Artikel 1
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
2 De minister sluit op een gezamenlijk ingediende aanvraag van kredietinstellingen als
bedoeld in het eerste lid met deze gezamenlijke kredietinstellingen één borgstellingsovereenkomst
overeenkomstig het model, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage
2, indien:
-
a. alle aanvragers handelen onder dezelfde naam,
-
b. alle kredietinstellingen die onder de onder a bedoelde naam handelen als aanvrager
optreden en
-
c. één en dezelfde rechtspersoon bevoegd is om namens alle aanvragers, zowel voor hen
gezamenlijk als voor ieder apart, te voldoen aan de voor hen uit de waterschadeborgstellingsovereenkomst
voorvloeiende administratieve verplichtingen jegens de staat.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De minister geeft op de aanvraag een beschikking binnen vier weken na ontvangst van
de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen vier weken kan worden gegeven, stelt
de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn
waarop de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De minister kan afwijzend beslissen op een aanvraag:
-
a. indien niet voldaan is aan een verzoek als bedoeld in artikel 6 van de Kaderwet verstrekking
financiële middelen EZ;
-
b. indien gegronde vrees bestaat dat de aanvrager zal handelen in strijd met de verplichtingen
die voor hem zouden gelden ingevolge de overeenkomst, bedoeld in artikel 1;
-
c. indien de aanvrager in het kader van de aanvraag gegevens heeft verstrekt, waarvan
hij wist of behoorde te weten dat deze onjuist of onvolledig waren en de verstrekking
van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Een beschikking op een aanvraag, inhoudende een aanbod om een borgstellingsovereenkomst
te sluiten, gaat vergezeld van de tekst van die overeenkomst, overeenkomstig het model
dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1, dan wel in het in artikel 1, tweede lid, bedoelde geval, bijlage 2.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering
van bijlagen B, C en D bij bijlage 1, bijlage 2 en bijlage 3, die ter inzage worden
gelegd. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Bijlage 1
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Model borgstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling
borgstelling waterschadekredieten 1995.
De Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de staat, ten deze vertegenwoordigd door
de Minister van Economische Zaken, hierna te noemen: de minister
en
ten deze vertegenwoordigd door ........... hierna te noemen: de Bank,
komen overeen als volgt:
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 1
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
-
a. groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
b. kredietovereenkomst: een overeenkomst uit hoofde waarvan de Bank aan een ondernemer
geld ter leen verstrekt of zal verstrekken met inachtneming van een vast aflossingsschema;
-
c. krediet: een bedrag dat de Bank uit hoofde van een kredietovereenkomst verstrekt of
zal verstrekken;
-
d. waterschadekrediet: een krediet of een deel van een krediet dat overeenkomstig artikel
3 is gemeld en geaccepteerd;
-
e. uitwinning:
-
1°. uitwinning door de Bank, naar normaal bankgebruik, van de door de ondernemer aan
de Bank verstrekte zekerheden,
-
2°. onderhandse verkoop met toestemming van de Bank door de ondernemer van de vermogensbestanddelen
van de ondernemer, inning van vorderingen daaronder begrepen,
-
3°. executoriale verkoop van de vermogensbestanddelen van de ondernemer, en
-
4°. indien het faillissement van de ondernemer is uitgesproken of aan hem surséance van
betaling is verleend: onderhandse of executoriale verkoop van de vermogensbestanddelen
van de ondernemer door of met medewerking van de curator of de bewindvoerder;
-
f. ondernemer:
-
1°. een natuurlijke persoon voor wiens rekening een onderneming in de zin van de Wet
op de inkomstenbelasting 1964 wordt gedreven, of
-
2°. een belastingplichtige in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Paragraaf 2. Borgstelling
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De staat stelt zich borg ten behoeve van de Bank voor de terugbetaling van waterschadekredieten
die met inachtneming van de Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995 en deze
overeenkomst door de Bank worden verstrekt.
Deze borgstelling wordt aangegaan onder de navolgende bedingen.
