overige het waterkerend vermogen bepalende factoren.
2 In overeenstemming met en ter vervanging van de overschrijdingskans in de zin van het eerste lid, wordt bij algemene maatregel van bestuur voor elk dijkringgebied de veiligheidsnorm nader aangegeven als de gemiddelde kans per jaar op een overstroming door het bezwijken van een primaire waterkering.
3 Primaire waterkeringen, niet bestemd tot directe kering van het buitenwater, moeten, zolang voor het dijkringgebied waartoe zij behoren geen veiligheidsnorm krachtens het tweede lid is vastgesteld, tenminste gelijke veiligheid bieden als op de datum van inwerkingtreding van deze wet.
4
Artikel 2, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de wijziging van de in het eerste lid bedoelde bijlagen en op de vaststelling of wijziging van de in het tweede lid bedoelde algemene maatregel van bestuur.
Artikel 3a
[Vervallen per 22-12-2009]
Indien bovenregionale belangen daartoe nopen, wijst Onze Minister waterkeringen, niet zijnde primaire waterkeringen, aan, waarvoor gedeputeerde staten met het oog op het voorkomen van onveilige situaties en ernstige schade binnen een door hem te bepalen termijn een veiligheidsnorm vaststellen. Deze vaststelling geschiedt bij verordening.
Artikel 4
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 5
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 5a
[Vervallen per 22-12-2009]
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor de door de beheerder te verrichten beoordeling van de veiligheid van primaire waterkeringen.
Artikel 6
[Vervallen per 22-12-2009]
2 Indien een primaire waterkering is gelegen in meerdere provincies, kunnen gedeputeerde staten van die provincies bij overeenstemmende besluiten bepalen dat het toezicht op die primaire waterkering wordt uitgeoefend door gedeputeerde staten van de provincie waarin de primaire waterkering in hoofdzaak is gelegen.
Artikel 6a
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Indien de in artikel 3, eerste of tweede lid, bedoelde veiligheidsnormen, de in artikel 4, eerste lid, bedoelde hoogwaterstanden, de krachtens artikel 4, eerste lid, vastgestelde waarden of de krachtens artikel 5a vastgestelde regels wijziging ondergaan, kan bij besluit van Onze Minister worden bepaald door welk bestuursorgaan, op welke wijze en binnen welk tijdsbestek maatregelen met betrekking tot de beveiliging tegen overstroming worden getroffen.
Artikel 7
[Vervallen per 22-12-2009]
2 Het plan bevat:
a. de te treffen voorzieningen, gericht op de uitvoering van het werk ten aanzien van een primaire waterkering;
b. de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk, voor zover die voorzieningen rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het werk;
c. de te treffen voorzieningen ter bevordering van het belang van landschap, natuur of cultuurhistorie, voor zover zij rechtstreeks verband houden met de uitvoering van het werk.
3 In geval het plan een verlegging van de primaire waterkering inhoudt, kan het de te treffen voorzieningen bevatten met betrekking tot de inpassing in de omgeving van het gebied tussen de plaats waar de oorspronkelijke primaire waterkering is gelegen en de plaats waar de nieuwe primaire waterkering komt te liggen.
Artikel 7a
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 7b
[Vervallen per 22-12-2009]
3 Indien het een primaire waterkering betreft die in meer dan één provincie is gelegen, kunnen gedeputeerde staten van de desbetreffende provincies bij overeenstemmende besluiten bepalen dat gedeputeerde staten van de provincie waarin de primaire waterkering in hoofdzaak is gelegen, belast is met de goedkeuring van het plan.
Artikel 7d
[Vervallen per 22-12-2009]
2 Indien het een primaire waterkering betreft die in meer dan één provincie is gelegen, kunnen gedeputeerde staten van de desbetreffende provincies bij overeenstemmende besluiten bepalen dat gedeputeerde staten van een van die provincies de coördinatie van de voorbereiding van de in het eerste lid bedoelde besluiten bevorderen.
Artikel 7e
[Vervallen per 22-12-2009]
Op de voorbereiding van de in artikel 7d, eerste lid, bedoelde besluiten is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat:
a. de ontwerpen van de besluiten binnen een door gedeputeerde staten te bepalen termijn worden toegezonden aan gedeputeerde staten, die zorg dragen voor de in artikel 3:13, eerste lid, van die wet bedoelde toezending;
b. gedeputeerde staten ten aanzien van de ontwerpen van de besluiten gezamenlijk toepassing kunnen geven aan de artikelen 3:11, eerste lid, en 3:12 van die wet;
c. zienswijzen naar voren kunnen worden gebracht door een ieder;
d. in afwijking van artikel 3:18 van die wet de besluiten worden genomen binnen een door gedeputeerde staten te bepalen termijn;
e. de besluiten onverwijld worden gezonden aan gedeputeerde staten;
f. gedeputeerde staten beslissen over de toepassing van artikel 3:18, tweede lid, van die wet.
Artikel 7f
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 7g
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Indien een bestuursorgaan, uitgezonderd een bestuursorgaan van het Rijk, dat in eerste aanleg bevoegd is te beslissen op een aanvraag tot het nemen van een besluit tot uitvoering van het plan, niet of niet tijdig een ontwerp-besluit op de aanvraag aan gedeputeerde staten zendt, dan wel niet, niet tijdig of niet in overeenstemming met het plan beslist, dan wel een beslissing neemt die naar het oordeel van gedeputeerde staten wijziging behoeft, kunnen gedeputeerde staten een beslissing op de aanvraag nemen. In het laatste geval treedt hun besluit in de plaats van het besluit van het in eerste aanleg bevoegde bestuursorgaan. Indien gedeputeerde staten voornemens zijn zelf een beslissing op de aanvraag te nemen, plegen zij overleg met het bestuursorgaan dat in eerste aanleg bevoegd is te beslissen.
3 Indien bij de toepassing van het eerste lid de beslissing op een aanvraag tot het nemen van een besluit als in dat lid bedoeld, wordt genomen door gedeputeerde staten, draagt het bestuursorgaan dat in eerste aanleg bevoegd was te beslissen op de aanvraag de ter zake ontvangen leges over aan gedeputeerde staten.
Artikel 7h
[Vervallen per 22-12-2009]
De in artikel 7d, eerste lid, bedoelde besluiten worden, voor zover zij gecoördineerd zijn voorbereid, gelijktijdig door gedeputeerde staten bekendgemaakt.
Artikel 7i
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 7k
[Vervallen per 22-12-2009]
Artikel 8
[Vervallen per 22-12-2009]
De beheerder betrekt bij de voorbereiding van het plan in ieder geval gedeputeerde staten van de provincie en burgemeester en wethouders van de gemeenten op wier grondgebied het plan wordt uitgevoerd.
Artikel 9
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Iedere vijf jaren brengt de beheerder, in het bijzonder vanwege de zorg die op hem rust voor de handhaving van de veiligheidsnorm in de zin van artikel 3, verslag uit aan gedeputeerde staten over de algemene waterstaatkundige toestand van de primaire waterkering. Gedeputeerde staten brengen over dezelfde periode verslag uit aan Onze Minister over elk van de dijkringgebieden in hun gebied, met dien verstande dat ten aanzien van een dijkringgebied dat in meer dan één provincie is gelegen gedeputeerde staten van de betreffende provincies gezamenlijk verslag uitbrengen aan Onze Minister. Onze Minister zendt de verslagen van gedeputeerde staten met zijn bevindingen daaromtrent aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
2 De in het eerste lid bedoelde verslagen bevatten een beoordeling van de veiligheid. Die beoordeling geschiedt onder meer in het licht van de ingevolge artikel 3, eerste of tweede lid, vastgestelde veiligheidsnorm, de ingevolge artikel 4, eerste lid, vastgestelde factoren, de in artikel 5, eerste lid, bedoelde technische leidraden en de in artikel 13, onder b, bedoelde legger.
Artikel 10
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Door en op kosten van het Rijk worden tot het voorkomen of tegengaan van een landwaartse verplaatsing van de kustlijn de werken uitgevoerd die naar het oordeel van Onze Minister noodzakelijk zijn vanwege de ingevolge deze wet te handhaven veiligheidsnorm. Onze Minister stelt de noodzaak, de plaats en het doel van de werken, alsmede de termijn van uitvoering vast.
4 Onze Minister geeft toepassing aan het eerste en het tweede lid uit eigen beweging dan wel op een hem schriftelijk gedaan verzoek van de beheerder of van gedeputeerde staten. Dit geschiedt niet dan nadat het desbetreffend voornemen of verlangen is behandeld in een overlegorgaan, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de provincie, de beheerders en het Rijk en dat in ieder der provincies Fryslân, Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland door gedeputeerde staten wordt ingesteld.
Artikel 11
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 12
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Onze Minister verleent op aanvraag een subsidie aan het overheidslichaam dat vanwege wijziging van de in artikel 3, eerste of tweede lid, bedoelde veiligheidsnorm, de in artikel 4, eerste lid, bedoelde hoogwaterstanden of andere zodanige factoren, of de in artikel 5a bedoelde voorschriften, maatregelen dient te treffen, indien de desbetreffende maatregelen zijn opgenomen in het jaarlijks door Onze Minister vast te stellen programma.
2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de aanvraag, verlening, vaststelling, intrekking, wijziging, weigering, betaling en terugvordering van de subsidie en de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.
Artikel 13
[Vervallen per 22-12-2009]
De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van:
a. een overzichtskaart waarop de ligging van de primaire waterkering staat aangegeven;
b. een legger waarin is omschreven waaraan die waterkering moet voldoen naar richting, vorm, afmeting en constructie;
c. een technisch beheersregister waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven.
Artikel 14
[Vervallen per 22-12-2009]
1 Provinciale staten der provincies waarin een of meer dijkringgebieden zijn gelegen stellen met betrekking tot het onderwerp van deze wet een verordening vast, waarin in elk geval de in artikel 13 omschreven verplichting van de beheerder - en de termijn waarop daaraan moet zijn voldaan nader worden geregeld.
Artikel 15
[Vervallen per 22-12-2009]
2 Alarmeringspeilen, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden door Onze Minister telkens voor vijf jaren vastgesteld bij in de Staatscourant bekend te maken besluit.
Artikel 16
[Vervallen per 01-09-2002]
Artikel 17
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 18
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 19
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 20
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 21
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 22
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 23
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 24
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 25
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 26
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 27
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 28
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 29
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 30
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 31
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 32
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 33
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 34
[Vervallen per 28-09-2005]
Artikel 35
[Vervallen per 22-12-2009]
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 36
[Vervallen per 22-12-2009]
Deze wet kan worden aangehaald als Wet op de waterkering.