Instellingsbesluit Commissie heroverweging instrumentarium rechtshandhaving
De Minister van Justitie,
Overwegende, dat de druk op de strafrechtelijke rechtshandhaving en de toepassing
van vrijheidsstraffen onverminderd groot blijft;
dat rechtshandhaving wezenlijk meer omvat dan alleen strafrechtelijke rechtshandhaving;
dat strafrechtelijke rechtshandhaving in beginsel pas aan de orde dient te komen indien
andere instrumenten van rechtshandhaving niet adequaat blijken te zijn;
dat het wenselijk is ideeën te ontwikkelen over andere sancties dan strafrechtelijke;
dat voorts binnen het strafrechtelijk sanctiestelsel de vrijheidsstraf als ultimum
remedium moet worden beschouwd;
dat het daarom wenselijk is hiervoor alternatieve vormen van strafrechtelijke sancties
te ontwikkelen;