Paragraaf 3. Kredietmelding
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Paragraaf 4. Omvang van de borgstelling
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
2 Voor de berekening van de omvang van de borgstelling wordt een waterschadekrediet
slechts in aanmerking genomen indien door de verstrekking van het waterschadekrediet
het totaal van de waterschadekredieten op grond van deze overeenkomst, berekend per
ondernemer het in het eerste lid bedoelde bedrag niet overschrijdt.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 Voor de berekening van de omvang van de borgstelling wordt het na toepassing van artikel
4 in aanmerking te nemen waterschadekrediet na verloop van ieder kalenderkwartaal,
verminderd met een zodanig vast bedrag, dat het waterschadekrediet op de laatste datum
waarop het moet zijn afgelost, doch uiterlijk na verloop van 6 jaar na 1 juli 1996,
nihil bedraagt.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 7
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
De omvang van de borgstelling bedraagt per ondernemer 90% van hetgeen de ondernemer
ten tijde van de overeenkomstig artikel 13 ingediende aanvraag uit hoofde van het
waterschadekrediet of de waterschadekredieten pro resto verschuldigd is, doch ten
hoogste 90% van de met toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 berekende omvang van
het waterschadekrediet of de waterschadekredieten.
Paragraaf 5. Criteria en verplichtingen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 8
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
2 Voor de bepaling van het aantal werknemers dat bij een ondernemer in dienst is worden,
indien de ondernemer tot een groep behoort, de bij de tot die groep behorende natuurlijke
personen of rechtspersonen in dienst zijnde werknemers in aanmerking genomen.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 De Bank voldoet aan hetgeen door door de minister aangewezen, bij zijn ministerie
werkzame personen wordt verzocht, voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor
een goede uitvoering van de Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995 en deze
overeenkomst, en voor zover het betrekking heeft op de uit deze regeling en deze overeenkomst
voortvloeiende zelfstandige verplichtingen van de Bank, op de ondernemer aan wie het
waterschadekrediet is verstrekt of op de met deze ondernemer gesloten kredietovereenkomsten
omtrent:
-
a. het toegang verlenen tot door de Bank gebruikte plaatsen;
-
b. het verlenen van inzage in zakelijke gegevens en bescheiden;
-
c. het maken van kopieën van de onder b bedoelde gegevens en bescheiden;
-
d. het verlenen van medewerking aan het verstrekken van gegevens door anderen en
-
e. het verstrekken van inlichtingen.
-
3 Van de mogelijkheid, genoemd in het eerste lid, aanhef en onder a, zal alleen gebruik
worden gemaakt indien een ernstig vermoeden bestaat dat de Bank onjuiste of onvolledige
informatie heeft verstrekt.
-
4 De Bank stelt, met gebruikmaking van een formulier, waarvan het model door de minister
wordt vastgesteld, de minister binnen 5 weken na kennisname op de hoogte van de volgende
feiten:
-
a. vervroegde volledige aflossing van het waterschadekrediet;
-
b. het door de afdeling ....... van de Bank in beheer nemen van het waterschadekrediet;
-
c. de verlening van surséance van betaling aan of de faillietverklaring van de ondernemer;
-
d. opeising van het waterschadekrediet.
-
5 Binnen drie maanden na afsluiting van ieder boekjaar zendt de Bank, met gebruikmaking
van een formulier, waarvan het model door de minister wordt vastgesteld, aan de minister
een opgave van de omvang van de borgstelling aan het einde van het boekjaar voor alle
waterschadekredieten te zamen, waarvoor de Bank nog geen verzoek om betaling als bedoeld
in artikel 13 heeft ingediend. Deze omvang dient te worden berekend met toepassing
van paragraaf 4.
-
6 Binnen zes maanden na afsluiting van ieder boekjaar zendt de Bank, met gebruikmaking
van een formulier, waarvan het model door de minister wordt vastgesteld, aan de minister
een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek
2 van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt van de juistheid en volledigheid van de
in het vijfde lid bedoelde opgave.
