Wijzigingswet Wet op het specifiek cultuurbeleid, enz. (instelling Raad voor cultuur)

Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 01-01-1996 t/m heden

Wet van 26 oktober 1995, houdende wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid in verband met de instelling van een adviesorgaan voor het beleid op het terrein van de cultuur (Raad voor cultuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, met inachtneming van artikel 79 van de Grondwet, een vast college in te stellen dat adviseert over 's Rijks beleid op het terrein van de cultuur, zulks mede ter vervanging van de Raad voor de Kunst, de Mediaraad en de Raad voor het cultuurbeheer en daartoe de Wet op het specifiek cultuurbeleid te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

De archiefbescheiden van de Raad voor de Kunst, de Raad voor het cultuurbeheer en de Mediaraad gaan, voor zover zij niet zijn overgebracht ingevolge Archiefwet 1995, over naar de Raad voor cultuur.

Artikel III

  • 2 In afwijking van artikel 2k, tweede en derde lid, worden de algemeen secretaris, de secretarissen en overige medewerkers van het bureau voor de eerste maal benoemd zonder overleg met de Raad voor cultuur.

Artikel XI

De tekst van de Wet op het specifiek cultuurbeleid wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister de nummering van de artikelen en hoofdstukken van de Wet op het specifiek cultuurbeleid opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen en hoofdstukken met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Artikel XII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 26 oktober 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

Uitgegeven de eenentwintigste november 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager