Gedeeltelijke onttrekking traverse Zuid-Willemsvaart aan openbare scheepvaart

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-10-1994 t/m heden

Beschikking houdende onttrekking van het gedeelte van de traverse van de Zuid-Willemsvaart door Helmond, tussen de Houtse Parallelbrug en de Aarle-Rixtelsebrug, aan de bestemming voor het openbare scheepvaartverkeer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch van 6 oktober 1993, kenmerk AICB 9416, alsmede de nota ‘Onttrekking van een gedeelte van de traverse door Helmond van de Zuid-Willemsvaart, tussen de Houtse Parallelbrug en het Wilhelminakanaal, aan de bestemming voor het openbare scheepvaartverkeer’ (hierna te noemen: de Nota), van 1 oktober 1993;

Overwegende dat de Zuid-Willemsvaart de scheepvaartverbinding vormt tussen de Maas bij Maastricht en de Dieze te 's-Hertogenbosch en dat de Zuid-Willemsvaart over een lengte van ongeveer 8 kilometer over het grondgebied van de gemeente Helmond stroomt. Ter plaatse van de bebouwde kom van Helmond doorsnijdt de Zuid-Willemsvaart het centrum van de stad.

Het Rijk heeft in de jaren zestig een aanvang gemaakt met de omlegging van de Zuid-Willemsvaart ten oosten van de gemeente Helmond. Het zuidelijk gedeelte van deze omlegging, waarin begrepen de nieuwe sluis te Helmond, is in 1992 opgeleverd. Het noordelijk gedeelte van de omlegging is op 11 december 1993 officieel opengesteld.

Ten aanzien van het voorstel tot onttrekking van de traverse van de Zuid-Willemsvaart door Helmond aan het openbare scheepvaartverkeer kan worden opgemerkt dat de traverse door de aanleg van de kanaalomlegging zijn functie als scheepvaartweg voor de doorgaande scheepvaart heeft verloren. Door de omlegging is voor doorgaand scheepvaartverkeer namelijk een aantrekkelijke route om Helmond ontstaan, die even lang is als de oude route via de traverse door Helmond.

Ten aanzien van de voorgenomen onttrekking kan voorts worden overwogen: dat deze uitsluitend het noordelijk deel vanaf de Houtse

  • -

    Parallelbrug omvat en dat de openbare toegang tot de gemeentelijke industriehaven via het zuidelijke deel en de toegang tot de daarlangs gevestigde bedrijven gehandhaafd blijft. In dit kanaalvak blijven de sluizen 8 en 9 gehandhaafd en in bedrijf;

  • -

    dat de aanwezigheid van acht beweegbare bruggen in het noordelijk deel van de kanaaltraverse door Helmond een goede verkeerscirculatie in de kom van Helmond hindert en dat de onttrekking van dit kanaalgedeelte aan het openbare scheepvaartverkeer kom van Helmond een meerwaarde kan geven;

  • -

    dat na effectuering van de voorgenomen onttrekking bediening van de beweegbare bruggen en sluis 7 niet meer nodig is en dat het door deze ontwikkeling mogelijk is het budget voor onderhoud en bediening van de bruggen maatschappelijk gezien zo efficiënt mogelijk in te zetten;

  • -

    dat het na de onttrekking afgesloten kanaalgedeelte minder intensief onderhoud vergt aan bodem, boordvoorzieningen en kunstwerken;

  • -

    dat de huidige waterhuishoudkundige functie van de kanaaltraverse ook in de toekomst gehandhaafd blijft.

Overwegende voorts dat de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de Directie Noord-Brabant het voorstel tot onttrekking kenbaar heeft gemaakt aan de in bijlage 2 van de Nota genoemde instanties en personen. Naar aanleiding hiervan zijn de navolgende reacties ingekomen:

  • Vendex Food Groep B.V. te Helmond heeft op zich geen bezwaar tegen de onttrekking. Gevraagd is hoe de Rijkswaterstaat rekening denkt te houden met een aan EDAH verleende aanlegvergunning.

  • Het waterschap De Aa te 's-Hertogenbosch heeft geen bezwaar tegen de onttrekking, mits het thans bij het waterschap ondergebrachte kwaliteitsbeheer niet in het gedrang komt. Daarnaast claimt het waterschap ook het kwantiteitsbeheer.

  • De gemeente Aarle-Rixtel heeft medegedeeld op zich geen bezwaar te hebben tegen de onttrekking, maar verzoekt alsnog te worden betrokken in het overleg terzake.

  • Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond te Bunnik heeft aangevoerd dat in de bebouwde kom van Helmond, langs de Zuid-Willemsvaart, een veilige en aantrekkelijke aanlegplaats voor de recreatievaart aanwezig is. Door de voorgenomen onttrekking is deze niet meer bereikbaar. Gevraagd wordt om vervangende ligplaatsen ter compensatie.

  • De provincie Noord-Brabant heeft erop gewezen dat het waterschap De Aa ten aanzien van de waterbeheersing van het in geding zijnde gedeelte een beheerstaak heeft.

  • Gamma Holding N.V. te Helmond heeft, namens dochteronderneming Vlisco B.V. te Helmond, gesteld dat laatstgenoemd bedrijf voor haar bedrijfsproces water aan de Zuid-Willemsvaart onttrekt. De onttrekking c.q. het volume, de kwaliteit en het kwaliteitsbeheer van het water dient gewaarborgd te zijn.

  • Het Samenwerkingsverband Gewest Helmond te Helmond onderschrijft de overwegingen die aan de voorgenomen onttrekking ten grondslag liggen, maar is van mening dat geen recht wordt gedaan aan met name de potentiële recreatieve functie van het kanaalgedeelte.

  • De Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer te Rotterdam heeft op zich geen bezwaar tegen de onttrekking, mits de langs de oude vaarroute gevestigde bedrijven optimaal bereikbaar blijven voor de scheepvaart. Daarnaast dringt zij erop aan dat bij een eventuele overdracht van de Zuid-Willemsvaart aan lagere overheden het huidige bedienings- en beheersregime in stand blijft.

  • De Boerenbond Deurne te Deurne heeft aangevoerd dat haar vestiging (mengvoederbedrijf) aan de industriehaven te Helmond na de onttrekking slechter bereikbaar zal zijn waardoor de scheepvaartkosten wederom toenemen. Ten einde dit financieel nadeel te compenseren zal een beroep worden gedaan op de mogelijkheid tot toekenning van bestuurscompensatie. Daarnaast is gewezen op verslechtering van de concurrentiepositie als gevolg van het besluit om de Zuid-Willemsvaart vanaf km 81.040 tot en met de industriehaven niet uit te diepen.

  • Mengvoeder UT-Delfia B.V. te Maarssen voelt zich benadeeld omdat haar bedrijfsvestiging te Helmond door de onttrekking slechter bereikbaar zal zijn. Zij zal een beroep doen op de mogelijkheid tot toekenning van bestuurscompensatie.

  • De N.V. Nederlandse Spoorwegen te Eindhoven verzoekt om tijdige informatie over de definitieve onttrekking in verband met de personele consequenties.

Overwegende dat de Hoofdingenieur-Directeur, voornoemd, met alle genoemde instanties overleg heeft gevoerd en dat in de Nota omtrent de ingebrachte reacties en het gevoerde overleg het volgende is gesteld:

  • Vendex Food Groep B.V. te Helmond

    Aan EDAH, onderdeel van de Vendex Food Groep B.V., is bij beschikking van 23 oktober 1936 vergunning verleend voor onder meer het behouden van een laad- en loswal. EDAH beschikte destijds in Helmond over een bedrijf voor fabricage van en handel in koloniale waren. De laad- en loswal behoorde tot dit bedrijf. Het produktiebedrijf van EDAH is een tiental jaren geleden ontmanteld. Op het voormalige fabrieksterrein is thans een kantoorpand van EDAH gevestigd. In het met Vendex Food Groep B.V. gevoerde overleg is aangegeven dat thans geen gebruik meer wordt gemaakt van de laad- en losfaciliteiten en dat evenmin het voornemen bestaat het gebruik in de toekomst te hervatten. Namens Vendex Food Groep B.V. is voorts de vraag gesteld of aan de huidige vergunning rechten kunnen worden ontleend voor een nieuwe laad- en losplaats langs de omlegging van de Zuid-Willemsvaart om Helmond. Hierop dient ontkennend te worden geantwoord.

  • Het waterschap De Aa te 's-Hertogenbosch

    Opgemerkt kan worden dat het kwaliteitsbeheer van de Zuid-Willemsvaart vanaf de inwerkingtreding van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren reeds bij het waterschap De Aa berust. Het kwantiteitsbeheer van de Zuid-Willemsvaart, zijnde een Rijkswater, berust bij Rijkswaterstaat. Door de voorgenomen onttrekking komt hierin geen wijziging.