-
9 De Bank zal tijdens de looptijd van de kredietovereenkomst uit hoofde waarvan een
waterschadekrediet is verleend in de door haar te sluiten overeenkomsten met allen,
niet zijnde de staat, die zich borg willen stellen voor de nakoming door de ondernemer
van de verplichtingen voortvloeiende uit de kredietovereenkomst uit hoofde waarvan
het waterschadekrediet is verleend een beding ten behoeve van de staat opnemen, ertoe
strekkende dat de omslagregeling van artikel 869, boek 7, Burgerlijk Wetboek niet
geldt ten opzichte van de staat en de Bank zal geen bedingen opnemen, ertoe leidende
dat:
-
a. een borg er zich op zou kunnen beroepen dat de staat eerst zou moeten worden aangesproken,
-
b. een borg zich zou kunnen onttrekken aan toepassing door de staat van de omslagregeling
van artikel 869, boek 7, Burgerlijk Wetboek.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 Indien een aanvraag om betaling als bedoeld in artikel 13 is ingediend op een moment,
waarop de uitwinning nog niet is voltooid en ook niet aannemelijk is geworden dat
geen opbrengsten meer zijn te verwachten die in mindering komen op het waterschadekrediet,
brengt de Bank de minister ten minste jaarlijks verslag uit over de voortgang van
de uitwinning.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 Gedurende een periode van vijf jaar na de datum waarop een verzoek om betaling als
bedoeld in artikel 13 is ingediend of, indien een verzoek om betaling is ingediend
op een moment waarop de uitwinning nog niet is voltooid en ook niet aannemelijk is
geworden dat geen opbrengsten meer zijn te verwachten die in mindering komen op het
waterschadekrediet, na de datum waarop de Bank de minister heeft bericht dat de uitwinning
is voltooid of dat aannemelijk is dat geen opbrengsten meer zijn te verwachten die
in mindering komen op het waterschadekrediet, zal de Bank doen wat in haar vermogen
ligt om het door de staat betaalde bedrag in te vorderen als ware het een verlies
dat voor rekening en risico van de Bank was gekomen.
-
2 De Bank zendt binnen drie maanden na afloop van de in het eerste lid bedoelde periode
de minister een overzicht van de door haar ondernomen activiteiten, met gebruikmaking
van een formulier, waarvan het model door de minister wordt vastgesteld.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 De Bank treft geen schuldregeling die inhoudt of mede inhoudt een gehele of gedeeltelijke
kwijtschelding van verplichtingen voortvloeiende uit een kredietovereenkomst, uit
hoofde waarvan een waterschadekrediet is verstrekt, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de minister. De minister kan aan zijn toestemming voorwaarden verbinden
ten aanzien van de inhoud van een dergelijke regeling.
Paragraaf 6. Vaststelling betalingsverplichting
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 De Bank dient zo spoedig mogelijk na de voltooiing van de uitwinning of, indien dit
eerder is, zo spoedig mogelijk nadat aannemelijk is geworden dat geen opbrengsten
meer zijn te verwachten die in mindering komen op het waterschadekrediet, doch in
ieder geval binnen negen maanden na de datum waartegen het waterschadekrediet is opgeëist
of, indien dit eerder is, na de datum van het faillissement, een aanvraag in om betaling
uit hoofde van deze waterschadeborgstellingsovereenkomst.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 De minister stelt het uit hoofde van deze overeenkomst door de staat verschuldigde
bedrag vast overeenkomstig de Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995 en deze
overeenkomst, met uitzondering van het bepaalde in artikel 9, vierde, vijfde en zesde
lid.
Paragraaf 7. Rente
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 16
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
2 De hoogte van de rentevergoeding wordt door de minister vastgesteld met inachtneming
van de volgende formule:
n
|
At
|
|
R =
|
|
-----
|
∑
|
|
t(1+r)
|
|
|
|
t = 1
|
|
|
R = de te betalen contant gemaakte rente
At = de te betalen rente over hoofdsom -/- aflossing in kwartaal t
r = Rente gelijk aan rendement op staatsleningen met een looptijd van 5 tot 8 jaar
(koersindex effectieve rendementen obligaties CBS) gepubliceerd op 1 augustus 1995
vermeerderd met een opslag van 1,5 procentpunt.
n = looptijd krediet (in kwartalen).
-
5 Indien het krediet voor het tijdstip waarvan de minister bij de vaststelling als
bedoeld in het tweede lid is uitgegaan geheel of gedeeltelijk wordt afgelost of gedebiteerd
uit hoofde van een aanvraag als bedoeld in artikel 13, eerste lid, is de Bank aan
de staat een bedrag verschuldigd gelijk aan het verschil tussen het vastgestelde bedrag
van de rentevergoeding en het bedrag waarop de rentevergoeding zou zijn vastgesteld
indien bij die vaststelling de gerealiseerde omvang alsmede de looptijd van het krediet
tot aan de datum van aflossing of datum van bovenbedoelde debitering in aanmerking
zou zijn gekomen.
