Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is bij de wet regels te stellen ter uitvoering van richtlijn nr. 92/51/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 juni 1992 betreffende een tweede algemeen stelsel van erkenning van beroepsopleidingen, ter aanvulling van richtlijn nr. 89/48/EEG (PbEG 1992, L 209);
dat deze regels ten aanzien van onderdanen van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen de toelating moeten waarborgen tot beroepen waarvoor in Nederland een nationaal kort-hoger-onderwijsdiploma dan wel een nationaal diploma ter afsluiting van een beroepsopleiding op niet-hoger-onderwijsniveau wordt vereist, indien deze onderdanen in één van de overige Lid-Staten gerechtigd zijn overeenkomstige beroepen uit te oefenen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Bijlage 1. Opgave van in bijlage A en B van richtlijn 92/51/EEG vermelde overgangsrichtlijnen
[Vervallen per 21-12-2007]
De onder Bijlage A van de richtlijn vermelde overgangsrichtlijnen zijn:
Gepubliceerd in PbEG 117 van 23 juli 1964.
Richtlijn van de Raad van 7 juli 1964 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van be- en verwerkende nijverheid behorende tot de klassen 23 tot en met 40 van de ISIC (Industrie en Ambacht); richtlijn 64/427/EEG.
Gepubliceerd in PbEG 117 van 23 juli 1964.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968.
Richtlijn van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden in de levensmiddelenindustrie alsmede bij de vervaardiging van dranken (klassen 20 en 21 CITI); richtlijn 68/366/EEG.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968.
Gepubliceerd in PbEG 56 van 4 april 1964.
Richtlijn van de Raad van 25 februari 1964 betreffende de verwezenlijking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de werkzaamheden van tussenpersonen in handel, industrie en ambacht; richtlijn 64/224/EEG.
Gepubliceerd in PbEG 56 van 4 april 1964
Richtlijn van de Raad van 25 februari 1964 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de werkzaamheden in de groothandel en van de werkzaamheden van tussenpersonen in de handel, industrie en ambacht; richtlijn 64/222/EEG.
Gepubliceerd in PbEG 56 van 4 april 1964.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968
Richtlijn van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de kleinhandel ressorteren (ex groep 612 CITI); richtlijn 68/364/EEG.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968.
Gepubliceerd in PbEG L 267 van 10 december 1970.
Richtlijn van de Raad van 30 november 1970 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de groothandel in steenkool ressorteren en van de werkzaamheden van tussenpersonen op het gebied van steenkool (ex groep 6112 CITI); richtlijn 70/523/EEG.
Gepubliceerd in PbEG L 267 van 10 december 1970.
Gepubliceerd in PbEG L 307 van 18 november 1974.
Richtlijn van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied op het gebied van de werkzaamheden welke onder de handel in en de distributie van giftige stoffen ressorteren en de werkzaamheden die beroepsmatig gebruik van die produkten meebrengen met inbegrip van de werkzaamheden van tussenpersonen; richtlijn 74/556.
Gepubliceerd in PbEG L 307 van 18 november 1974.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968.
Richtlijn van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden welke onder de persoonlijke diensten ressorteren (ex klasse 85 CITI):
1. restaurants en slijterijen (groep 852 CITI)
2. hotels, pension en dergelijke inrichtingen, kampeerterreinen (groep 853 CITI); richtlijn 68/368/EEG.
Gepubliceerd in PbEG L 260 van 22 oktober 1968.
Gepubliceerd in PbEG L 26 van 31 januari 1977.
Gepubliceerd in PbEG L 213 van 21 juli 1982.
Gepubliceerd in PbEG L 218 van 27 juli 1982.
Gepubliceerd in PbEG L 167 van 30 juni 1975.
Gepubliceerd in PbEG L 167 van 30 juni 1975.
De onder Bijlage B van de richtlijn vermelde overgangsrichtlijnen zijn:
Het betreft hier de rubrieken 1 tot en met 7 van de hier boven aangegeven richtlijnen, met uitzondering van de onder rubriek 6 genoemde richtlijn 74/566/EEG.
Opmerking:
Er moet op gewezen worden dat de verschillende in deze bijlage vermelde richtlijnen in de loop der jaren diverse malen zijn gewijzigd c.q. aangevuld, onder meer in verband met de toetreding van een aantal nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap.
Bijlage 2. De lijst van opleidingen met een bijzondere structuur die is opgenomen in bijlage c van richtlijn 92/51 naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld Lijst van opleidingen met een bijzondere structuur als bedoeld in artikel 1, onder a, eerste alinea, tweede streepje, onder ii), van de richtlijn 92/51
[Vervallen per 21-12-2007]
1. Paramedisch en sociaal-pedagogisch gebied
[Vervallen per 21-12-2007]
In Duitsland
- kinderverpleegkundige ("Kinderkrankenschwester/Kinderkrankenpfleger")
- fysiotherapeut ("Krankengymnast(in)/Physiotherapeut(in)")
- bezigheids- en arbeidstherapeut ("Beschäftigungs- und Arbeitstherapeut (-in)")
- logopedist ("Logopäde/Logopädin")
- orthopodist ("Orthoptist(in)")
- van staatswege erkend pedagogisch werker ("Staatlich anerkannte(r) Erzieher(in)")
- van staatswege erkend orthopedagogisch werker ("Staatlich anerkannte(r) Heilpädagoge(in)")
- medisch laborant ("Medizinisch-technische(r) Laboratoriums-Assistent(in)")
- radiologisch laborant ("Medizinisch-technische(r) Radiologie-Assistent(in)")
- medisch-technisch assistent functionele diagnostiek ("Medizinisch-technische(r) Assistent(in) für Funktionsdiagnostik")
- diergeneeskundig-technisch assistent ("Veterinärmedizinisch-technische(r)-Assistent(in)")
- diëtist ("Diätassistent(in)")
- farmaceutische technicus ("Pharmazie-ingenieur") gegeven vóór 31 maart 1994 op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek
- psychiatrisch verpleegkundige ('Psychiatrische(r) Krankenschwester/ Krankenpfleger")
- spraaktherapeut ("Sprachtherapeut(in)")
In Italië
de opleidingen voor
In Luxemburg
de opleidingen voor
- radiologisch laborant ("assistant(e) technique médical(e) en radiologie")
- medisch laborant ("assitant(e) technique mëdical(e) de laboratoire")
- psychiatrisch verpleegkundige ("infirmier(ière) psychiatrique")
- chirurgie-assistent ("assistant(e) technique médical(e) en chirurgie")
- kinderverpleegkundige ("infirmier(ière) puericulteur(trice)")
- anesthesieverpleegkundige ("infirmier(ière) anesthésiste")
- gediplomeerd masseur ("masseur(euse) diplômé(e)")
- pedagogisch werker ("éducateur(trice)")
In Nederland
in Oostenrijk
- speciale basisopleiding kinder- en jeugdzorg (`spezielle Grundausbildung in der Kinder- und Jugendlichenpflege'),
- speciale basisopleiding psychiatrische gezondheids- en ziekenzorg (`spezielle Grundausbildung in der psychiatrischen Gesundheits- und Krankenpflege')
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste dertien jaar, waarvan
- hetzij ten minste drie jaar beroepsopleiding aan een gespecialiseerde school, afgesloten met een examen, eventueel aangevuld met een specialisatiecyclus van een of twee jaar, afgesloten met een examen,
- hetzij ten minste twee en een half jaar aan een gespecialiseerde school, afgesloten met een examen en aangevuld met een praktijkervaring van ten minste zes maanden of een beroepsstage van ten minste zes maanden aan een erkende instelling,
- hetzij ten minste twee jaar aan een gespecialiseerde school, afgesloten met een examen en aangevuld met een praktijkervaring van ten minste één jaar of een beroepsstage van ten minste één jaar aan een erkende instelling;
- hetzij, in het geval van de dierenartsassistent in Nederland, drie jaar beroepsopleiding aan een gespecialiseerde school (MBO-stelsel) of drie jaar beroepsopleiding in het leerlingwezen (LLW), die beide worden afgesloten met een examen;
In Oostenrijk
de opleidingen voor
- contactlensopticien ("Kontaktlinsenoptiker")
- pedicure ("Fusspfleger")
- audicien ("Hörgeräteakustiker")
- drogist ("Drogist")
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en opleiding afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden;
de opleidingen voor
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van dertien jaar, waarvan gedurende vier jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van twee jaar, en een periode van praktijkervaring en opleiding gedurende twee jaar, afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden;
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van dertien jaar, waarvan gedurende vijf jaar een beroepsopleiding in een gespecialiseerde school wordt gevolgd, afgesloten met een examen.
2. Sector meesters ("Mester"/"Meister"/"Maître") overeenkomende met opleidingen voor ambachtelijke activiteiten die niet onder de in bijlage A van de richtlijn 92/51 genoemde richtlijnen vallen
[Vervallen per 21-12-2007]
In Denemarken
de opleidingen voor
overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een beroepsopleiding wordt gevolgd, verdeeld in een door de instelling voor beroepsonderwijs verzorgde theoretische opleiding van twee en een half jaar en een praktische opleiding van twee en een half jaar in het bedrijf, afgesloten met een erkend examen dat betrekking heeft op de ambachtelijke activiteit en het recht verleent de titel "Mester" te voeren;
overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van twaalf en een half jaar, waarvan gedurende drie en een half jaar een beroepsopleiding wordt gevolgd, verdeeld in een door de instelling voor beroepsonderwijs verzorgde theoretische opleiding van een semester en een praktische opleiding van drie jaar in het bedrijf, afgesloten met een erkend examen dat betrekking heeft op de ambachtelijke activiteit en het recht verleent de titel "Mester" te voeren;
overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van dertien en een half jaar, waarvan gedurende vier en een half jaar een beroepsopleiding wordt gevolgd, verdeeld in een door de instelling voor beroepsonderwijs verzorgde theoretische opleiding van twee jaar en een praktische opleiding van twee en een half jaar in het bedrijf, afgesloten met een erkend examen dat betrekking heeft op de ambachtelijke activiteit en het recht verleent de titel "Mester" te voeren.
In Duitsland
de opleidingen voor
- opticien ("Augenoptiker")
- tandtechnicus ("Zahntechniker")
- bandagist ("Bandagist")
- audicien ("Hörgeräte-Akustiker")
- prothese/orthesemaker ("Orthopädiemechaniker")
- orthopedisch schoenmaker ("Orthopädieschuhmacher")
In Luxemburg
de opleidingen voor
- opticien ("opticien")
- tandtechnicus ("mécanicien dentaire")
- audicien ("audioprothésiste")
- prothese/orthesemaker-bandagist ("mécanicien orthopédiste/bandagiste)
- orthopedisch schoenmaker ("orthopédiste-cordonnier)
overeenkomende met een opleidingscyclus met een totale duur van veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan de instelling voor beroepsonderwijs, afgesloten met een examen dat met succes moet worden afgelegd om een als ambachtelijk beschouwde activiteit als zelfstandige of als werknemer in loondienst met een vergelijkbaar verantwoordelijkheidsniveau uit te mogen oefenen
In Oostenrijk
de opleidingen voor
- bandagist ("Bandagist")
- korsettenmaker ("Miederwarenerzeuger")
- opticien ("Optiker")
- orthopedisch schoenmaker ("Orthopädieschuhmacher")
- prothese/orthesemaker ("Orthopädietechniker")
- tandtechnicus ("Zahntechniker")
- tuinier ("Gärtner")
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding van ten minste twee jaar, afgesloten met een examen voor meesterkwalificatie dat het recht verleent het beroep uit te oefenen, leerlingen op te leiden en de titel "Meister" te voeren;
de opleidingen voor meesterkwalificaties op het gebied van landbouw en bosbouw, namelijk
- meesterkwalificatie landbouw ("Meister in der Landwirtschaft")
- meesterkwalificatie huishoudwetenschappen ("Meister in der ländlichen Hauswirtschaft")
- meesterkwalificatie tuinbouw ("Meister im Gartenbau")
- meesterkwalificatie akkertuinbouw ("Meister im Feldgemüsebau")
- meesterkwalificatie fruitteelt en fruitverwerking ("Meister im Obstbau und in der Obstverwertung")
- meesterkwalificatie wijnbouw en oenologie ("Meister im Weinbau und in der Kellerwirtschaft")
- meesterkwalificatie zuivelbereiding ("Meister in der Molkerei und Käsereiwirtschaft")
- meesterkwalificatie paardenfokkerij ("Meister in der Pferdewirtschaft")
- meesterkwalificatie visserij ("Meister in der Fischereiwirtschaft")
- meesterkwalificatie pluimveefokkerij ("Meister in der Geflügelwirtschaft")
- meesterkwalificatie bijenteelt ("Meister in der Bienenwirtschaft")
- meesterkwalificatie bosbouw ("Meister in der Forstwirtschaft")
- meesterkwalificatie bosaanplantingen en bosbeheer ("Meister in der Forstgarten- und Forstpflegewirtschaft")
- meesterkwalificatie opslag landbouwprodukten ("Meister in der landwirtschaftlichen Lagerhaltung")
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan gedurende ten minste zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring van drie jaar, afgesloten met een examen voor de desbetreffende meesterkwalificatie dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel "Meister" te voeren.
In Noorwegen
de opleidingen voor
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste veertien jaar, waarvan gedurende ten minste vijf jaar een opleiding in een gestructureerd kader, verdeeld in een leerlingenopleiding van ten minste drie jaar, gedeeltelijk in het bedrijf en gedeeltelijk aan een instelling voor beroepsonderwijs, en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding van twee jaar, afgesloten met een examen voor de desbetreffende meesterkwalificatie dat het recht verleent leerlingen op te leiden en de titel "Mester" te voeren.
3. Maritieme sector
[Vervallen per 21-12-2007]
a. Zeescheepvaart
[Vervallen per 21-12-2007]
In Denemarken
de opleidingen voor
- kapitein van de koopvaardij ("skibsforer")
- eerste stuurman ("overstyrmand")
- stuurman, officier werktuigkundige ("enestyrmand, vagthavende styrmand")
- officier werktuigkundige ("vagthavende styrmand")
- scheepswerktuigkundige ("maskinchef")
- eerste officier werktuigkundige ("1. maskinmester")
- eerste officier werktuigkundige/stuurman werktuigkundige ("1. maskinmester/vagthavende maskinmester")
In Duitsland
de opleidingen voor
- kapitein AM ("Kapitän AM")
- kapitein AK ("Kapitän AK")
- zeevaartkundig scheepsofficier AMW ("Nautischer Schiffsoffizier AMW")
- zeevaartkundig scheepsofficier AKW ("Nautischer Schiffsoffizier AK)
- scheepswerktuigkundige CT - hoofdmachinist ("Schiffbetriebstechniker CT - Leiter von Maschinenanlagen")
- scheepsmachinist CMa - hoofdmachinist ("Schiffsmaschinist CMa Leiter von Maschinenanlagen")
- scheepswerktuigkundige CTW ("Schiffbetriebstechniker CTW")
- scheepsmachinist CMaW - enig technisch officier aan boord ("Schiffsmaschinist CMaW - Technischer Alleinoffizier")
In Italië
de opleidingen voor
In Nederland
de opleidingen voor
In IJsland
de opleidingen voor
- kapitein van de koopvaardij ("skipstjóri")
- eerste stuurman ("styrimaÐur")
- dekofficier ("undirstyrimaÐur")
- scheepswerktuigkundige eerste rang ("vélstjóri 1. stigs")
In Noorwegen
de opleidingen voor
- kapitein van de koopvaardij ("skipsforer")
- eerste stuurman ("overstyrmann")
- dekofficier derde klas ("kystskipper")
- stuurman/dekofficier vierde klas ("styrmann")
- officier werktuigkundige eerste klas ("maskinsjef")
- officier werktuigkundige tweede klas ("1. maskinist")
- officier werktuigkundige derde klas ("enemaskinist")
- officier werktuigkundige vierde klas ("maskinoffiser")
overeenkomende met de volgende opleidingen
- in Denemarken, negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding en/of dienst op zee gedurende 17 à 36 maanden en aangevuld
- voor de officier werktuigkundige: met een jaar gespecialiseerde beroepsopleiding,
- voor de andere: met drie jaar gespecialiseerde beroepsopleiding;
- in Duitsland, een opleiding waarvan de totale duur tussen 14 en 18 jaar ligt en die het volgende inhoudt: een basisberoepsopleiding van 3 jaar en dienst op zee gedurende één jaar, gevolgd door een gespecialiseerde beroepsopleiding van 1 à 2 jaar, eventueel aangevuld met twee jaar praktijkervaring;
- in Italië, een opleiding van in totaal dertien jaar, waarvan ten minste vijf jaar beroepsopleiding, afgesloten met een examen, eventueel aangevuld met een beroepsstage;
- In Nederland
- voor stuurman kleine handelsvaart (met aanvulling) en diploma motordrijver, een onderwijscyclus van veertien jaar, waarvan ten minste twee jaar aan een gespecialiseerde instelling voor beroepsonderwijs, en aangevuld met twaalf maanden praktijkervaring;
- voor VTS-functionaris, een onderwijscyclus met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan ten minste drie jaar hoger beroepsonderwijs (HBO) of middelbaar beroepsonderwijs (MBO), gevolgd door landelijke en regionale opleidingen, die elk ten minste twaalf weken theoretische opleidingen omvatten en met een examen worden afgesloten;
- In IJsland negen of tien jaar lager onderwijs, gevolgd door dienst op zee gedurende twee jaar, aangevuld met een gespecialiseerde beroepsopleiding van drie jaar (vijf jaar voor scheepswerktuigkundigen);
- In Noorwegen negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding en dienst op zee gedurende drie jaar (twee en een half jaar voor officiers werktuigkundigen), aangevuld
- met een gespecialiseerde beroepsopleiding van een jaar voor stuurlieden,
- met een gespecialiseerde beroepsopleiding van twee jaar voor de anderen.
