Publicatiepiek op wetten.overheid.nl Per 1 juli 2025 wordt er een groot aantal regelingen gewijzigd. Mogelijk zijn nog niet alle wijzigingen verwerkt op de datum van inwerkingtreding en ziet u een oude versie van de tekst. Raadpleeg bij twijfel de bekendmaking. Deze publicatiepiek vangt aan op 16 juni en zal tot 1 augustus 2025 duren.

Wijzigingswet Boek 1 Burgerlijk Wetboek, enz. (ondertoezichtstelling)

Geraadpleegd op 16-06-2025.
Geldend van 01-11-1995 t/m heden

Artikel IX

Een voor het tijdstip van inwerkingtreding van de wet door de kinderrechter uitgesproken ondertoezichtstelling geldt met ingang van dat tijdstip als een ondertoezichtstelling als bedoeld in deze wet.

Artikel X

Een voor het tijdstip van inwerkingtreding van de wet benoemde gezinsvoogd die in dienst is van een gezinsvoogdij-instelling wordt met ingang van dat tijdstip aangemerkt als een bij of krachtens de Wet op de jeugdhulpverlening door deze gezinsvoogdij-instelling aangewezen gezinsvoogd.

Artikel XI

Een door de kinderrechter benoemde gezinsvoogd, niet zijnde een gezinsvoogdij-instelling of in dienst daarvan, wordt door de kinderrechter binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit artikel vervangen door een gezinsvoogdij-instelling. Van de beslissing van de kinderrechter staat generlei voorziening open.

Artikel XII

  • 1 De inwerkingtreding van de wet heeft geen gevolg voor de bevoegdheid van de rechter voor wie voordien een geding is aangevangen, noch voor de aard van dat geding en voor de rechtsmiddelen tegen de uitspraak.

  • 2 Het tevoren geldende recht blijft van toepassing indien een geding als bedoeld in het eerste lid aanhangig is.

Artikel XIII

  • 1 Een voor de inwerkingtreding van de wet door de gezinsvoogd gegeven aanwijzing geldt met ingang van dat tijdstip als een aanwijzing als bedoeld in artikel 258 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2 Een beslissing van de rechter over een geschil als bedoeld in het tweede lid van artikel 260 van het tevoren geldende recht in eerste aanleg of in beroep, met inachtneming van het tevoren geldende recht gegeven, geldt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 258 dan wel als een vervallenverklaring van een aanwijzing als bedoeld in artikel 259 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel XIV

Een voor de inwerkingtreding van de wet door de kinderrechter bevolen opneming in een op grond van de Wet op de jeugdhulpverlening voor bekostiging in aanmerking gebrachte voorziening of elders geldt met ingang van dat tijdstip als een machtiging tot uithuisplaatsing als bedoeld in artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, behoudens de opneming in een semi-residentiële voorziening, welke wordt aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 258 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel XV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, behoudens artikel XI dat in werking treedt op de dag na plaatsing van deze wet in het Staatsblad.