-
6 De Bank deelt, met gebruikmaking van een formulier, waarvan het model door de minister
wordt vastgesteld, de feiten en omstandigheden als bedoeld in het vijfde lid aan de
minister mede.
Paragraaf 8. Betalingen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 18
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
2 Voor zover de opbrengsten na de aanvang van de periode, bedoeld in artikel 11, eerste
lid, ontvangen zijn en niet ontvangen zijn uit hoofde van de uitwinning van zekerheden,
wordt de in het eerste lid bedoelde betalingsverplichting beperkt tot 80 procent van
de ontvangen opbrengsten.
-
3 De Bank zal de rekening, bedoeld in artikel 17, eerste lid, met als valutadatum de
datum van verzending van de aanvraag, bedoeld in artikel 13, en binnen negen weken
na die datum, debiteren voor het bedrag waarvoor betaling wordt gevraagd, vermeerderd
met een rente als bedoeld in artikel 16, tweede lid, over de periode die verstreken
is sinds de dag waarop de vermindering, bedoeld in artikel 5, op grond van artikel
6 is geschorst.
-
4 De Bank zal de rekening, bedoeld in artikel 17, eerste lid, met als valutadatum de
datum van de beslissing van de minister, bedoeld in artikel 14, tweede lid, en binnen
negen weken na die datum crediteren of debiteren voor respectievelijk het voor de
staat positieve of negatieve verschil tussen het bedrag waarvoor de rekening ingevolge
het derde lid is gedebiteerd en het bedrag waarop de minister de betaling vaststelde,
vermeerderd met een over dat verschil te berekenen rente als bedoeld in artikel 16,
tweede lid, over de periode die is verstreken sinds de creditering of debitering,
bedoeld in het derde lid, en de vaststelling van de betaling.
-
5 De Bank zal de rekening, bedoeld in artikel 17, eerste lid, met als valutadatum 1
november 1995, debiteren voor het bedrag waarvoor betaling wordt gevraagd in de aanvraag
als bedoeld in artikel 16, derde lid.
-
6 De bank zal de rekening, bedoeld in artikel 17, eerste lid, met als valutadatum de
datum van de beslissing van de minister, bedoeld in artikel 16, vierde lid, en binnen
vier weken na die datum crediteren of debiteren voor respectievelijk het voor de staat
positieve of negatieve verschil tussen het bedrag waarvoor de rekening ingevolge het
vijfde lid is gedebiteerd en het bedrag waarop de minister de betaling vaststelde,
vermeerderd met een over dat verschil ter berekenen rente als bedoeld in artikel 16,
tweede lid, over de periode die is verstreken sinds de creditering of debitering,
bedoeld in het vijfde lid, en de vaststelling van de betaling.
Paragraaf 9. Diversen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 19
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
1 De verplichtingen van de staat uit hoofde van deze borgstellingsovereen-komst met
betrekking tot een water-schadekrediet vervallen door schuldvernieuwing, door schuldoverneming
en - voor het gedeelte waarin subrogatie plaatsvindt - door subrogatie van derden
in de rechten van de Bank met betrekking tot het waterschadekrediet, al dan niet voorafgegaan
door cessie van het waterschadekrediet.
-
3 Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder rechtspersoon mede begrepen twee
of meer rechtspersonen, indien die rechtspersonen gezamenlijk voldoen aan de in het
tweede lid genoemde voorwaarden en ieder van die rechtspersonen zich hoofdelijk aansprakelijk
stelt voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de krediet-overeenkomst
uit hoofde waarvan het waterschadekrediet is verstrekt.
20.
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Reeds uitgekeerde bedragen zijn terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar
zodra de minister blijkt dat de Bank zodanig onjuiste of onvolledige informatie heeft
verschaft dat hij op een verzoek om betaling een andere beslissing zou hebben genomen
indien hem de juiste gegevens volledig waren verschaft, of dat de Bank de betalingsverplichting,
bedoeld in artikel 18, niet is nagekomen.
Paragraaf 10. Slotbepalingen
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Artikel 21
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
-
4 In afwijking van het derde lid kan deze overeenkomst door de minister met onmiddellijke
ingang worden ontbonden, indien de Bank in strijd heeft gehandeld met het gestelde
in de paragrafen 5, 6, 7, 8 of 9 van deze overeenkomst.
-
5 In afwijking van het derde lid kan de Bank deze overeenkomst met onmiddellijke ingang
opzeggen binnen een termijn van vier weken na publicatie in de Staatscourant van een
wijziging van de Regeling borgstelling waterschadekredieten 1995, na publicatie in
het Staatsblad van een algemene maatregel van bestuur ter vervanging van deze regeling,
na publicatie in het Staatsblad van een wijziging van deze algemene maatregel van
bestuur of na een schriftelijke mededeling van de minister, inhoudende een wijziging
van deze overeenkomst.
-
6 Deze overeenkomst eindigt van rechtswege door de intrekking van de Regeling borgstelling
waterschadekredieten 1995, tenzij deze regeling te zelfder tijd wordt vervangen door
een algemene maatregel van bestuur, alsmede door intrekking van die algemene maatregel
van bestuur.
-
7 Wijziging, opzegging, ontbinding of beëindiging van deze overeenkomst heeft geen
gevolg ten aanzien van waterschadekredieten, welke ten tijde van de inwerkingtreding
van de wijziging, opzegging, ontbinding of beëindiging overeenkomstig artikel 3 zijn
gemeld en door de minister zijn geaccepteerd.
Getekend te 's-Gravenhage op ...
De Minister van Economische Zaken, ...
(naam en functie vertegenwoordigers Bank)
[Regeling vervallen per 11-06-2005]
Waarvan de gedeelten
Limburg
Maastricht Itteren; Borgharen
Meerssen Geul a/d Maas; Voulwames
Stein Meers
Susteren Illikhoven; Vissersweert
Maasbracht Linnen
Roermond Herten; Eckert; Merum; Ool
Tegelen Steyl
Venlo Venlo Zuid; Venlo-Centrum; Blerick
Arcen en Velden kern Arcen; kern Velden
Bergen Ayen; Oud-Bergen;Oud-Well
Mook en Middelaar kernen
Overijssel
Kampen het gedeelte boven de Noorddijk
Gelderland
Millingen aan de Rijn Millingen
Ubbergen Beek (het lage gedeelte); Erlecom; Kekerdom; Leuth; Ooij; Ubbergen
Druten Afferden; Deest; Druten; Horssen; Puiflijk
West Maas en Waal Wamel; Alphen; Appeltern; Dreumel; Altforst; Beneden-Leeuwen; Boven-Leeuwen;
Maasbommel
Ammerzoden Ammerzoden; Well
Brakel Aalst; Zuilichem
Hedel Hedel
Heerewaarden met uitzondering van kern Heerewaarden
Kerkwijk Bern; Bruchem; Delwijnen; Gameren; Kerkwijk; Nederhemert; Nieuwaal
Maasdriel Maasdriel; Alem; Hoenzadriel; Kerkdriel; Velddriel
Rossum Rossum; Hurwenen
Zaltbommel Zaltbommel
Echteld Echteld; Ochten; IJzendoorn
Lienden Ingen; Lienden; Ommeren
Maurik Maurik; Eck en Wiel; Rijswijk; Ravenswaaij
Kesteren Kesteren; Opheusden
Lingewaal Herwijnen; Spijk; Vuren
Neerijnen Est en Opijnen; Haaften; Ophemert; Varik; Waardenburg; Heesselt; Hellouw;
Neerijnen; Tuil; Zennewijnen
Geldermalsen Beesd; Buurmalsen; Deil; Geldermalsen; Acquoy; Enspijk; Gellicum; Meteren;
Rhenoy; Rumpt; Tricht
Culemborg Culemborg
Buren Beusichem; Buren; Zoelen; Asch; Erichem; Kerk-Avezaath; Zoelmond
Tiel Tiel; Wadenoyen; Kapel-Avezaath; Zennewijnen; Kerk-Avezaath
Zuid-Holland
Gorinchem Gorinchem-Oost
Hardinxveld-Giessendam het gedeelte ten zuiden van het kanaal van Steenenhoek
Utrecht
Rhenen benedenstad
Noord-Brabant
Boxmeer Beugen
Vierlingsbeek Vierlingsbeek; Maashees; Groeningen