De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
Gelet op Richtlijn 91/321/EEG van de Commissie van 14 mei 1991 inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding (PbEG L 175), alsmede op artikel 13 van de Warenwet (Stb. 1988, 360), op artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet, en op artikel 10, eerste en tweede lid, van het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding;
Gezien de adviezen van de Adviescommissie Warenwet van 19 januari 1989 met nummer 14107/(24)15, van 17 oktober 1990 met nummer 14337/(1)5 en van 10 maart 1993 met nummer 14633/(3)5
§ 1. Algemene bepalingen
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 1
[Vervallen per 26-05-2007]
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a. zuigelingen:
kinderen jonger dan twaalf maanden;
- b. volledige zuigelingenvoeding:
voedingsmiddelen die speciaal zijn bedoeld als voeding voor gezonde zuigelingen in de eerste vier tot zes levensmaanden, en die volledig aan de voedingseisen van deze categorie personen voldoen;
- c. opvolgzuigelingenvoeding:
voedingsmiddelen die speciaal zijn bedoeld als voeding voor gezonde zuigelingen die ouder zijn dan vier maanden, en die het belangrijkste vloeibare bestanddeel vormen van de steeds gevarieerder wordende voeding van deze personen;
- d. residu van bestrijdingsmiddelen:
het residu in volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, van een gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, met inbegrip van de metabolieten daarvan en de producten die bij de afbraak of de reactie vrijkomen.
§ 2. Bereiding
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 2
[Vervallen per 26-05-2007]
Bij de bereiding van volledige zuigelingenvoeding en van opvolgzuigelingenvoeding wordt geen gebruik gemaakt van:
a. andere eiwitbronnen dan die bedoeld in de bijlagen I, II, III, V en VI;
b. andere bestanddelen van eet- of drinkwaren dan die waarvan op grond van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens is aangetoond dat zij geschikt zijn als specifieke voeding voor de desbetreffende zuigelingen; en
c. andere voedingsstoffen dan die bedoeld in bijlage III.
Artikel 3
[Vervallen per 26-05-2007]
Grondstoffen welke gebruikt worden bij de bereiding van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, voldoen aan de navolgende eisen:
a. vreemde bestanddelen, antibiotica daaronder begrepen, en andere verontreinigingen zijn niet aanwezig, met dien verstande dat:
1º bij de bepaling van antibiotica geen grotere groeiremming wordt aangetoond dan overeenkomt met:
A. 0,010 internationale eenheden penicilline per ml in door een melkveehouder aan een zuivelfabriek te leveren melk;
B. 0,003 internationale eenheden penicilline per ml in andere dan de onder A genoemde melk;
C. 0003 internationale eenheden penicilline per ml, berekend op melkbasis, in uit melk bereide produkten;
2º het gehalte aan aflatoxine M1 niet hoger is dan 0,05 µg per kg berekend op basis van melk;
b. de grondstof melk voldoet aan de desbetreffende wettelijke eisen;
c. het gehalte aan nitriet, berekend als nitriet-ion (NO2-), in wei en weipoeder en uit wei bereide produkten, is niet hoger dan 1 mg per kg berekend op de droge stof, met dien verstande, dat uit wei bereide produkten met een asgehalte van minder dan 4%, genoemd gehalte lager dan (E/13) x 0,5 mg per kg droge stof is, waarbij E staat voor het eiwitgehalte van het betrokken weiprodukt, berekend op de droge stof en met dien verstande dat voor produkten met een lager eiwitgehalte dan 135% een maximum gehalte van 0,5 mg per kg droge stof geldt;
d. in afwijking van onderdeel b is de zuurtegraad van de grondstof melk niet hoger dan:
1º 17,5°N, zulks uitsluitend voor al dan niet geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk en voor room, in geval van room berekend op de vetvrije waar;
2º 18,5 mmol natriumhydroxide per 100 g vetvrije droge stof, zulks uitsluitend voor geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde melk; en
e. een hoger gehalte aan lactaten, berekend op de vetvrije droge stof van de room, de al dan niet geheel of gedeeltelijk ontroomde melk en de geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde vormen daarvan, dan 100 mg per 100 g, is niet aanwezig.
§ 3. Samenstelling en andere aan de waar te stellen eisen
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 4
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 5
[Vervallen per 26-05-2007]
[Red: Vervallen.]
Artikel 6
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 6a
[Vervallen per 26-05-2007]
Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, die gereed zijn voor onmiddellijke consumptie of zijn gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant daarvan, bevatten ten hoogste:
a. 0,003 mg/kg residuen van de afzonderlijke in bijlage X genoemde bestrijdingsmiddelen;
b. de in bijlage XI vermelde residuen van de daar genoemde bestrijdingsmiddelen; en
c. 0,01 mg/kg residuen van andere afzonderlijke bestrijdingsmiddelen.
§ 4. Aanduiding
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 7
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 8
[Vervallen per 26-05-2007]
§ 5. Vermeldingen
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 9
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 10
[Vervallen per 26-05-2007]
Onverminderd het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen worden bij opvolgzuigelingenvoeding vermeldingen gebezigd, aangevende dat de waar:
a. alleen geschikt is om voor specifieke doeleinden te worden gebruikt als voeding voor zuigelingen die ouder zijn dan vier maanden;
b. slechts een onderdeel van een gevarieerde voeding mag zijn; en
c. gedurende de eerste vier levensmaanden niet mag worden gebruikt als vervanging van moedermelk.
Artikel 11
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 12
[Vervallen per 26-05-2007]
§ 6. Aanprijzing
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 13
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 14
[Vervallen per 26-05-2007]
2 Materiaal en apparatuur, bedoeld in het eerste lid, zijn niet voorzien van een handelsmerk van zuigelingenvoeding en worden slechts met inschakeling van het stelsel van de gezondheidszorg verspreid.
Artikel 15
[Vervallen per 26-05-2007]
Schenking of aflevering tegen lage prijzen van zuigelingenvoeding aan instellingen of organisaties, vindt slechts plaats ten behoeve van zuigelingen die met zuigelingenvoeding moeten worden gevoed, gedurende de periode dat die zuigelingen daaraan behoefte hebben.
§ 7. Slotbepalingen
[Vervallen per 26-05-2007]
Artikel 16
[Vervallen per 26-05-2007]
De Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel te Leusden is mede belast met het toezicht op de naleving door de bij haar aangeslotenen van de bij deze regeling gestelde voorschriften.
Artikel 16a
[Vervallen per 26-05-2007]
Als methoden van onderzoek welke bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of met betrekking tot zuigelingenvoeding of opvolgzuigelingenvoeding al dan niet is voldaan aan artikel 6a, worden aangewezen de algemeen aanvaarde gestandaardiseerde methoden.
Artikel 17
[Vervallen per 26-05-2007]
De Regeling zuigelingenvoeding (Warenwet) wordt ingetrokken.
Artikel 18
[Vervallen per 26-05-2007]
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 1994.
Artikel 19
[Vervallen per 26-05-2007]
Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling Zuigelingenvoeding. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
[Vervallen per 26-05-2007]
1. Energie
[Vervallen per 26-05-2007]
Essentiële samenstelling van volledige zuigelingenvoeding na oplossen volgens de instructies van de fabrikant
NB: De aangegeven waarden hebben betrekking op het gebruiksklare produkt.
Minimaal:
|
Maximaal:
|
------
|
|
250 kJ
|
315 kJ
|
(60 kcal/100 ml)
|
(75 kcal/100 ml)
|
2. Eiwitten
[Vervallen per 26-05-2007]
(Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,38) voor koemelkeiwit.(Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,25) voor fracties van soja-eiwit en partiële eiwithydrolysaten. Onder ``chemische index'' wordt verstaan de laagste waarde van de verhouding tussen de hoeveelheid van elk essentieel aminozuur van het onderzochte eiwit en de hoeveelheid van het overeenkomstige aminozuur van het referentie-eiwit.
2.1.
[Vervallen per 26-05-2007]
Van koemelkeiwit vervaardigde bereidingen
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-----
|
|
0,45 g100 kJ
|
0,7 g/100 kJ
|
(1,8 g/100 kcal)
|
(3 g/100 kcal)
|
Bij gelijkblijvende energiewaarde bevat de bereiding een beschikbare hoeveelheid van elk essentieel en semi-essentieel aminozuur die ten minste gelijk is aan de hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk zoals gedefinieerd in bijlage V); voor berekeningen mogen de concentraties van methionine en cystine echter worden opgeteld.
2.2.
[Vervallen per 26-05-2007]
Van partiële eiwithydrolysaten vervaardigde bereidingen
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-----
|
|
0,56 g100 kJ
|
0,7 g/100 kJ
|
(2,25 g/100 kcal)
|
(3 g/100 kcal)
|
Bij gelijkblijvende energiewaarde bevat de bereiding een beschikbare hoeveelheid van elk essentieel en semi-essentieel aminozuur die ten minste gelijk is aan de goeveelheid in het referentie-eiwit (moedeermelk zoals gedefinieerd in bijlage V); voor berekeningen mogen de concentraties van methionine en cystine echter worden opgeteld.
De eiwitrendementscoëfficiënt (PER) en de netto-eiwitbenutting (NPU) zijn ten minste gelijk aan die van caseïne. Het gehalte aan taurine is ten minste 10 µmol/100 kJ) (42 µmol/100 kcal) en het gehalte aan L-carnitine is ten minste 1,8 µmol/100 kJ (7,5 µmol/100 kcal).
2.3.
[Vervallen per 26-05-2007]
Uit soja-eiwit-isolaten of mengsels daarvan met koemelkeiwit vervaardigde bereidingen
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-----
|
|
0,56 g100 kJ
|
0,7 g/100 kJ
|
(2,25 g/100 kcal)
|
(3 g/100 kcal)
|
Bij de fabricage van deze bereidingen worden alleen soja-eiwit-isolaten gebruikt.De chemische index is ten minste 80 % van het referentie-eiwit (moedermelk) zoals gedefinieerd in bijlage VI).
Bij gelijkblijvende energiewaarde bevat het produkt een beschikbare hoeveelheid methionine die ten minste gelijk is aan de hoeveelheid in het referentie-eiwit (moedermelk, zoals gedefinieerd in bijlage V).
Het gehalte aan I-carnitine moet ten minste 1,8 µmol/100 kJ (7,5 µmol/100 kcal) zijn.
2.4.
[Vervallen per 26-05-2007]
In alle gevallen worden aminozuren alleen toegevoegd om de voedingswaarde van de eiwitten te verhogen in de voor dat doel noodzakelijke verhouding
3. Lipiden
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
----
|
|
1,05 g/100 kJ
|
1,5 g/100 kJ
|
(4,4 g/100 kcal)
|
(6,5 g/100 kcal)
|
3.1.
[Vervallen per 26-05-2007]
De volgende stoffen worden niet gebruikt:
- sesamolie,
- katoenzaadolie.
3.2. Laurinezuur
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-
|
15 % van het totale vetgehalte
|
3.3. Myristinezuur
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-
|
15 % van het totale vetgehalte
|
3.4. Linolzuur (in de vorm van glyceriden = linoleaten)
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
70 mg/100 kJ
|
285 mg/100 kJ
|
(300 mg/100 kcal)
|
(1 200 mg/100 kcal)
|
3.5.
[Vervallen per 26-05-2007]
Het gehalte aan alfa-linoleenzuur bedraagt ten minste 12 mg/100 kJ (50 mg/100 kcal). De verhouding linolzuur/alfa-linoleenzuur bedraagt ten minste 5 en ten hoogste 15.
3.6.
[Vervallen per 26-05-2007]
Het gehalte aan trans-isomeren van vetzuren bedraagt ten hoogste 4% van het totale vetgehalte.
3.7.
[Vervallen per 26-05-2007]
Het gehalte aan erucazuur bedraagt ten hoogste 1% van het totale vetgehalte.
3.8.
[Vervallen per 26-05-2007]
LC-PUFA's, dat wil zeggen meervoudig onverzadigde vetzuren met een lange keten (20 en 22 koostofatomen) mogen worden toegevoegd tot een gehalte van ten hoogste:
Het gehalte aan eicosapentaeenzuur (20:5 n-3) is niet hoger dan het gehalte aan docosahexaeenzuur (22:6 n-3).
4. Koolhydraten
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
1,7 g/100 kJ
|
3,4 g/100 kJ
|
(7 g/100 kcal)
|
(14 g/100 kcal)
|
4.1. Alleen de volgende koolhydraten worden gebruikt:
[Vervallen per 26-05-2007]
- lactos
- maltose,
- sucrose,
- maltodextrine,
- glucosestroop of gedehydrateerde glucosestroop of gedroogde of watervrije glucosestroop,
- voorgekookt zetmeel, van nature glutenvrij,
- gegelatineerd zetmeel, van nature glutenvrij.
4.2. Lactose
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,85 g/100 kJ
|
-
|
(3,5 g/100 kcal)
|
-
|
Deze bepaling geldt neit voor produkten waarin meer dan 50% van het totale eiwitgehalte bestaat uit sojaeiwit.
4.3. Sucrose
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-
|
20 % van het totale
|
|
koolhydraatgehalte
|
4.4. Voorgekookt zetmeel en/of gegelatineerd zetmeel
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
-
|
2 g/100 ml en 30% van het totale koolhydraatgehalte
|
5. Mineralen
[Vervallen per 26-05-2007]
5.1. Uit koemelkeiwit vervaardigde produkten
[Vervallen per 26-05-2007]
kcal
|
Per 100 kJ
|
Per 100
|
max.
|
min.
|
max.
|
min.
|
max.
|
|
|
|
|
|
Natrium (mg)
|
5
|
14
|
20
|
60
|
Kalium (mg)
|
15
|
35
|
60
|
145
|
Chloride (mg)
|
12
|
29
|
50
|
125
|
Calcium (mg)
|
12
|
-
|
50
|
-
|
Fosfor (mg)
|
6
|
22
|
25
|
90
|
Magnesium (mg)
|
1,2
|
3,6
|
5
|
15
|
IJzer (mg) (*)
|
0,12
|
0,36
|
0,5
|
|
1,5
|
|
|
|
|
Zink (mg)
|
0,12
|
0,36
|
0,5
|
|
1,5
|
|
|
|
|
Koper
|
4,8
|
19
|
20
|
80
|
Jood
|
1,2
|
-
|
5
|
-
|
Seleen (µg) (*)
|
-
|
0,7
|
-
|
3
|
(*) Grenswaarden voor produkten met toegevoegd ijzer
(*) Deze grenswaarden gelden voor bereidingen met toegevoegd seleen
De verhouding calcium/fosfor is minimaal 1,2 en maximaal 2,0.
5.2. Uit sojaeiwit of een mengsel daarvan met koemelkeiwit vervaardigde produkten
[Vervallen per 26-05-2007]
Voor deze produkten gelden alle bij punt 5.1 vermelde eisen, behalve die voor ijzer en zink, waarvoor de eisen als volgt zijn.
kcal
|
Per 100 kJ
|
Per 100
|
max.
|
min.
|
max.
|
min.
|
max.
|
|
|
|
|
|
IJzer (mg)
|
0,25
|
0,5
|
1
|
2
|
Zink (mg)
|
0,18
|
0,6
|
0,75
|
2,4
|
6. Vitamines
[Vervallen per 26-05-2007]
kcal
|
Per 100 kJ
|
Per 100
|
max.
|
min.
|
max.
|
min.
|
max.
|
|
|
|
|
|
Vitamine A (µg-RE) (*)
|
14
|
43
|
60
|
180
|
Vitamine D (µg) (*)
|
0,25
|
0,65
|
1
|
|
2,5
|
|
|
|
|
Thiamine (µg)
|
10
|
-
|
40
|
-
|
Riboflavine (µg)
|
14
|
-
|
60
|
-
|
Niacine (mg-NE)
|
0,2
|
-
|
0,8
|
-
|
Pantotheenzuur (µg)
|
70
|
-
|
300
|
-
|
Vitamine B/\6\/ (µg)
|
9
|
-
|
35
|
-
|
Biotine (µg)
|
0,4
|
-
|
1,5
|
-
|
Foliumzuur (µg)
|
1
|
-
|
4
|
-
|
Vitamine B/\12\/ (µg)
|
0,025
|
-
|
0,1
|
-
|
Vitamine C (µg)
|
1,9
|
-
|
8
|
-
|
Vitamine K (µg)
|
1
|
-
|
4
|
-
|
Vitamine E (mg Ó-TE) (*)
|
0,5/g
|
|
0,5/g
|
|
|
meervoudige
|
meervoudige
|
|
onverzadigde
|
onverzadigde
|
|
vetzuren,
|
vetzuren,
|
|
uitgedrukt
|
uitgedrukt
|
|
als
|
als
|
|
linolzuur,
|
|
|
maar in geen
|
maar in geen
|
|
geval minder dan
|
geval minder dan
|
|
dan 0,1 mg
|
0,5 mg
|
|
per 100
|
per 100
|
|
beschikbare kJ
|
beschikbare kcal
|
(*) RE = all transretinol-equivalent
(*) In de vorm van cholecalciferol, waarvan 10µg = 400 i.e. vitamine D
(*) [alpha]-TE = d-[alpha]-tocoferol-equivalent
7. De volgende nucleotiden mogen worden toegevoegd:
[Vervallen per 26-05-2007]
|
Maximaal (*)
|
|
|
mg/100 kJ
|
mg/100 kcal
|
|
|
|
Cytidine-5'-monofosfaat
|
0,60
|
2,50
|
Uridine-5'-monofosfaat
|
0,42
|
1,75
|
Adenosine-5'-monofosfaat
|
0,36
|
1,50
|
Guanosine-5'-monofosfaat
|
0,12
|
0,50
|
Inosine-5'-monofosfaat
|
0,24
|
1,00
|
(*) De totale nucleotide-concentratie is ten hoogste 1,2 mg/100 kJ (5 mg/100 kcal)
[Vervallen per 26-05-2007]
Essentiële samenstellingen van opvolgzuigelingenvoeding na oplossen volgens de instructies van de fabrikant
NB: De aangegeven waarden hebben betrekking op het gebruiksklare produkt.
1. Energie
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
250 kJ/100 ml
|
335 kJ/100 ml
|
(60 kcal/100 ml)
|
(80 kcal/100 ml)
|
2. Eiwitten
[Vervallen per 26-05-2007]
(Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,38) koemelkeiwit.
(Eiwitgehalte = stikstofgehalte x 6,25) voor soja-eiwit-isolaten.
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,5 g/100 kJ
|
1 g/100 kJ
|
(2,25 g/100 kcal)
|
(4,5 g/100 kcal)
|
De chemische index van de aanwezige eiwitten is ten minste gelijk aan 80% van die van het referentie-eiwit (caseïne of moedermelkeiwit zoals gedefinieerd in bijlage VI). Onder "chemische index" wordt verstaan de laagste waarde van de verhouding tussen de hoeveelheid van elk essentieel aminozuur van het onderzochte eiwit en de hoeveelheid van het overeenkomstige aminozuur van het referentie-eiwit.
Bij gelijkblijvende energiewaarde bevat de waar een beschikbare hoeveelheid methionine die ten minste gelijk is aan de hoeveelheid in moedermelk zoals gedefinieerd in bijlage V.
Voor opvolgzuigelingenvoeding, die uit sojaeiwit of een mengsel daarvan met koemelkeiwit wordt vervaardigd, worden alleen soja-eiwit-isolaten gebruikt.
Aminozuren mogen om de voedingswaarde van de eiwitten te verhogen en in de voor dat doel noodzakelijke verhoudingen aan opvolgzuigelingenvoeding worden toegevoegd.
3. Lipiden
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,8 g/100 kJ
|
1,5 g/100 kJ
|
(3,3 g/100 kcal)
|
(6,5 g/100 kcal)
|
3.1.
[Vervallen per 26-05-2007]
De volgende stoffen worden niet gebruikt:
– sesamolie,
– katoenzaadolie.
3.2. Laurinezuur
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
–
|
15% van het totale vetgehalte
|
3.3. Myristinezuur
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
–
|
15% van het totale vetgehalte
|
3.4. Linolzuur (in de vorm van glyceriden = linoleaten)
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
70 mg/100 kJ (300 mg/100 kcal): deze grenswaarde is alleen van toepassing voor opvolgzuigelingenvoeding die plantaardige olie bevat
|
–
|
3.5.
[Vervallen per 26-05-2007]
Het gehalte aan trans-isomeren van vetzuren is ten hoogste 4% van het totale vetgehalte.
3.6.
[Vervallen per 26-05-2007]
Het gehalte aan erucazuur is ten hoogste 1% van het totale vetgehalte.
4. Koolhydraten
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
1,7 g/100 kJ
|
3,4 g/100 kJ
|
(7 g/100 kcal)
|
(14 g/100 kcal)
|
4.1.
[Vervallen per 26-05-2007]
Gluten bevattende bestanddelen worden niet gebruikt.
4.2. Lactose
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,45 g/100 kJ
|
–
|
(1,8 g/100 kcal)
|
|
Deze bepaling geldt niet voor opvolgzuigelingenvoeding waarvan meer dan 50% van het totale eiwitgehalte bestaat uit soja-eiwit-isolaten.
4.3. Sucrose-fructose, honing
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
–
|
afzonderlijk of in totaal: 20% van het totale koolhydraatgehalte
|
5. Mineralen
[Vervallen per 26-05-2007]
|
Per 100 kJ
|
Per 100 kcal
|
|
min.
|
max.
|
min.
|
max.
|
IJzer mg
|
0,25
|
0,5
|
1
|
2
|
Jood (µg)
|
1,2
|
–
|
5
|
–
|
5.2. Zink
5.2.1. Volledig uit koemelk vervaardigde opvolgzuigelingenvoeding
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,12 mg/100 kJ
|
–
|
(0,5 mg/100 kcal)
|
|
5.2.2. Opvolgzuigelingenvoeding die van soja-eiwit-isolaten of mengsels daarvan met koemelk bevat
[Vervallen per 26-05-2007]
Minimaal:
|
Maximaal:
|
0,18 mg/100 kJ
|
–
|
(0,75 mg/100 kcal)
|
|
5.3. Overige mineralen
[Vervallen per 26-05-2007]
De concentraties zijn ten minste gelijk aan de normaal in koemelk aangetroffen concentraties, eventueel verlaagd in de dezelfde verhouding als die tussen de eiwitconcentratie van de opvolgzuigelingenvoeding en die van koemelk. Bijlage VII bevat ter indicatie de normale samenstelling van koemelk.
5.4.
[Vervallen per 26-05-2007]
De verhouding calcium/fosfor is niet groter dan 2,0
6. Vitamines
[Vervallen per 26-05-2007]
|
Per 100 kJ
|
Per 100 kcal
|
|
min.
|
max.
|
min.
|
max.
|
Vitamine A (µg-RE) (*)
|
14
|
43
|
60
|
180
|
Vitamine D (µg) (*)
|
0,25
|
0,75
|
1
|
3
|
Vitamine C (mg)
|
1,9
|
–
|
8
|
–
|
Vitamine E (mg Ó-T) (*)
|
0,5/g meervoudig onverzadigde vetzuren, uitgedrukt als linolzuur, maar in geen geval minder dan 0,1 mg per 100 beschikbare kJ
|
0,5/g meervoudig onverzadigde vetzuren, uitgedrukt als linolzuur, maar in geen geval minder dan 0,5 mg per 100 kcal
|
(*) RE = all transretinol-equivalent
(*) In de vorm van cholecalciferol, waarvan 10µg = 400 i.e. vitamine D
(*) [alpha]-TE = d-[alpha]-tocoferol-equivalent
7. De volgende nucleotiden mogen worden toegevoegd:
[Vervallen per 26-05-2007]
|
Maximaal (*)
|
|
|
mg/100 kJ
|
mg/100 kcal
|
Cytidine-5'-monofosfaat
|
0,60
|
2,50
|
Uridine-5'-monofosfaat
|
0,42
|
1,75
|
Adenosine-5'-monofosfaat
|
0,36
|
1,50
|
Guanosine-5'-monofosfaat
|
0,12
|
0,50
|
Inosine-5'-monofosfaat
|
0,24
|
1,00
|
(*) De totale nucleotide-concentratie is ten hoogste 1,2 mg/100 kJ (5 mg/100 kcal)
Bijlage III. (Bij artikel 2, onder a en c, en artikel 11, tweede lid, onder a)
[Vervallen per 26-05-2007]
1. Vitamines
Vitamine
|
Vitamineformulering
|
Vitamine A
|
Retinyl-acetaat
Retinyl-palmitaat
Beta-caroteen
Retinol
|
Vitamine D
|
Vitamine D2(ergocalciferol)
Vitamine D3 (cholecalciferol)
|
Vitamine B1
|
Thiamine-waterstofchloride
Thiaminemononitraat
|
Vitamine B2
|
Riboflavine
Riboflavine-5'-natriumfosfaat
|
Niacine
|
Nicotinamide
Nicotinezuur
|
Vitamine B6
|
Pyridoxine-waterstofchloridesfaat
Pyridoxal-5'-fosfaat
|
Folaat
|
Foliumzuur
|
Pantotheenzuur
|
Calcium-D-pantothenaat
Natrium-D-pantothenaat
Dexpanthenol
|
Vitamine B12
|
Cyanocobalamine
Hydroxocobalamine
|
Biotine
|
D-Biotine
|
Vitamine C
|
L-ascorbinezuurKaliumascorbaat
Natrium-L-ascorbaat
Calcium-L-ascorbaat
6-Palmityl-L-ascorbinezuur (ascorbylpalmitaat)
|
Vitamine E
|
D-alfa-tocoferol
DL-alfa-tocoferol
D-alfa-tocoferylacetaat
DL-alfa-tocoferylacetaat
|
Vitamine K
|
Fyllochinon (Fytomenadion)
DL-alfa-tocoferylacetaat
|
2. Mineralen
Mineralen
|
Toegelaten zouten
|
Calcium (Ca)
|
Calciumcarbonaat
Calciumchloride
Calciumzouten van citroenzuur
Calciumgluconaat
Calciumglycerofosfaat
Calciumlactaat
Calciumzouten van orthofosforzuur
Calciumhydroxide
|
Magnesium (Mg)
|
Magnesiumcarbonaat
Magnesiumchloride
Magnesiumoxide
Magnesiumzouten van orthofosforzuur
Magnesiumsulfaat
Magnesiumgluconaat
Magnesiumhydroxide
Magnesiumzouten van citroenzuur
|
IJzer (Fe)
|
Ferro-citraat
Ferro-lactaat
Ferro-sulfaat
Ferri-difosfaat
Ferro-fumaraat
Ferri-ammoniumcitraat
Ferro-gluconaat
|
Koper (Cu)
|
Cupri-citraat
Cupri-gluconaat
Cupri-sulfaat
Koper-lysine complex
Kopercarbonaat
|
Jood (I)
|
Kaliumjodide
Natriumjodide
Kaliumjodaat
|
Mangaan (Mn)
|
Mangaancarbonaat
Mangaanchloride
Mangaancitraat
Mangaansulfaat
Mangaangluconaat