die erkend zijn in het kader van het Internationale STCW-Verdrag (Internationaal Verdrag van 1978 betreffende normen voor opleiding, diplomering en wachtlopen voor zeevarenden en - voor zover het betreft IJsland en Noorwegen - met meer dienst op zee).
In Noorwegen
de opleiding voor
overeenkomende met negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met praktijkervaring gedurende een jaar en dienst op zee en een gespecialiseerde beroepsopleiding van een jaar.
b. Zeevisserij
[Vervallen per 21-12-2007]
In Duitsland
de opleidingen voor
- kapitein BG visserij ("Kapitän BG/Fischerei")
- kapitein BK visserij ("Kapitän BK/Fischerei")
- zeevaartkundig scheepsofficier BGW visserij ("Nautischer Schiffsoffizier BGW/Fischerei")
- zeevaartkundig scheepsofficier BKW visserij ("Nautischer Schiffsoffizier BKW/Fischerei")
In Nederland
de opleidingen voor
- stuurman werktuigkundige V
- werktuigkundige IV visvaart
- stuurman IV visvaart
- stuurman werktuigkundige VI
In IJsland
de opleidingen voor
- kapitein visserij ("skipstjóri")
- eerste stuurman ("styrimaÐur")
- dekofficier ("undirstyrimaÐur")
overeenkomende met de volgende opleidingen
- in Duitsland, een opleiding waarvan de totale duur tussen 14 en 18 jaar ligt en die het volgende inhoudt: een basisberoepsopleiding van 3 jaar en dienst op zee gedurende één jaar, gevolgd door een gespecialiseerde beroepsopleiding van 1 à 2 jaar, eventueel aangevuld met twee jaar praktijkervaring;
- in Nederland, een onderwijscyclus van 13 à 15 jaar waarvan ten minste twee jaar aan een gespecialiseerde instelling voor beroepsonderwijs, aangevuld met 12 maanden praktijkervaring, die erkend zijn in het kader van het Verdrag van Torremolinos (Internationaal Verdrag van 1977 voor de beveiliging van vissersvaartuigen);
- In IJsland, negen of tien jaar lager onderwijs, gevolgd door dienst op zee gedurende twee jaar, aangevuld met een gespecialiseerde beroepsopleiding van twee jaar, afgesloten met een examen en erkend in het kader van het Verdrag van Torremolinos (internationaal Verdrag van 1977 voor de beveiliging van vissersvaartuigen).
c. Personeel van mobiele boorplatforms
[Vervallen per 21-12-2007]
In Noorwegen
de opleidingen voor
- kapitein produktieplatform ("plattformsjef")
- verantwoordelijke stabiliteit ("stabilitetssjef")
- operator meet- en regelkamer ("kontrollromoperator")
- chef technische dienst ("teknisk sjef")
- hulptechnicus ("teknisk assistent")
overeenkomende met negen jaar lager onderwijs, gevolgd door een basisopleiding van twee jaar, aangevuld met dienst offshore gedurende ten minste een jaar, en
4. Technische sector
[Vervallen per 21-12-2007]
In Italië
overeenkomend met cyclussen van technisch secundair onderwijs met een totale duur van ten minste 13 jaar, waarvan acht jaar verplicht onderwijs gevolgd door vijf jaar secundair onderwijs, waarvan drie jaar beroepsgericht onderwijs, afgesloten met het examen van het technisch baccalaureaat en aangevuld:
- in het geval van de landmeter, met hetzij een praktijkstage van ten minste twee jaar
- op een landmetersbureau, hetzij een beroepservaring van vijf jaar,
- in het geval van de agronoom, met een praktijkstage van ten minste twee jaar, gevolgd door het staatsexamen.
In Nederland
De opleidingen voor
- gerechtsdeurwaarder
- tandprotheticus
overeenkomend met een onderwijs- en beroepsopleidingscyclus met een totale duur van:
- in het geval van de gerechtsdeurwaarder, negentien jaar, waarvan acht jaar verplicht schoolonderwijs, gevolgd door acht jaar secundair onderwijs, waarvan vier jaar technisch onderwijs afgesloten met een staatsexamen, en aangevuld met drie jaar theorieonderwijs en een praktijkgerichte opleiding toegespitst op de uitoefening van het beroep;
- in het geval van de tandprotheticus, ten minste vijftien jaar voltijds en drie jaar deeltijds onderwijs, waarvan acht jaar basisonderwijs, vier jaar algemeen vormend secundair onderwijs en drie jaar beroepsgerichte opleiding, waaronder een theoretische en praktische opleiding tandtechnicus, aangevuld met drie jaar deeltijdse opleiding tandprotheticus, die wordt afgesloten met een examen.
In Oostenrijk
de opleidingen voor
- houtvester ("Förster")
- bedrijfsadviseur ("Technisches Büro")
- medewerker uitzendbureau ("Überlassung von Arbeitskräften - Arbeitsleihe")
- arbeidsbemiddelaar ("Arbeitsvermittlung")
- beleggingsadviseur ("Vermögensberater")
- particulier detective ("Berufsdetektiv")
- beveiligingsbeambte ("Bewachungsgewerbe")
- makelaar onroerende goederen ("Immobilienmakler")
- beheerder onroerende goederen ("Immobilienverwalter")
- reclamespecialist ("Werbebüro")
- bouwprojectleider ("Bauträger, (Bauorganisator, Baubetreuer)")
- medewerker incassobureau ("Inkassobüro")
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, waarvan acht jaar verplicht onderwijs gevolgd door vijf jaar secundair technisch of commercieel onderwijs, afgesloten met een technisch of commercieel eindexamen, aangevuld met een opleiding in het bedrijf gedurende ten minste twee jaar, afgesloten met een beroepsexamen;
- assurantie-adviseur ("Berater in Versicherungsangelegenheiten")
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van vijftien jaar, waarvan gedurende zes jaar een opleiding in een gestructureerd kader wordt gevolgd, verdeeld in een leerlingenopleiding van drie jaar en een periode van praktijkervaring en beroepsopleiding gedurende drie jaar, afgesloten met een examen;
overeenkomende met opleidingen met een totale duur van ten minste achttien jaar, waarvan ten minste negen jaar beroepsopleiding, verdeeld in vier jaar secundair technisch onderwijs en vijf jaar praktijkervaring en beroepsopleiding, afgesloten met een beroepsexamen dat het recht verleent het beroep uit te oefenen en leerlingen op te leiden, voor zover deze opleiding betrekking heeft op het recht gebouwen te ontwerpen, technische berekeningen uit te voeren en toezicht uit te oefenen op bouwwerkzaamheden ("het Maria-Theresia-privilege")
5. Opleidingen die in het Verenigd Koninkrijk zijn goedgekeurd als National Vocational Qualifications of als Scottish Vocational Qualifications
[Vervallen per 21-12-2007]
de opleidingen voor
- elektrotechnisch mijningenieur ("Mine electrical engineer")
- werktuigbouwkundig mijningenieur ("Mine mechanical engineer")
- gebitstherapeut ("Dental therapist")
- gebitshygiënist ("Dental hygienist")
- opticien ("Dispensing optician")
- veiligheidsopzichter mijnen ("Mine deputy")
- functionaris belast met insolventiezaken ("Insolvency practitioner")
- erkend opsteller van overdrachtsakten ("Licensed conveyancer")
- eerste stuurman - vracht/passagiersschepen - onbeperkt ("First mate-Freight/Passenger ships - unrestricted")
- tweede stuurman - vracht/passagiersschepen - onbeperkt ("Second mate - Freight/Passenger ships - unrestricted")
- derde stuurman - vracht/passagiersschepen - onbeperkt ("Third mate - Freight/Passenger ships - unrestricted")
- stuurman - vracht/passagiersschepen - onbeperkt ("Deck officer - Freight/Passenger ships - unrestricted")
- klasse 2 scheepswerktuigkundige - vracht/passagiersschepen - onbeperkt handelsgebied ("Engineer officer - Freight/Passenger ships unlimited trading area")
- gediplomeerd technisch beheerder afvalverwerking (`certified technically competent person in waste management')
die leiden tot kwalificaties die zijn goedgekeurd als "National Vocational Qualifications" (NVQ), of in Schotland zijn goedgekeurd als "Scottish Vocational Qualifications", en behoren tot de niveaus 3 en 4 van het National Framework of Vocational Qualifications van het Verenigd Koninkrijk.