  • De gemeente Aarle-Rixtel

    De opmerking van de gemeente Aarle-Rixtel dient te worden gezien in het licht van de toekomstige overdracht van de kanaaltak aan lagere overheden. De gemeente is gewezen op het in het verleden reeds gevoerde vooroverleg. Weliswaar is er een verband tussen de voorgenomen onttrekking en de toekomstige overdracht, doch in het kader van de onderhavige procedure speelt zulks geen rol.

  • Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond te Bunnik

    In de bebouwde kom van de gemeente Helmond is tussen de Julianabrug en de Veestraatbrug een kade aanwezig welke in het vaarrecreatieseizoen in gebruik is. Het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond is inmiddels in overleg getreden met de gemeente Helmond om te bezien welke potentiële mogelijkheden er zijn om na onttrekking de niet meer beschikbare afmeergelegenheid te compenseren. Hiervoor zijn diverse alternatieve locaties beschikbaar.

  • De provincie Noord-Brabant

    Voor wat betreft de reactie van de provincie Noord-Brabant wordt verwezen naar hetgeen reeds naar aanleiding van de reactie van het waterschap De Aa is opgemerkt.

  • Gamma Holding N.V. te Helmond, namens Vlisco B.V. te Helmond

    Bij beschikking van 12 december 1983 is door Rijkswaterstaat aan Vlisco B.V. te Helmond vergunning verleend voor het onttrekken van water aan de Zuid-Willemsvaart tot een hoeveelheid van maximaal 250.000 m3/per week. Het bedrijf gebruikt het water als koel- en proceswater voor het veredelen, verven en bedrukken van katoenen stoffen. Het bedrijf is gesitueerd aan het kanaalpand 8 – sluis 7, welk pand slechts gedeeltelijk aan het openbare scheepvaartverkeer zal worden onttrokken. Ook in de toekomst zal de kanaalbeheerder het huidige kanaalpeil moeten handhaven om scheepvaart naar de industriehaven te Helmond mogelijk te maken. Het door Vlisco B.V. te onttrekken proceswater wordt gecompenseerd door middel van aanvoer door sluis 8.

    Evenzeer is de kwaliteit van het water gewaarborgd. Het aan het openbare scheepvaartverkeer te onttrekken gedeelte behoudt volledig zijn functie voor het transport van voedingswater voor het Brabantse kanalenstelsel. Daarnaast heeft het kanaalvak een functie als afvoerweg voor water van het waterschap De Aa, welke functie in de toekomst nog wordt versterkt. Ondanks de sluiting van sluis 7 voor de scheepvaart zal de kwantiteit van de waterdoorvoer door het naast deze sluis gelegen spuiwerk geen wijziging ondergaan.

    Door de voorgenomen onttrekking ontstaat geen wijziging in de waterhuishoudkundige functie van het kanaalvak, zodat wijziging in de kwaliteit van het kanaalwater alleen door de voorgenomen onttrekking niet te verwachten is.

    Vlisco B.V. is van mening dat het uit een oogpunt van rechtszekerheid van belang is dat zij zowel voor wat betreft de onttrekking van kanaalwater als voor wat betreft de lozing van afvalwater aangewezen is op hetzelfde publiikrechtelijke orgaan. Het door Vlisco aan de Zuid-Willemsvaart onttrokken koelen proceswater wordt geloosd op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het waterschap De Aa. Door de onttrekking aan het openbare scheepvaartverkeer ontstaat geen wijziging in het kwantiteits- en kwaliteitsbeheer.

  • Het Samenwerkingsverband Gewest Helmond te Helmond

    Het Samenwerkingsverband Gewest Helmond is inmiddels opgegaan in het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven te Eindhoven. Het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij heeft een concept opgesteld voor een landelijk aanlegplaatsenplan ten behoeve van de recreatietoervaart. In dit plan wordt, naast de recreatieve functie van het kanaal, het belang van de Zuid-Willemsvaart genoemd in de verbindingsfunctie tussen het Deltagebied en de Limburgse Maas. Deze verbinding wordt door de voorgenomen onttrekking niet aangetast. De overige recreatieve functies ondergaan geen wijziging en kunnen worden gewaarborgd in het na de beheersoverdracht, door de gemeente Helmond als toekomstige beheerder, op te stellen herinrichtingsplan voor de kanaaltraverse.

  • De Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer te Rotterdam

    Langs het betrokken kanaalvak zijn geen als zodanig in gebruik zijnde laad- en loswallen aanwezig en evenmin zijn langs het kanaalvak bedrijven gevestigd die gebruik maken van of afhankelijk zijn van het vervoer over water.

  • De Boerenbond Deurne te Deurne

    De mengvoederfabriek van de Boerenbond Deurne is gevestigd aan de industriehaven te Helmond. Deze haven blijft ook na de voorgenomen onttrekking bereikbaar voor het openbare scheepvaartverkeer. Het bedrijf vreest echter dat deze haven slechter bereikbaar wordt voor scheepvaartverkeer uit het noorden, waardoor de scheepvaartkosten voor het bedrijf zullen toenemen. Het bedrijf denkt dat dit financieel nadeel zal oplopen tot meer dan een miljoen gulden per jaar.

    Uit het met de Boerenbond gevoerde overleg is gebleken dat 95% van de grondstoffen voor het bedrijf (ongeveer 170.000 ton) per schip wordt aangevoerd vanuit het noorden. Dit resulteert in ongeveer 450 schepen. Vanuit noordelijke richting wordt de vaarafstand naar het bedrijf na de onttrekking met 7 km verlengd, waarbij tevens twee sluizen extra moeten worden gepasseerd. Hiertegenover staat dat de traverse door Helmond gemeden kan worden, waardoor vijf beweegbare bruggen minder behoeven te worden gepasseerd. Voor deze bruggen geldt in de morgen- en avondspits een spertijd voor de scheepvaart. Eén van deze bruggen is de beweegbare spoorbrug in het (internationale) spoortraject Eindhoven-Venlo. Deze burg wordt zeer frequent bediend, doch vormt voor de scheepvaart de grootste belemmering. Er zal een afweging dienen plaats te vinden van de voor- en nadelen voor de Boerenbond Deurne van het gebruik van de omlegging van de Zuid-Willemsvaart om Helmond. Deze afweging kan vertaald worden in een financieel resultaat. De inschatting is dat het financiële nadeel gering zal zijn en in ieder geval niet zo dramatisch als gesteld.

    Exacte inschatting van de door de Boerenbond Deurne verwachte bedrijfsschade is eerst mogelijk nadat en de kanaalomlegging is opengesteld en de voorgenomen onttrekking van de kanaaltraverse aan het openbare scheepvaartverkeer is geëffectueerd. Momenteel kan slechts worden uitgegaan van speculatieve cijfers ten aanzien van bijvoorbeeld vaar- en wachttijden en vrachtprijzen op de schippersbeurzen.

    Uit met de Boerenbond Deurne gevoerd overleg is naar voren gekomen dat elke (overheids)maatregel, als gevolg waarvan sprake zal zijn van een nog verdere verslechtering van de concurrentiepositie ten opzichte van de noordelijker aan de Zuid-Willemsvaart gevestigde mengvoederbedrijven, zal worden aangevochten. Gewezen is op de ministeriële beslissing om het gedeelte van de Zuid-Willemsvaart tussen Veghel en Helmond niet geschikt te maken voor klasse IV schepen. Het bedrijf heeft aangekondigd een beroep te zullen doen op toekenning van bestuurscompensatie.

  • Mengvoeder UT-Delfia B.V. te Maarssen

    Ook UT-Delfia B.V. te Maarssen beschikt over een mengvoederfabriek aan de industriehaven te Helmond. Door dit bedrijf wordt per jaar ongeveer 270.000 ton aan grondstoffen per schip aangevoerd vanuit de Rotterdamse en Amsterdamse havens. Naar schatting ontvangt het bedrijf ongeveer 750 schepen. Naast de door UT-Delfia verwachte bedrijfsschade is in overleg met dit bedrijf vooral de steeds verder verslechterende concurrentiepositie ten opzichte van noordelijker aan de Zuid-Willemsvaart gevestigde identieke bedrijven naar voren gekomen. Hoofdoorzaak hiervan is de eerder gememoreerde beslissing om het middengedeelte van de Zuid-Willemsvaart niet geschikt te maken voor klasse IV schepen.

    Evident in het gevoerde overleg is dat door UT-Delfia wordt aangevoerd dat voor haar bedrijfsvestiging te Helmond het break-even point ten aanzien van de transportkosten per as versus vervoer over water nagenoeg is bereikt. Mede door de gevoerde schippersacties en de hierdoor ontstane bedrijfsschade verwacht UT-Delfia dat stabiliteit en kostprijs van het vervoer over water in het gedrang gaan komen zodat de voorheen haast vanzelfsprekende keuze voor deze wijze van vervoer wellicht zal worden heroverwogen. In deze heroverweging zal het wegtransport een grote rol gaan spelen. UT-Delfia wijst erop dat deze, als gevolg van overheidsbeslissingen gedwongen keuze indruist tegen andere belangen, waarbij met name wordt genoemd het belang van het milieu.

