Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek, enz. (geneeskundige behandelingsovereenkomst)

Geraadpleegd op 16-10-2024.
Geldend van 01-02-2006 t/m heden

Wet van 17 november 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de opneming van bepalingen omtrent de overeenkomst tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van de patiënt te verduidelijken en te versterken, daarbij rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid van de hulpverlener voor zijn handelen als goed hulpverlener, en daartoe in het Burgerlijk Wetboek enige bepalingen op te nemen omtrent de overeenkomst tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

De bescheiden, bedoeld in artikel 454 lid 3, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, die voorhanden zijn op het in artikel V lid 1 bedoelde tijdstip, kunnen nog gedurende vijftien jaren na dat tijdstip worden bewaard met het oog op mogelijke verstrekking overeenkomstig artikel 458, tenzij de patiënt een verzoek doet als bedoeld in artikel 455 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel V

  • 1 De artikelen van deze wet treden, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

  • 2 Artikel 464 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na verloop van vijf jaren na het in het eerste lid bedoelde tijdstip, tenzij:

    • a. bij algemene maatregel van bestuur voor daarin aan te geven situaties, bedoeld in artikel 464, een eerder of later tijdstip van inwerkingtreding is bepaald;

    • b. het betreft een situatie, bedoeld in artikel 464, waarin door bijzondere omstandigheden een te sluiten behandelingsovereenkomst nog niet tot stand is gekomen;

    • c. het betreft handelingen omschreven in artikel 446 lid 5, die worden verricht in verband met een beoogde arbeidsverhouding, een beoogde burgerrechtelijke verzekering, dan wel de toelating tot een opleiding.

  • 3 Artikel 467 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.

Artikel VI

Op het in artikel V, eerste lid, bedoelde tijdstip worden de artikelen 1653 tot en met 1653x van het Burgerlijk Wetboek, zoals die bij artikel I zijn vastgesteld in titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen als afdeling 5 van die titel onder het opschrift "De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling", en vervalt artikel I voor het overige.

  • 2 [Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

  • 3 De Minister van Justitie brengt bij de opneming in Titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 1653 tot en met 1653x in een doorlopende nummering, aansluitend bij de nummering van die Titel, en brengt de verwijzingen in deze en andere wetsartikelen daarmede in overeenstemming. De Minister van Justitie brengt tevens de aanduiding van leden van artikelen in overeenstemming met die welke in Boek 7 gebruikelijk is. De tekst van de aldus gewijzigde wet wordt in het Staatsblad geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dal alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 17 november 1994

Beatrix

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1994

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager