Aanwijzing macro-verstrekkingenbudget ziekenfondsverzekering 1996

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 10-12-2024.
Geldend van 01-10-1996 t/m 27-08-2004

Aanwijzing macro-verstrekkingenbudget ziekenfondsverzekering 1996

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 2 van het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet;

Gezien het rapport van de Ziekenfondsraad van 22 juni 1995 (SEA/23683/95);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Voor het jaar 1996 worden ten aanzien van alle ziekenfondsen tezamen ten laste van de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71 van de Ziekenfondswet, besteedbare middelen vastgesteld ter gehele of gedeeltelijke dekking van de kosten van verstrekkingen en vergoedingen van de ziekenfondsen, ter grootte van f 18.167.000.000.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De besteedbare middelen, genoemd in artikel 1, worden verdeeld in:

    • a. een macro-deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging ad. f 3.569.928.000

    • b. een macro-deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging ad. f 7.046.783.000

    • c. een macro-deelbudget overige verstrekkingen ad. f 7.550.289.000

  • 2 Voor de verdeling van de verstrekkingen naar de verschillende macro-deelbudgetten wordt aangesloten bij het FOZ.

    De macro-deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en vaste kosten ziekenhuisverpleging (totale kosten ziekenhuisverpleging) omvatten de verstrekkingen die ten grondslag liggen aan de raming van de kosten voor algemene, categorale en academische ziekenhuizen en overige voorzieningen curatieve zorg in het FOZ 1996 (zie bijlage FOZ, tabellen 3.1, 3.2 en 3.3). Echter exclusief In Vitro Fertilisatie.

    Het macro-deelbudget overige verstrekkingen omvat alle overige ZFW-verstrekkingen die niet zijn opgenomen in de macro-deelbudgetten variabele kosten ziekenhuisverpleging en vaste kosten ziekenhuisverpleging.

  • 3 Het deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds. De verdeling geschiedt aan de hand van de produktie-indicatoren verpleegdag, opname, dagverpleging en eerste polikliniekbezoek. Bij de verdeling wordt uitgegaan van de in tabel 1 geraamde macro-omvang van de produktie-indicatoren voor ziekenfondsverzekerden voor 1996.

    Aan de produktie-indicatoren worden de in tabel 2 genoemde prijzen gekoppeld.

    Bij de verdeling worden voorts de verzekerdenaantallen gesplitst naar de criteria ’leeftijd’, ’geslacht’, ’regio’ en ’arbeidsongeschiktheid’. Aan de onderscheiden criteria worden gewichten toegekend. Voor toepassing van de regiofactor wordt per ziekenfonds het aantal verzekerden geïnventariseerd per 4-cijferig postcodegebied. Deze verzekerden worden vervolgens ondergebracht in een vijftal klassen van stedelijkheid. Dit vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hiervoor gehanteerde maatstaf: de gemeentelijke omgevingsadressendichtheid (OAD). Voor de vijf verschillende OAD-klassen worden de gewichten per produktie-indicator gebruikt zoals opgenomen in tabel 3.

    Op deze gewichten zal nog een herrekening plaatsvinden, op basis van de bij de Ziekenfondsraad ter beschikking staande gegevens, naar het totale ziekenfondsverzekerdenbestand.

  • 4 Het deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt, verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds op basis van historische kosten. Voor een nieuw ziekenfonds, dat geen rechtsopvolger van een of meer reeds bestaande ziekenfondsen is, kan worden uitgegaan van een andere basis.

  • 5 Het deelbudget, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt verdeeld in een budget voor elk ziekenfonds. De verzekerdenaantallen worden gesplitst naar de criteria ’leeftijd’, ’geslacht’, ’regio’ en ’arbeidsongeschiktheid’. Aan de onderscheiden criteria worden gewichten toegekend. Voor toepassing van de regiofactor wordt per ziekenfonds het aantal verzekerden geïnventariseerd per 4-cijferig postcodegebied. Deze verzekerden worden vervolgens ondergebracht in een vijftal klassen van stedelijkheid. Dit vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hiervoor gehanteerde maatstaf: de gemeentelijke omgevingsadressendichtheid (OAD). Voor de vijf verschillende OADklassen worden de volgende gewichten gebruikt: de klassen 1 - 2 - 3 - 4 en 5 krijgen respectievelijk de gewichten 1,015 - 1,011 - 1,013 - 0,980 - 0,979.

    Op deze gewichten zal nog een herrekening plaatsvinden, op basis van de bij de Ziekenfondsraad ter beschikking staande gegevens, naar het totale ziekenfondsverzekerdenbestand.

  • 6 De Ziekenfondsraad bepaalt per deelbudget het gewicht van de onderscheiden criteria.

  • 7 Bij de bepaling van het aantal ingeschreven verzekerden laat de Ziekenfondsraad de inschrijving buiten beschouwing van verzekerden aan wie de kosten van verstrekkingen en vergoedingen ingevolge artikel 4 ten laste van de Algemene Kas middelen besteedbaar worden gesteld naar het werkelijke bedrag van die kosten. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing voor inschrijvingen met terugwerkende kracht, voorzover het betreft de periode waarover de inschrijving terugwerkt.

  • 8 Van het totaal van de in het eerste lid, onder a en c, genoemde deelbudgetten wordt een gedeelte, tot een maximum van drie procent op jaarbasis, in verband met het verlenen van flexibele zorg vervangen door een door de Ziekenfondsraad vastgestelde subsidie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Ter vaststelling van de voor ieder ziekenfonds afzonderlijk ten laste van de Algemene Kas besteedbare middelen herrekent de Ziekenfondsraad na ommekomst van het jaar 1996 de door hem vastgestelde budgetten, bedoeld in artikel 2. Deze herrekening vindt als volgt plaats:

    • a. De verzekerdenaantallen, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht, regio en arbeidsongeschiktheid worden op basis van de werkelijke verzekerdenaantallen over 1996 opnieuw bepaald. Met deze aantallen worden de budgetten, bedoeld in artikel 2, herrekend.

    • b.1. Voor het deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging wordt voor 60% verevening toegepast op het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging en het ingevolge onderdeel a herrekende deelbudget. De werkelijke variabele kosten ziekenhuisverpleging worden bepaald door het werkelijke aantal verpleegdagen, opnamen, dagen dagverpleging en eerste polikliniekbezoeken te vermenigvuldigen met de prijs per produktie-indicator zoals gebruikt bij de bepaling van het macro-deelbudget, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a..

    • b.2. Vervolgens vindt nacalculatie plaats ter grootte van 50% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget variabele kosten ziekenhuisverpleging en het ingevolge hierboven beschreven aangepaste deelbudget;

    • c. Voor het deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging vindt nacalculatie plaats ter grootte van 95% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget vaste kosten ziekenhuisverpleging en het ingevolge onderdeel a herrekende deelbudget. De werkelijke vaste kosten ziekenhuisverpleging worden bepaald door de werkelijke kosten ziekenhuisverpleging te verminderen met de werkelijke variabele kosten ziekenhuisverpleging zoals berekend in onderdeel b vóór toepassing van verevening en nacalculatie;

    • d.1. Voor het deelbudget overige verstrekkingen wordt voor 60% verevening toegepast op het verschil tussen de werkelijke en naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget overige verstrekkingen en het ingevolge onderdeel a herrekende deelbudget.

    • d.2. Vervolgens vindt nacalculatie plaats ter grootte van 50% van het verschil tussen de werkelijke, naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde kosten van het deelbudget en het ingevolge hierboven beschreven aangepaste deelbudget.

  • 2 Bij toepassing van de verevening en nacalculatie bij het eerste lid, onderdeel b en d, wordt onder de werkelijke kosten verstaan de kosten onder aftrek van de door de ziekenfondsen te innen nominale premies en de opbrengst van verhaal van kosten op derden. Daarbij wordt gerekend met een nominale rekenpremie van f 267 per volwassen verzekerde per jaar. De aftrek van de te innen nominale premie en opbrengst verhaal vindt plaats naar rato van het aandeel van de kosten van het variabele deel ziekenhuisverpleging of overige verstrekkingen binnen het totaal van de kosten van het variabele deel ziekenhuisverpleging en overige verstrekkingen.

  • 3 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, c en d, blijven buiten beschouwing de kosten van verstrekkingen en vergoedingen waarvoor ingevolge artikel 4 ten laste van de Algemene Kas middelen besteedbaar worden gesteld naar het werkelijke bedrag van die kosten alsmede de opbrengsten van vorderingen op grond van artikel 22 van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Voor de navolgende kosten van verstrekkingen en vergoedingen zijn voor de ziekenfondsen ten laste van de Algemene Kas middelen besteedbaar naar het werkelijke bedrag van die kosten:

    • a. kosten krachtens artikel 29 van het Verstrekkingenbesluit in nader door de Ziekenfondsraad vast te stellen gevallen;

    • b. kosten die met toepassing van verdragsregelingen worden gemaakt in nader door de Ziekenfondsraad vast te stellen gevallen;

    • c. kosten van de verplichtingen aan het goodwillfonds.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid worden door de Ziekenfondsraad vast te stellen opbrengsten, waaronder begrepen nominale premies en bedragen waarmee nominale premies worden verhoogd, die samenhangen met de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, op de in dat lid bedoelde kosten in mindering gebracht. Op die kosten worden verder in mindering gebracht de opbrengsten op grond van artikel 22 van het Inschrijvingsbesluit ziekenfondsverzekering.

  • 3 Indien de opbrengsten, bedoeld in het tweede lid, hoger zijn dan de kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt het verschil in mindering gebracht op de in totaal voor het jaar 1996 besteedbare middelen.

  • 4 Kosten die naar het oordeel van de Ziekenfondsraad niet verantwoord zijn blijven buiten beschouwing. De opbrengsten worden bepaald op het bedrag van de werkelijke opbrengsten. Indien dat bedrag lager is dan het bedrag dat bij een naar het oordeel van de Ziekenfondsraad verantwoorde uitvoering van de wettelijke regelingen als opbrengsten zou hebben gegolden, worden de opbrengsten op het hogere bedrag bepaald.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als ’Aanwijzing macro-verstrekkingenbudget ziekenfondsverzekering 1996’.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Tabel 1. Geraamde macro-omvang produktie-indicatoren 1996

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

* 1000

Algemene ziekenhuizen

Categorale ziekenhuizen

Academische ziekenhuizen

Totaal

Verpleegdag

8.885

332

1271

10.488

Opname

978

20

129

1.127

Dagverpleging

393

5

34

432

1e polikliniekbezoek

3.552

72

422

4.046

Tabel 2. Prijscomponent per productie-indicator

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Verpleegdag

f 110,91

Opname

f 1.779,35

Dagverpleging

f 708,11

1e polikliniekbezoek

f 190,92

Tabel 3. Regiogewichten macro-deelbudget variabelen kosten ziekenhuisverpleging

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

OAD

Verpleegdagen

Opnamen

Dagverpleging

1e poli

1

1,066

1,027

0,855

1,029

2

1,049

1,025

1,042

1,034

3

1,016

1,023

1,131

1,028

4

0,941

0,969

1,016

0,963

5

0,922

0,952

0,933

0,941