Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspositie van de
patiënt te verduidelijken en te versterken, daarbij rekening houdend met de eigen
verantwoordelijkheid van de hulpverlener voor zijn handelen als goed hulpverlener,
en daartoe in het Burgerlijk Wetboek enige bepalingen op te nemen omtrent de overeenkomst
tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Op het in artikel V, eerste lid, bedoelde tijdstip worden de artikelen 1653 tot en met 1653x van het Burgerlijk Wetboek, zoals die bij artikel I zijn vastgesteld in titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen als afdeling
5 van die titel onder het opschrift "De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling",
en vervalt artikel I voor het overige.
-
3 De Minister van Justitie brengt bij de opneming in Titel 7 van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek de artikelen 1653 tot en met 1653x in een doorlopende nummering, aansluitend bij de nummering van die Titel, en brengt
de verwijzingen in deze en andere wetsartikelen daarmede in overeenstemming. De Minister
van Justitie brengt tevens de aanduiding van leden van artikelen in overeenstemming
met die welke in Boek 7 gebruikelijk is. De tekst van de aldus gewijzigde wet wordt
in het Staatsblad geplaatst.