Regeling positie directeur en adjunct-directeur bij vermindering van formatie bij instituten voor vormingswerk voor jeugdigen

[Regeling vervallen per 18-06-2003.]
Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 05-06-1993 t/m 17-06-2003

Regeling positie directie vormingswerk

De minister van onderwijs en wetenschappen,

Gelet op artikel I-A8, derde lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Indien het aantal vormingsuren daalt beneden het aantal, genoemd in artikel I-Q704, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, zoals dat luidde op 31 juli 1992, kan de directeur van het vormingsinstituut, die is benoemd met een betrekkingsomvang die groter is dan een halve normbetrekking, in dienst blijven met de betrekkingsomvang die hij op dat moment heeft. In het deel van zijn betrekkingsomvang dat meer bedraagt dan een halve normbetrekking dient hij werkzaamheden te verrichten als vormingsleider, voorzover die werkzaamheden niet zijn opgedragen aan in vaste dienst benoemde vormingsleiders.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Indien ingevolge het bepaalde in artikel I-Q704, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel zoals dat luidde op 31 juli 1992, een vormingsleider niet langer als adjunct-directeur kan zijn benoemd, blijft degene die als zodanig was benoemd aanspraak houden op het carrièrepatroon dat voor hem op de laatste dag van het voorafgaande cursusjaar gold, indien dit carrièrepatroon gedurende ten minste drie onmiddellijk voorafgaande cursusjaren aan dat instituut voor hem als vormingsleider tevens adjunct-directeur heeft gegolden. De belanghebbende behoudt deze aanspraak zolang hij aan hetzelfde instituut verbonden blijft.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Zolang aan het instituut een vormingsleider is verbonden voor wie op grond van het bepaalde in artikel 2 het carrièrepatroon van de adjunct-directeur van toepassing is, kan geen andere vormingsleider tevens tot adjunct-directeur worden benoemd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

De formatie bedoeld in artikel I-R703, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, zoals dat luidde op 31 juli 1992, wordt verminderd met het deel van de betrekkingsomvang van de directeur, bedoeld in artikel 1, dat meer bedraagt dan een halve normbetrekking met dien verstande dat zulks niet mag leiden tot onvrijwillig ontslag of onvrijwillige taakvermindering van een vormingsleider die in vaste dienst is benoemd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Deze regeling zal in het officiële publikatieblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van het officiële publikatieblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, waarin deze regeling is bekendgemaakt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 18-06-2003]

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling positie directeur en adjunct-directeur bij vermindering van formatie bij instituten voor vormingswerk voor jeugdigen’.