Deze niveaus komen overeen met de volgende omschrijvingen:
- niveau 3: Bekwaamheid voor een groot aantal uiteenlopende werkzaamheden in zeer verschillende omstandigheden, meestal met een complex karakter en geen routinewerk. Er is een grote verantwoordelijkheid en zelfstandigheid aan verbonden en vaak wordt verlangd dat men toezicht uitoefent op of leiding geeft aan anderen.
- niveau 4: Bekwaamheid voor een groot aantal complexe, technische of gespecialiseerde werkzaamheden in zeer verschillende omstandigheden en met een hoge mate van persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Dikwijls is men verantwoordelijk voor het werk van anderen en voor de verdeling van financiële middelen.
Bijlage 3. De lijst van opleidingen met een bijzondere structuur die is opgenomen in bijlage D van richtlijn 92/51 naar de tekst zoals deze bij die richtlijn is vastgesteld
[Vervallen per 21-12-2007]
Lijst van opleidingen met een bijzondere structuur, als bedoeld in artikel 3, onder b), eerste alinea, derde streepje van de richtlijn 92/51
In het Verenigd Koninkrijk
De gereglementeerde opleidingen die leiden tot kwalificaties die als "National Vocational Qualifications" (NVQ) zijn goedgekeurd, of in Schotland zijn goedgekeurd als "Scottish Vocational Qualifications", en die behoren tot de niveaus 3 en 4 van het National Framework of Vocational Qualifications van het Verenigd Koninkrijk.
Deze niveaus komen overeen met de volgende omschrijvingen:
- niveau 3: Bekwaamheid voor een groot aantal uiteenlopende werkzaamheden in zeer verschillende omstandigheden, meestal met een complex karakter en geen routinewerk. Er is een grote verantwoordelijkheid en zelfstandigheid aan verbonden en vaak wordt verlangd dat men toezicht uitoefent op of leiding geeft aan anderen.
- niveau 4: Bekwaamheid voor een groot aantal complexe, technische of gespecialiseerde werkzaamheden in zeer verschillende omstandigheden en met een hoge mate van persoonlijke verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Dikwijls is men verantwoordelijk voor het werk van anderen en voor de verdeling van financiële middelen.
In Duitsland
de volgende gereglementeerde opleidingen:
- die voor de beroepen technisch assistent ("Technischer/Technische Assistent(in)") en commercieel assistent ("Kaufmännischer/Kaufmännische Assistent(in)") en voor de sociale beroepen ("Soziale Berufe"), alsook voor het beroep van adem-, spraak- en stemleraar met een staatsdiploma ("Staatlich geprüfter Atem-, Sprech- und Stimmlehrer(in)"), met een totale duur van ten minste 13 jaar, die impliceren dat de eerste cyclus van het secundair onderwijs ("Mittlerer Bildungsabschluss") met succes werd voltooid en het volgende omvatten:
- hetzij ten minste drie jaar beroepsopleiding aan een vakschool ("Fachschule"), die met een examen wordt afgesloten, eventueel aangevuld met een specialisatiecyclus van één of twee jaar, die met een examen wordt afgesloten,
- hetzij ten minste twee en een half jaar beroepsopleiding aan een vakschool ("Fachschule"), die met een examen wordt afgesloten, aangevuld met ten minste zes maanden beroepspraktijk of ten minste zes maanden beroepsgerichte stage in een erkende instelling,
- hetzij ten minste twee jaar beroepsopleiding aan een vakschool ("Fachschule") die met een examen wordt afgesloten, aangevuld met ten minste één jaar beroepspraktijk of ten minste één jaar beroepsgerichte stage in een erkende instelling;
- die voor het beroep van technicus ("Techniker(in)"), bedrijfseconoom ("Betriebswirte(in)"), ontwerper ("Gestalter(in)") en gezinsverzorger ("Familienpfleger(in)") met een staatsdiploma ("Staatlich geprüft"), met een totale duur van ten minste 16 jaar, die impliceren dat het verplichte schoolonderwijs of een soortgelijke opleiding werd gevolgd (doorgaans negen jaar) en dat een opleiding aan een vakschool ("Berufsschule") van ten minste drie jaar met succes is voltooid, en het volgende omvatten: ten minste twee jaar praktijkervaring gevolgd door een opleiding van ten minste twee jaar voltijds of van een gelijkwaardige duur deeltijds;
- de gereglementeerde opleidingen en de gereglementeerde vervolgopleidingen, met een totale duur van ten minste 15 jaar, die gewoonlijk impliceren dat het verplichte schoolonderwijs (doorgaans negen jaar) en een beroepsopleiding (doorgaans drie jaar) werden gevolgd en gewoonlijk het volgende omvatten: ten minste twee jaar (doorgaans drie jaar) beroepspraktijk alsook een examen in het kader van de vervolgopleiding ter voorbereiding waarvan gewoonlijk begeleidende opleidingsmaatregelen worden genomen hetzij naast de beroepspraktijk (ten minste 1000 uren), hetzij voltijds (ten minste één jaar).
In Nederland
de volgende gereglementeerde opleidingen
- gereglementeerde opleidingscyclussen met een totale duur van ten minste vijftien jaar, die impliceren dat acht jaar basisonderwijs, plus vier jaar hetzij middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (MAVO), hetzij voorbereidend beroepsonderwijs (VBO), hetzij algemeen voortgezet onderwijs van een hoger niveau met succes is voltooid en dat een drie- of vierjarige opleiding in een school voor middelbaar beroepsonderwijs (MBO) is voltooid, die wordt afgesloten met een examen;
- gereglementeerde opleidingscyclussen met een totale duur van ten minste zestien jaar, die impliceren dat acht jaar basisonderwijs, plus minstens vier jaar voorbereidend beroepsonderwijs (VBO) of algemeen voortgezet van een hoger niveau met succes is voltooid en dat een beroepsopleiding van ten minste vier jaar in het leerlingwezen is voltooid, met ten minste één dag per week theoretisch onderwijs op school en de andere dagen een praktijkopleiding in een bedrijf of praktijkleerplaats, afgesloten met een examen van het secundaire of tertiaire niveau.
In Oostenrijk
- opleidingen die worden verstrekt in scholen voor hoger beroepsonderwijs ("berufsbildende höhere Schulen") en onderwijsinstellingen van een hoger niveau voor land- en bosbouw ("höhere land- und fortwirtschaftlichen Lehranstalten"), met inbegrip van de bijzondere vormen ("einschließlich der Sonderformen"), waarvan structuur en niveau zijn vastgesteld bij wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. Deze opleidingen hebben een totale duur van ten minste dertien jaar en omvatten vijf jaar beroepsopleiding, die wordt afgesloten met een eindexamen, dat het bewijs levert van vakbekwaamheid;
- opleidingen in meesterscholen ("Meisterschulen"), meesterklassen ("Meisterklassen"), industriële meesterscholen ("Werkmeisterschulen") of vakscholen voor bouwvakarbeiders ("Bauhandwerkerschulen"), waarvan structuur en niveau zijn vastgesteld bij wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. Deze opleidingen hebben een totale duur van ten minste dertien jaar, waarvan negen jaar verplicht schoolonderwijs gevolgd door hetzij ten minste drie jaar beroepsopleiding in een gespecialiseerde school, hetzij ten minste drie jaar opleiding in een bedrijf en parallel in een vakschool ("Berufsschule"), die beide afgesloten worden met een examen en aangevuld worden met een opleiding van ten minste één jaar in een meesterschool ("Meisterschule"), meesterklas ("Meisterklasse"), industriële meesterschool ("Werkmeisterschule") of vakschool voor bouwvakarbeiders ("Bauhandwerkerschule"). In de meeste gevallen bedraagt de totale duur ten minste vijftien jaar, waarvan perioden met werkervaring, die voorafgaand aan de opleidingen in deze instellingen werd opgedaan of wordt aangevuld met deeltijdse opleidingen (minstens 960 uren).