|
Natrium (Na)
|
Natriumbicarbonaat
Natriumchloride
Natriumzouten van citroenzuur
Natriumgluconaat
Natriumcarbonaat
Natriumlactaat
Natriumzouten van orthofosforzuur
Natriumhydroxide
|
Kalium (K)
|
Kaliumbicarbonaat
Kaliumcarbonaat
Kaliumchloride
Kaliumzouten van citroenzuur
Kaliumgluconaat
Kaliumlactaat
Kaliumzouten van orthofosforzuur
Kaliumhydroxide
|
Zink (Zn)
|
Zinkacetaat
Zinkchloride
Zinklactaat
Zinksulfaat
Zinkzouten van citroenzuur
Zinkgluconaat
Zinkoxide
|
Seleen
|
Natriumselenaat
Natriumseleniet
|
3. Aminozuren en andere stikstofverbindingen
L-arginine en zijn waterstofchloride
|
L-cystine en zijn waterstofchloride
|
L-histidine en zijn waterstofchloride
|
L-isoleucine en zijn waterstofchloride
|
L-leucine en zijn waterstofchloride
|
L-lysine en zijn waterstofchloride
|
L-methionine
|
L-fenylalanine
|
L-threonine
|
L-tryptofaan
|
L-tyrosine
|
L-valine
|
L-carnitine en zijn waterstofchloride
|
Taurine
|
Cytidine-5'-monofosfaat en zijn natriumzout
|
Uridine-5'-monofosfaat en zijn natriumzout
|
Adenosine-5'-monofosfaat en zijn natriumzout
|
Guanosine-5'-monofosfaat en zijn natriumzout
|
Inosine-5'-monofosfaat en zijn natriumzout
|
4. Overige
Choline
|
Cholinechloride
|
Cholinecitraat
|
Cholinebitartraat
|
Inositol
|
[Vervallen per 26-05-2007]
Criteria voor de samenstelling van volledige zuigelingenvoeding waarbij bepaalde vermeldingen zijn toegelaten
Vermelding over
|
Voorwaarden waaronder de vermelding is toegelaten
|
1. Aangepast eiwit
|
Het eiwitgehalte is lager dan 0,6 g/100 kJ (2,5 g/100 kcal) en de verhouding wei-eiwit/caseïne niet lager dan 1,0
|
2. Laag natriumgehalte
|
Het natriumgehalte is lager dan 9 mg/100 kJ (39 mg/100 kcal)
|
3. Saccharosevrij
|
Bevat geen saccharose
|
4. Uitsluitend lactose
|
Lactose is het enige koolhydraat aanwezig
|
5. Lactosevrij
|
Bevat geen lactose
|
6. Verrijkt met ijzer
|
IJzer is toegevoegd
|
7. Verminderd risico op allergie voor melkeiwitten, waarbij begrippen mogen worden gebruikt die wijzen op gereduceeerde antigene of gereduceerde allergene eigenschappen.
|
a. De bereiding voldoet aan de eisen van punt 2.3 van bijlage I en de hoeveelheid immuunreactief eiwit, bepaald met algemeen als geschikt erkende methoden, is minder dan 1% van de stikstofhoudende stoffen in de bereiding.
b. Op het etiket wordt vermeld dat het produkt niet gebruikt mag worden door zuigelingen die allergisch zijn voor de intacte eiwitten waarvan het is vervaardigd, tenzij met behulp van algemeen erkend klinisch onderzoek is aangetoond dat er tolerantie voor de bereiding is bij meer dan 90% van de zuigelingen (betrouwbaarheidsinterval 95%) die overgevoelig zijn voor de eiwitten waarvan het hydrolysaat is vervaardigd.
c. De bereiding veroorzaakt oraal toegediend bij dieren geen sensibilisatie voor de intacte eiwitten waarvan de bereiding is vervaardigd.
d. De vermeldingen moet met objectieve en wetenschappelijk aangetoonde gegevens kunnen worden gestaafd.
|
[Vervallen per 26-05-2007]
Essentiële en semi-essentiële aminozuren in moedermelk
Het gehalte aan essentiële en semi-essentiële aminozuren van moedermelk, uitgedrukt in mg per 100 kJ en 100 kcal, is als volgt:
|
Per 100 kJ
|
Per 100 kcal
|
Arginine
|
16
|
69
|
Cystine
|
6
|
24
|
Histidine
|
11
|
45
|
Isoleucine
|
17
|
72
|
Leucine
|
37
|
156
|
Lysine
|
29
|
122
|
Methionine
|
7
|
29
|
Fenylalanine
|
15
|
62
|
Threonine
|
19
|
80
|
Tryptofaan
|
7
|
30
|
Tyrosine
|
14
|
59
|
Valine
|
19
|
80
|
Bijlage VI. (Bij artikel 2, onder a. 4, tweede lid, en 11, eerste lid, onder c)
[Vervallen per 26-05-2007]
Aminozuursamenstelling van caseine en moedermelkeiwit
De aminozuursamenstelling van caseïne en moedermelkeiwit (g/100 g eiwit) is als volgt:
|
Caseïne
|
Moedermelk (*)
|
Arginine
|
3,7
|
3,8
|
Cystine
|
0,3
|
1,3
|
Histidine
|
2,9
|
2,5
|
Isoleucine
|
5,4
|
4,0
|
Leucine
|
9,5
|
8,5
|
Lysine
|
8,1
|
6,7
|
Methionine
|
2,8
|
1,6
|
Fenylalanine
|
5,2
|
3,4
|
Threonine
|
4,7
|
4,4
|
Tryptofaan
|
1,6
|
1,7
|
Tyrosine
|
5,8
|
3,2
|
Valine
|
6,7
|
4,5
|
[Vervallen per 26-05-2007]
Mineralen in koemelk
Als referentie gelden de volgende gehaltes aan mineralen van koemelk, uitgedrukt per 100 g vetvrije droge stof en per g eiwit:
|
Per 100 g VDS
|
Per g eiwit
|
Natrium (mg)
|
550
|
15
|
Kalium (mg)
|
1680
|
43
|
Chloride (mg)
|
1050
|
28
|
Calcium (mg)
|
1350
|
35
|
Fosfor (mg)
|
1070
|
28
|
Magnesium (mg)
|
135
|
3,5
|
Koper (µg)
|
225
|
6
|
Jood
|
niet gespecificeerd
|
niet gespecificeerd
|
Bijlage VIII
[Vervallen per 26-05-2007]
[Red: Vervallen.]
[Vervallen per 26-05-2007]
Referentiewaarden voor de voedingswaarde-etikettering van voor zuigelingen en peuters bestemde eet- en drinkwaren
Voedingsstof
|
Referentie waarde
|
etikettering
|
|
|
|
Vitamine A
|
(µg)
|
400
|
Vitamine D
|
(µg)
|
10
|
Vitamine C
|
(mg)
|
25
|
Thiamine
|
(mg)
|
0,5
|
Riboflavine
|
(mg)
|
0,8
|
Niacine
|
(mg-NE)
|
9
|
Vitamine B6
|
(mg)
|
0,7
|
Foliumzuur
|
(µg)
|
100
|
Vitamine B12
|
(µg)
|
0,7
|
Calcium
|
(mg)
|
400
|
IJzer
|
(mg)
|
6
|
Zink
|
(mg)
|
4
|
Jodium
|
(µg)
|
70
|
Seleen
|
(µg)
|
10
|
Koper
|
(mg)
|
0,4
|
Bijlage X
[Vervallen per 26-05-2007]
Deze bijlage behoort bij artikel 6a, onder a.
De in artikel 6a, onder a, bedoelde bestrijdingsmiddelen en omschrijving van de desbetreffende residuen zijn:
Scheikundige naam van de stof (omschrijving van de residuen)
disulfoton (som van disulfoton, disulfotonsulfoxide en disulfotonsulfon, uitgedrukt als disulfoton)
fensulfothion (som van fensulfothion, het zuurstofanalogon daarvan en de sulfonen van deze stoffen, uitgedrukt als fensulfothion)
fentin, uitgedrukt als trifenyltin-kation
haloxyfop (som van haloxyfop en de zouten en esters daarvan, met inbegrip van conjugaten, uitgedrukt als haloxyfop)
heptachloor en trans-heptachloor-epoxide, uitgedrukt als heptachloor
hexachloorbenzeen
nitrofeen
omethoaat
terbufos (som van terbufos, het sulfoxide en het sulfon ervan, uitgedrukt als terbufos)
aldrin en dieldrin, uitgedrukt als dieldrin
endrin
Bijlage XI
[Vervallen per 26-05-2007]
Deze bijlage behoort bij artikel 6a, onder b.
De in artikel 6a, onder b, bedoelde bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen zijn:
Scheikundige naam van de stof
|
Maximumgehalte aan residuen (mg/kg)
|
cadusafos
|
0,006
|
demeton-S-methyl/demeton-S-methylsulfon/oxidemeton-methyl (afzonderlijk of in combinatie, uitgedrukt als demeton-S-methyl
|
0,006
|
ethoprofos
|
0,008
|
fipronil (som van fipronil en fipronil-desulfinyl, uitgedrukt als fipronyl)
|
0,004
|
propineb/propyleenthioureum (som van propineb en propyleenthioureum)
|
0,006
|