    De exacte becijfering van de mogelijke bedrijfsschade is eerst mogelijk op het moment dat en de kanaalomlegging van de Zuid-Willemsvaart om Helmond is opengesteld en de voorgenomen onttrekking van de kanaaltraverse door Helmond aan het openbare scheepvaartverkeer is geëffectueerd.

  • De N.V. Nederlandse Spoorwegen te Eindhoven

    Het belang van de N.V. Nederlandse Spoorwegen is gelegen in de aanwezigheid van een beweegbare spoorbrug ten noorden van de Houtse Parallelbrug. Na de onttrekking behoeft deze brug niet meer te worden bediend, zodat het bedrijf gebaat is bij deze onttrekking. Overige belangen zijn niet aanwezig. Gezien de aard van de reactie is geen nader overleg gevoerd met de Nederlandse Spoorwegen. Van haar verzoek tot tijdige informatie is nota genomen.

    Overwegende dat de Nota voor advies is voorgelegd aan het Overlegorgaan Verkeersinfrastructuur (hierna te noemen: OVI) en dat dit orgaan zijn bevindingen ten aanzien van de voorgenomen onttrekking en de Nota heeft neergelegd in zijn Rapport van Bevindingen van 3 mei 1994. Het OVI komt daarin tot het oordeel dat zich geen overwegende belangen van de scheepvaart tegen de onttrekking verzetten. Met betrekking tot de belangen van de recreatie toervaart heeft het OVI opgemerkt dat de Zuid-Willemsvaart een onderdeel vormt van het recreatie toervaartnet. De sluiting van de noordelijke helft van de traverse door Helmond brengt hierin geen verandering, aangezien de doorgaande vaart gebruik kan maken van de omlegging om Helmond. Wel gaat, aldus het OVI, de mogelijkheid voor de pleziervaart verloren om af te meren bij het centrum van Helmond. Het OVI overweegt dat voor het verloren gaan van deze afmeermogelijkheid een ligplaats zou kunnen worden ingericht in het kanaalgedeelte juist ten noorden van de brug bij Aarle-Rixtel. Een aanlegplaats op deze plek komt de veiligheid van de scheepvaart ten goede, omdat deze plek buiten de doorgaande scheepvaartroute ligt en de recreatievaart de mogelijkheid biedt inkopen te doen in Aarle-Rixtel. Het OVI heeft gewezen op het feit dat erop aangedrongen is het kanaalgedeelte tussen de Aarle-Rixtelsebrug en het begin van het Wilhelminakanaal buiten de onttrekking aan het openbare scheepvaartverkeer te houden.

    Het OVI heeft voorts in het bijzonder de aandacht gevraagd voor het feit dat door de voorgenomen onttrekking een tweetal aan de industriehaven te Helmond gevestigde mengvoederfabrieken, te weten die van de Boerenbond Deurne en van UT-Delfia B.V., minder goed bereikbaar worden voor scheepvaartverkeer uit het noorden. Het OVI vertrouwt erop, dat te zijner tijd – wanneer de onttrekking is geëffectueerd – ter zake een voor betrokken partijen aanvaardbare financiële regeling zal worden getroffen. Daartoe acht het OVI het gewenst dat gedurende een reële periode na de afsluiting wordt geïnventariseerd wat de feitelijke schade is voor de betreffende bedrijven.

    Overwegende naar aanleiding van het Rapport van bevindingen van het OVI dat kan worden ingestemd met het verzoek om het gedeelte van het kanaal tussen de Aarle-Rixtelsebrug en het begin van het Wilhelminakaal buiten de onttrekking aan het openbare scheepvaartverkeer te houden. Voorts is ten aanzien van het financiële nadeel van de twee mengvoederbedrijven in de industriehaven te Helmond reeds overwogen dat exacte inschatting van de door de bedrijven te lijden schade eerst mogelijk is nadat en de kanaalomlegging om Helmond is opengesteld en de voorgenomen onttrekking van de kanaaltraverse aan het openbare scheepvaartverkeer is geëffectueerd.

Besluit:

Met ingang van heden aan de bestemming voor het openbare scheepvaartverkeer te onttrekken het gedeelte van de traverse door Helmond van de Zuid-Willemsvaart, tussen de Houtse Parallelbrug en de Aarle-Rixtelsebrug.

Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 26 augustus 1994

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven