Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het belang van de arbeidsbescherming en van de veiligheid van de vaart, gewenst is, wettelijke regelen vast te stellen inzake de rusttijden van bemanningsleden, de samenstelling van de bemanning en de vaartijden van schepen op binnenwateren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
[Vervallen per 01-07-2009]
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
a. Onze Ministers: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
b. bemanningslid: een ieder, die zich als schipper, stuurman, machinist, volmatroos, matroos-motordrijver, matroos, of lichtmatroos aan boord van een schip bevindt;
c. werkgever:
1°. degene jegens wie de gezagvoerend schipper krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid, behalve indien die gezagvoerend schipper aan een derde ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van arbeid, welke die derde gewoonlijk doet verrichten;
2°. degene aan wie de gezagvoerend schipper ter beschikking is gesteld voor het verrichten van arbeid, bedoeld onder 1°;
3°. degene die zonder werkgever in de zin van 1° of 2° te zijn, de gezagvoerend schipper onder zijn gezag arbeid doet verrichten;
d. binnenwateren: de wateren die in Nederland zijn gelegen binnen een langs de Nederlandse kust gaande, bij algemene maatregel van bestuur aangewezen lijn;
e. schip: een binnenschip of een ander vaartuig dat de onder d bedoelde wateren bevaart, alsmede een drijvend werktuig;
f. zeeschip: een schip dat voor de vaart op zee is toegelaten en daartoe over de geldige certificaten beschikt;
g. drijvend werktuig: een drijvend bouwsel met mechanische installaties, dat is bestemd om op de onder d bedoelde wateren te worden gebruikt, zoals een baggermolen, een elevator, een bok of een kraan, met uitzondering van baggerwerkzaamheden als bedoeld in het Arbeidstijdenbesluit.
h. Herziene Rijnvaartakte: de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte, met Bijlagen en slotprotocol, (Trb. 1955, 161), zoals deze sedertdien is gewijzigd;
i. havensleepboot: vaartuig met eigen mechanische aandrijving dat voor het slepen, het duwen of het assisteren van zeeschepen is gebouwd of uitgerust;
j. verwerken van persoonsgegevens, onderscheidenlijk verantwoordelijke: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 2
[Vervallen per 01-07-2009]
Het bij of krachtens deze wet bepaalde is van toepassing op schepen op binnenwateren.
Artikel 3
[Vervallen per 01-01-1996]
Artikel 4
[Vervallen per 01-07-2009]
Deze wet is niet van toepassing met betrekking tot:
a. vlotten;
b. schepen, bestemd tot het redden van drenkelingen;
c. schepen van de krijgsmacht;
d. schepen, bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen, met een laadvermogen van minder dan 15 ton;
e. schepen, niet bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen, met een waterverplaatsing van minder dan 15 m3, niet zijnde veren en niet zijnde schepen, bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen, buiten de bemanning;
f. schepen, bestemd of gebezigd voor het bedrijfsmatig vervoer van 12 of minder personen, buiten de bemanning, niet zijnde veren;
g. schepen, waarmede uitsluitend niet-beroepsmatig wordt gevaren;
h. zeevissersschepen;
i. zeeschepen, niet zijnde havensleepboten,
1°. die gebruik dienen te maken van de diensten van een loods en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11, van de Scheepvaartverkeerswet, op de Westerschelde, haar mondingen of op het Kanaal van Gent naar Terneuzen, met uitzondering van zeeschepen die zich bevinden op de scheepvaartweg van Rotterdam tot aan Gorinchem;
2°. die van de loodsplicht zijn vrijgesteld op grond van artikel 10, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet of artikel 9, tweede lid van het Scheldereglement, of waarvoor ontheffing is verleend op grond van artikel 10, derde lid, van die wet, of artikel 9, vierde lid, van dat reglement en zich bevinden op de scheepvaartwegen, bedoeld onder 1°;
3°. die zich bevinden in de haven van Scheveningen.
Artikel 5
[Vervallen per 01-07-2009]
3 Ter uitvoering van bij of krachtens de maatregel, bedoeld in het eerste lid, gestelde regels worden persoonsgegevens betreffende de gezondheid verwerkt. De verwerking van deze gegevens vindt plaats teneinde te kunnen beoordelen of een bemanningslid voldoet of niet meer voldoet aan de bij of krachtens de maatregel gestelde vereisten betreffende de lichamelijke geschiktheid. Onze Minister is verantwoordelijke voor deze verwerking.
Artikel 5a
[Vervallen per 01-07-2009]
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden ter uitvoering van de Herziene Rijnvaartakte regels gesteld betreffende:
a. de vaartijden en bemanningssterkte en de hiermee verband houdende eisen voor schepen en voor uitrustingsstukken van schepen die de Rijn in Nederland, met inbegrip van de Waal en de Lek, bevaren;
b. de afgifte van de met de in onderdeel a bedoelde regels samenhangende documenten;
c. de procedure van typegoedkeuring van uitrustingsstukken van schepen die de in onderdeel a genoemde scheepvaartwegen bevaren;
d. de instellingen en bedrijven en de erkenning daarvan, die de installatie of reparatie verrichten van uitrustingsstukken van schepen die de in onderdeel a genoemde scheepvaartwegen bevaren;
e. de instellingen en de autoriteiten in Nederland die belast zijn met de uitvoering van deze regels.
Artikel 6
[Vervallen per 01-07-2009]
1 Onze Minister kan ten aanzien van bepaalde groepen van bemanningsleden dan wel van bepaalde categorieën schepen, vrijstelling verlenen van het krachtens artikel 5, eerste lid, bepaalde.
Artikel 7
[Vervallen per 01-07-2009]
3
Artikel 6, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. Een ontheffing kan voorts worden ingetrokken indien een of meer van de daaraan verbonden voorschriften niet wordt of worden nageleefd.
Artikel 8
[Vervallen per 01-07-2009]
Tegen een eis als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, kan een belanghebbende administratief beroep instellen bij Onze Minister.
Artikel 9
[Vervallen per 01-07-2009]
Onze Minister stelt de vergoeding vast die verschuldigd is voor de kosten van de stukken, bij of krachtens deze wet opgemaakt alsmede de vergoeding, verschuldigd voor de kosten van de behandeling van een ontheffingsaanvraag.
Artikel 10
[Vervallen per 01-07-2009]
Onze Minister pleegt overleg over de hoofdlijnen van het beleid inzake de onderwerpen de uitvoering van deze wet betreffende met de naar zijn oordeel representatieve organisaties van ondernemers en werknemers in de binnenvaart.
Artikel 11
[Vervallen per 01-07-2009]
2 Indien andere dan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren worden aangewezen, die ressorteren onder een andere minister, wordt het besluit tot aanwijzing van die ambtenaren genomen door Onze Minister, in overeenstemming met die andere minister.
Artikel 12
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 13
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 14
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 15
[Vervallen per 01-01-1995]
Artikel 16
[Vervallen per 01-07-2009]
1 De gezagvoerend schipper en diens werkgever zijn verplicht tot naleving van de krachtens artikel 5, eerste lid, onderdelen a tot en met d, gestelde regels en onderdeel e, gestelde eisen alsmede van de tot de gezagvoerend schipper en diens werkgever gerichte, krachtens artikel 5, eerste lid, onderdeel f, gestelde regels en de krachtens de artikelen 6, tweede lid, en 7, tweede lid, aan een vrijstelling onderscheidenlijk ontheffing verbonden voorschriften.
Artikel 17
[Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 18
[Vervallen per 01-07-2009]
1 Met de opsporing van de bij of krachtens deze wet en de bij de Herziene Rijnvaartakte strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, belast de in artikel 11 bedoelde ambtenaren, voor zover zij in door Onze Minister aangewezen gevallen, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, zijn aangewezen. Met de opsporing van de bij de Herziene Rijnvaartakte strafbaar gestelde feiten zijn, onverminderd artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, voorts belast de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane. Deze ambtenaren zijn tevens belast met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de artikelen 179 tot en met 182 en 184 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op een bevel, vordering of handeling, gedaan of ondernomen door henzelf.
Artikel 19
[Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 20
[Vervallen per 01-07-2009]
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 21
[Vervallen per 01-07-2009]
Deze wet kan worden aangehaald als Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.