U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 09-12-2024. Geldend van 02-08-2022 t/m 31-12-2023
Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomsten uit arbeid
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen de adviezen van de Sociale Verzekeringsraad van 4 juni 1992, nr. 922639, van 18 maart 1993, nr. 931476 en van 21 oktober 1993, nr. 935086;
Gelet op artikel 33, vijfde en zesde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en artikel 44, vijfde en zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
b. Waz: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
c. ZW: Ziektewet;
d. WW: Werkloosheidswet;
e. verlof: een tussen de werkgever en de werknemer voor een gedeelte of het geheel van de arbeidstijd overeengekomen periode, waarin de werknemer geen arbeid jegens de werkgever verricht, met uitzondering van verlof als bedoeld in de artikelen 4:2a en 6:3 van de Wet arbeid en zorg;
f. pensioen of prepensioen: een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;
g. loondervingsuitkeringen:
1°. uitkeringen op grond van de Werkloosheidswet;
2°. uitkeringen op grond van de Ziektewet;
3°. hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of de bezoldiging op grond van artikel 76a van de Ziektewet;
4°. uitkeringen op grond van de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
5°. uitkeringen bij ziekte of werkloosheid op grond van een regeling die geldt voor personen die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Ziektewet onderscheidenlijk artikel 6, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, van de Werkloosheidswet, niet op grond van die wet verzekerd zijn;
6°. een uit een dienstbetrekking voortvloeiende periodieke uitkering bij wijze van oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die voorafgaat aan die uitkering of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet;
7°. uitkeringen op grond van de wetgeving van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, of van Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, een andere Mogendheid of een volkenrechtelijke organisatie die naar aard en strekking overeenkomen met de uitkeringen, bedoeld onder 1° tot en met 6°;
8°. uitkeringen en inkomensvoorzieningen op grond van de Wet WIA, de WAO, de Waz en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die daarmee naar hun strekking overeenkomen.
1 Onder loon als bedoeld in de artikelen 44, tweede lid, van de WAO en 58, tweede lid, van de Waz wordt verstaan het loon in de zin van artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen voor de werknemer in de zin van die wet, met uitzondering van:
a. het loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;
b. loondervingsuitkeringen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de door de werkgever betaalde aanvullingen op die uitkeringen;
c. de eindheffingsbestanddelen, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.
2 Onder loon als bedoeld in de artikelen 44, tweede lid, van de WAO en 58, tweede lid, van de Waz, wordt tevens verstaan een van de volgende uitkeringen, indien deze wordt genoten omdat de betrokkene arbeid in dienstbetrekking verricht of heeft verricht:
a. een uitkering bij ziekte krachtens een regeling, die geldt voor personen, die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of b, van de ZW niet op grond van die wet verzekerd zijn;
b. een uitkering bij ziekte krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
c. een uitkering bij werkloosheid krachtens een regeling, die geldt voor personen, die op grond van artikel 6, onderdeel a of b, van de WW, niet op grond van die wet verzekerd zijn;
d. een uitkering bij werkloosheid krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
e. een uitkering als bedoeld in de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
f. een uitkering bij zwangerschap, bevalling, adoptie of pleegzorg krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
3 Indien de uitkering, bedoeld in het tweede lid, of een uitkering op grond van de ZW, de WW of hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg wegens het verrichten van arbeid in dienstbetrekking, door toedoen van de betrokkene of in verband met het doormaken van een wachtperiode geheel of gedeeltelijk niet wordt uitbetaald, wordt voor de vaststelling van het loon gehandeld alsof die uitkering wel volledig is uitbetaald.
4 Indien betrokkene recht heeft op een uitkering op grond van de ZW, de WW of hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg wegens het verrichten van arbeid in dienstbetrekking, wordt, vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin de uitkering aanvangt, tevens onder loon verstaan het loon dat werd genoten in het aangiftetijdvak voor het aangiftetijdvak waarin het recht ontstond op die uitkering.
5 Ingeval recht ontstaat op doorbetaling van loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of van bezoldiging als bedoeld in artikel 76a van de ZW, wordt vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin dat recht is ontstaan, tevens onder loon verstaan het loon dat werd genoten in het aangiftetijdvak voor het aangiftetijdvak waarin recht ontstond op die doorbetaling van loon of bezoldiging. Indien geen recht op doorbetaling van het loon of bezoldiging bestaat door toepassing van artikel 629, derde of negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of een algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 76b, eerste tot en met derde lid, van de ZW, wordt het loon of bezoldiging in aanmerking genomen als ware er wel recht op doorbetaling.
6 Indien recht bestaat op doorbetaling van het loon of bezoldiging die naar aard en strekking overeenkomt met loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of bezoldiging als bedoeld in artikel 76a van de ZW, wordt vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin dat recht is ontstaan, tevens onder loon verstaan het loon dat werd genoten in het aangiftetijdvak voor het aangiftetijdvak waarin recht ontstond op die doorbetaling van loon of bezoldiging. Indien geen recht op doorbetaling van het loon of bezoldiging bestaat op gronden die naar aard en strekking overeenkomen met artikel 629, derde of negende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 76b, eerste tot en met derde lid, van de ZW, wordt het loon of bezoldiging in aanmerking genomen als ware er wel recht op doorbetaling.
7 Indien betrokkene met verlof is dan wel pensioen of prepensioen ontvangt, wordt vanaf de eerste dag van het aangiftetijdvak waarin het verlof is aangevangen dan wel waarin het recht ontstond op pensioen of prepensioen, tevens onder loon verstaan het loon dat werd genoten in het aangiftetijdvak voor het aangiftetijdvak waarin het verlof is aangevangen dan wel waarin het recht op pensioen of prepensioen ontstond.
8 Bij de vaststelling van het loon worden het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in die tijdvakken opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag als bedoeld in artikel 1:1 van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten in aanmerking genomen, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in die tijdvakken niet in aanmerking worden genomen.
1 Onder inkomen als bedoeld in de artikelen 44, eerste lid, van de WAO en 58, eerste lid, van de Waz wordt verstaan:
a. het loon, bedoeld in artikel 2;
b. de volgende uitkeringen die worden genoten omdat betrokkene anders dan in dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht:
1°. een uitkering bij ziekte krachtens een regeling, die geldt voor personen, die op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel a of b, van de ZW niet op grond van die wet verzekerd zijn;
2°. een uitkering bij ziekte krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
3°. een uitkering bij werkloosheid krachtens een regeling, die geldt voor personen, die op grond van artikel 6, onderdeel a of b, van de WW, niet op grond van die wet verzekerd zijn;
4°. een uitkering bij werkloosheid krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
5°. een uitkering als bedoeld in de artikelen 6, 51 en 131 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
6°. een uitkering bij zwangerschap, bevalling, adoptie of pleegzorg krachtens de sociale wetgeving van een ander land;
c. het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964, voor zover de verzekerde niet als werknemer als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Wet financiering sociale verzekeringen, inkomen verdient, met uitzondering van:
1°. het loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964;
2°. loondervingsuitkeringen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de door de werkgever betaalde aanvullingen op die uitkeringen;
3°. de eindheffingsbestanddelen, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen b tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964;
d. het belastbaar loon of het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in paragraaf 3.3.1, onderscheidenlijk paragraaf 3.4.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 3.92 van die wet, voor zover de verzekerde geen werknemer is als bedoeld in de artikel 2, eerste lid, of onderdeel b;
e. de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in artikel 3.74 van die wet en vermeerderd met de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in artikel 3.79a van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van die wet, niet geacht worden te behoren tot de winst;
f. een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg aan de zelfstandige of de beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 3:17, eerste lid, onder a en b, van die wet, waaronder mede wordt verstaan een uitkering als bedoeld in artikel 4:2b, zevende lid, of artikel 6:3, zevende lid, van de Wet arbeid en zorg aan die persoon.
2 Indien een uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, of een uitkering op grond van de ZW, de WW of hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg die niet wordt genoten in verband met het verrichten van arbeid in dienstbetrekking, door toedoen van de betrokkene of in verband met het doormaken van een wachtperiode geheel of gedeeltelijk niet wordt uitbetaald, wordt voor de vaststelling van het inkomen gehandeld alsof die uitkering wel volledig is uitbetaald.
3 Indien de berekening van het resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, of de winst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, leidt tot een negatief bedrag, wordt het resultaat, onderscheidenlijk de winst op nihil gesteld.
4 Indien betrokkene recht heeft op een uitkering op grond van de ZW, de WW of hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg, wordt, indien deze niet wordt genoten in verband met het verrichten van arbeid in dienstbetrekking, tevens onder inkomen verstaan het inkomen dat laatstelijk werd genoten voor aanvang van de ongeschiktheid tot werken, de werkloosheid of het ontstaan van het recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg.
5 Indien betrokkene met verlof is dan wel pensioen of prepensioen ontvangt, wordt, indien betrokkene geen werknemer is in de zin van artikel 2, eerste lid, tevens onder inkomen verstaan het inkomen dat laatstelijk werd genoten voor aanvang van dat verlof, pensioen of prepensioen.
6 Bij de vaststelling van het inkomen wordt het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in die tijdvakken opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag als bedoeld in artikel 1:1 van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten in aanmerking, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in die tijdvakken niet in aanmerking worden genomen.
1 Het aan de persoon uit te betalen bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in de artikelen 2, derde, vierde, vijfde of zesde lid en 2a, tweede of vierde lid, wordt niet verder beperkt dan tot het volle bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, verminderd met het bedrag van een in artikel 2, vierde lid, of artikel 2a, vierde lid, bedoelde uitkering dan wel het op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ontvangen loon.
2 In afwijking van artikel 2, vierde, vijfde, zesde of zevende lid, en artikel 2a, vierde of vijfde lid, wordt bij een per aangiftetijdvak wisselend loon of inkomen, als loon of inkomen aangemerkt het gemiddelde van het loon of inkomen in de drie aangiftetijdvakken voor het aangiftetijdvak waarin:
a. recht ontstond op loondoorbetaling als bedoeld in artikel 2, vijfde of zesde lid,
b. recht ontstond op uitkering als bedoeld in artikel 2, vierde lid, of artikel 2a, vierde lid; of
c. waarin het pensioen, prepensioen of verlof, bedoeld in artikel 2, zevende lid of artikel 2a, vijfde lid, aanving.
1 Ten aanzien van de persoon:
a. op wie artikel 44, eerste lid, van de WAO en artikel 58, eerste lid, van de Waz van toepassing is;
b. voor wie loondispensatie is verkregen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 3:63 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten; en
c. die noodzakelijke persoonlijke ondersteuning geniet:
1º. als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; dan wel
2º. die voldoet aan dezelfde voorwaarden op grond waarvan persoonlijke ondersteuning genoten zou kunnen worden als bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten zoals dat artikellid luidde op de dag voordat het op grond van artikel 2.10 van de Wet invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is vervallen of als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, maar hiervoor niet in aanmerking komt, aangezien deze persoon reeds op grond van een andere regeling deze ondersteuning geniet,
is het tweede lid van toepassing.
2 Indien de som van het per dag tot uitbetaling komende bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering van de in het eerste lid bedoelde persoon en het door die persoon per dag genoten bedrag aan inkomen, minder bedraagt dan het bij de verrichte arbeid behorende rechtens geldende loon, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering verhoogd totdat deze som gelijk is aan dat rechtens geldende loon, doch ten hoogste tot 120% van het minimumloon.
3 Het tweede lid is eveneens van toepassing ten aanzien van de persoon die:
a. geen begeleiding meer op zijn werkplek heeft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de Wet sociale werkvoorziening, maar die wel voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, onderdeel a en b, zolang hij werkzaam blijft in de dienstbetrekking waarvoor die begeleiding was verkregen; of
b. geen noodzakelijke persoonlijke ondersteuning meer geniet als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, maar die wel voldoet aan de voorwaarden van het eerste lid, onderdeel a en b, zolang hij werkzaam blijft in de dienstbetrekking waarvoor die persoonlijke ondersteuning was verkregen.
4 Onder het in het tweede lid bedoelde minimumloon wordt verstaan het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of, indien het een persoon jonger dan 22 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet, gedeeld door 21,75. Indien werkgever en werknemer een arbeidsduur zijn overeengekomen die korter is dan de normale arbeidsduur dienen het in het tweede lid bedoelde rechtens geldende loon en het minimumloon naar evenredigheid te worden verminderd.
5 Aan de in het eerste lid bedoelde persoon wordt geen hoger bedrag aan arbeidsonge-schiktheidsuitkering uitbetaald dan het bedrag aan arbeidsongeschiktheidsuitkering dat tot uitbetaling zou zijn gekomen als artikel 44 van de WAO of artikel 58 van de Waz op die persoon niet van toepassing zouden zijn geweest.
Indien artikel 4, eerste of derde lid, van toepassing is, is artikel 44, eerste lid, van de WAO of artikel 58, eerste lid, van de Waz voor onbeperkte duur van toepassing.
De artikelen 2, zevende lid, en 2a, vijfde lid, zijn niet van toepassing op uitkeringen die zijn verleend voor de datum van inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 april 2009, nr. IVV/I/09/5652 tot wijziging van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomsten uit arbeid in verband met de bepaling van inkomsten uit arbeid tijdens een verlofperiode (Stcrt. 2009, 81) als degene die recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering met verlof is dan wel pensioen of prepensioen ontvangt, met dien verstande dat in geval van verlof de artikelen 2, zevende lid, en 2a, vijfde lid, buiten toepassing blijven tot het einde van die verlofperiode.
De artikelen 2, zevende lid, en 2a, vijfde lid, zijn niet van toepassing op de werknemer die een arbeidsovereenkomst als bedoeld in de hoofdstukken 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening is aangegaan en die:
a. in de periode van 1 mei 2009 tot 1 juli 2012 prepensioen is gaan ontvangen of
b. in de periode van 1 mei 2009 tot 1 juli 2012 de normpensioenleeftijd, bedoeld in artikel 1.1, onderdeel B, van het Pensioenreglement SW (in werking getreden op 1 januari 2006 en laatstelijk gewijzigd op 7 maart 2008) bereikt en op of na 1 juli 2012 prepensioen gaat ontvangen.
1 Deze regeling, zoals die luidde op de dag voor inwerkingtreding van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 december 2011, nr IVV/I/2011/22179, blijft van toepassing op de persoon op wie artikel 44 van de WAO of artikel 58 van de WAZ van toepassing was op die dag tot het moment dat dat artikel niet meer van toepassing is.
2 Ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, wordt tot het tijdstip, bedoeld in het eerste lid voor ‘inkomsten uit arbeid’ gelezen: inkomen.
Deze regeling berust op de artikelen 44, achtste lid, van de WAO en 58, zevende lid van de Waz.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 1993.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 15 februari 1994
Staatssecretaris
J. Wallage
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.