Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 16 december 1992, No. J. 9219 659, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;
Gezien het advies van de Bestrijdingsmiddelencommissie;
De Raad van State gehoord (advies van 10 maart 1993, No W11.93 0001);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 29 maart 1993, No. J. 933845, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
[Vervallen per 17-10-2007]
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
handel: het als uitoefening van een bedrijf aan- en verkopen van bestrijdingsmiddelen;
grondontsmettingsmiddel: ingevolge artikel 4 van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat tenminste dichloorpropeen, cis-dichloorpropeen of metam-natrium bevat;
gebruiksgerechtigde: eigenaar van een perceel of perceelsgedeelte, degeen die een goederenrechtelijk gebruiksrecht op een perceel of perceelsgedeelte heeft of degeen die het gebruikersrecht van een perceel of perceelsgedeelte op basis van een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst heeft;
loonontsmettingsbedrijf: het als uitoefening van een bedrijf ten behoeve van derden gebruiken van een grondontsmettingsmiddel.
Artikel 2
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 3
[Vervallen per 17-10-2007]
Het is verboden een grondontsmettingsmiddel te gebruiken of door middel van derden te gebruiken zonder of in strijd met een daarbij behorende vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid.
Artikel 4
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 5
[Vervallen per 17-10-2007]
4 Indien de gebruiksgerechtigde een grondontsmettingsmiddel waarvoor een vergunning is verleend, niet heeft gebruikt en die vergunning alsmede de gewaarmerkte kopie binnen één maand na afloop van de geldigheidsduur daarvan aan Onze Minister terug stuurt, wordt in afwijking van het tweede lid, op aanvraag in dezelfde periode, bedoeld in het tweede lid, opnieuw ten behoeve van hetzelfde perceel of perceelsgedeelte een vergunning alsmede de gewaarmerkte kopie verleend.
5 Indien de gebruiksgerechtigde in het laatste jaar van een periode als bedoeld in het tweede lid, een grondontsmettingsmiddel waarvoor een vergunning in dat jaar is verleend, niet heeft gebruikt en die vergunning alsmede de gewaarmerkte kopie binnen één maand na afloop van de geldigheidsduur daarvan aan Onze Minister terug stuurt, wordt, in afwijking van het tweede lid, op aanvraag in het eerste jaar van de daaropvolgende periode een vergunning alsmede de gewaarmerkte kopie voor hetzelfde perceel of perceelsgedeelte verleend, waarbij in laatst bedoelde periode alsnog het recht op een vergunning voor hetzelfde perceel of perceelsgedeelte blijft behouden.
Artikel 6
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Onze betrokken Minister kan bij ministeriële regeling voor daarbij aan te wijzen teelten, teeltwijzen, grondsoorten, inrichting of ligging van het perceel of perceelsgedeelte afwijken van artikel 5, tweede en derde lid. Onze betrokken Minister kan daarbij nadere voorwaarden stellen voor het in aanmerking komen voor een vergunning.
Artikel 7
[Vervallen per 17-10-2007]
Een vergunning wordt niet verleend ter bestrijding van een bij ministeriële regeling aan te wijzen organisme indien de aanwezigheid van dat organisme niet ten genoegen van Onze Minister op het perceel of perceelsgedeelte ten behoeve waarvan de vergunning wordt aangevraagd, is aangetoond.
Artikel 8
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 9
[Vervallen per 17-10-2007]
1 Onze betrokken Minister stelt regelen omtrent het indienen van een aanvraag voor een vergunning, de daarbij te verstrekken gegevens, de wijze van behandeling en verlening van de vergunning en omtrent de geldigheidsduur daarvan.
Artikel 10
[Vervallen per 17-10-2007]
De vergunning onderscheidenlijk de gewaarmerkte kopie daarvan dient gedurende een periode van vijf kalenderjaren door de gebruiksgerechtigde onderscheidenlijk het loonontsmettingsbedrijf of de handelaar te worden bewaard.
Artikel 11
[Vervallen per 17-10-2007]
Artikel 2 van dit besluit is tot 1 januari 1994 niet van toepassing op degene die een grondontsmettingsmiddel voorhanden of in voorraad heeft indien hij op de wijze vast te stellen bij regeling van Onze betrokken Minister vóór 1 juni 1993 aantoont dat hij dat grondontsmettingsmiddel vóór 1 mei 1993 in zijn bezit heeft gekregen.
Artikel 12
[Vervallen per 17-10-2007]
Op bij ministeriële regeling aan te geven wijze geeft de handelaar vóór 1 juni 1993 aan Onze Minister naar waarheid op de hoeveelheid van elk grondontsmettingsmiddel dat hij op 1 mei 1993 in voorraad of voorhanden heeft.
Artikel 13
[Vervallen per 17-10-2007]
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 1993.
Artikel 14
[Vervallen per 17-10-2007]
Dit besluit kan aangehaald worden als: Besluit regulering grondontsmettingsmiddelen.