Bijlage 1. Examenstructuur ‘Nederland en de internationale milieuproblemen’
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Onderwerp voor het c.e. v.w.o. vanaf 1996
C. Benaderingswijze
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
De kandidaten moeten in staat zijn om voor een aantal regio's in Nederland de processen
die de milieuproblemen veroorzaken te beschrijven, te analyseren en te evalueren.
De benaderingswijze hierbij is als volgt:
-
1.
-
a. De kandidaten kunnen voor deze regio's beschrijven hoe het proces ingrijpt in het
fysiek milieu van deze regio's, en welke compartimenten erbij betrokken zijn.
-
b. De kandidaten kunnen de maatschappelijke en ruimtelijke effecten beschrijven van de
milieuproblemen in Nederland.
-
2. De kandidaten moeten voor de processen een verklaring kunnen geven op het juiste ruimtelijke
schaalniveau.
-
3. De kandidaten kunnen een oordeel geven over beleidsmaatregelen die tot doel hebben
om de milieuproblemen in Nederland op te lossen.
A. Verandering van klimaat
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Dit proces moet door de kandidaten worden beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd
voor:
Toelichting:
Door de verandering van het klimaat zal de zeespiegel gaan stijgen, waardoor het gebied
lager dan 1 meter n.a.p. met overstroming te maken kan krijgen. De compartimenten
grondstoffen, bodem, oppervlaktewater en grondwater zijn hierbij betrokken. Deze aantasting
van het milieu speelt op het mondiale schaalniveau.
B. Verzuring
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Dit proces moet door de kandidaten worden beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd
voor:
Toelichting:
Deze verontreiniging van het milieu speelt op het continentale en het regionale schaalniveau.
De Randstad heeft te maken met verzuring door het verkeer, de industrie, waaronder
olieraffinaderijen en de conventionele electriciteitscentrales. De zandgronden verzuren
door de intensieve veehouderij. De compartimenten atmosfeer, bodem en oppervlaktewater
hebben te maken met deze verontreiniging.
C. Vermesting
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Dit proces moet door de kandidaten worden beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd
voor:
Toelichting:
Deze verontreiniging van het milieu speelt op het fluviale en het regionale niveau.
De intensieve landbouw zorgt voor een eutrofiëring van het grondwater en het oppervlaktewater.
D. Verdroging
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Dit proces moet door de kandidaten worden beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd
voor:
Toelichting:
Deze uitputting van het milieu speelt op het regionale schaalniveau. De hoogveengebieden
verdrogen door de wateronttrekking door de landbouw op de aangrenzende zandgronden.
De bodem en de grondstoffen zijn de betrokken compartimenten.
E. Verspreiding
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Dit proces moet door de kandidaten worden beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd
voor:
Toelichting:
Dit proces speelt op het fluviale schaalniveau. De menselijke activiteiten in de stroomgebieden
van Maas, Rijn en Schelde veroorzaken deze vorm van verontreiniging. De betrokken
compartimenten zijn de bodem, het oppervlaktewater en de waterbodem.
D. Centrale begrippen
[Regeling vervallen per 31-12-2004]
Alleen begrippen die specifiek zijn voor dit onderwerp zijn vermeld. Relevante termen
en begrippen, die naar de gangbare mening van onderwijsgevenden tot de vaste geografische
basiskennis behoren, worden bekend verondersteld.
Algemeen:
fysiek milieu, milieuproblemen, duurzame ontwikkeling, beleid, verzuring, vermesting,
verdroging, verspreiding, economisch systeem, ecosysteem.
Per proces:
-
A. Verandering van klimaat:
broeikaseffect, ozonlaag, atmosfeer, stratosfeer, troposfeer, fossiele brandstoffen,
broeikasgassen als CO2, CFK's, CH4, NOx, zeespiegelstijging, ozon.
-
B. Verzuring:
intensieve landbouw, veevoedercomplex, nutriënten, nutriëntenbalans, eutrofiëring,
verzurende stoffen als SO2, NOx, NH4, droge depositie, natte depositie, aërosollen,
conventionele electriciteitscentrale, verkeersintensiteit, katalysator.
-
C. Vermesting:
stikstof, fosfor, kalium, kunstmest, intensieve landbouw, natte- en droge ecosystemen,
chemische verwering (zie ook verzuring).
-
D. Verdroging:
grondwaterstand, soortenrijkdom, inklinking, drinkwatervoorziening.
-
E. Verspreiding:
zware metalen, cadmium, koper, regiem, piekflow, ontbossingen, afvallozing, waterbodem,
koelwater, slibaanvoer.