Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 19 september 1995, nr. PAV 6031/95014932;
Gelet op artikel 12 van de Militaire ambtenarenwet 1931, artikel 2 van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen, artikel 125 van de Ambtenarenwet en artikel C1 van de Algemene burgerlijke pensioenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 31 oktober 1995, nr. W07.95.0513);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 17 november 1995, nr. PAV6031/95021638;
Hebben goedgevonden en verstaan: