Stb. 2014, 481, datum inwerkingtreding 01-01-2015, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2014.
3 Indien de gehandicapte een ander is dan degene op wiens naam de bestelauto is gesteld,
is het eerste lid slechts van toepassing indien de aanvraag als bedoeld in het eerste
lid wordt gedaan door die ander en de gehandicapte gezamenlijk.
4 De teruggaaf wordt verleend aan degene op wiens naam de bestelauto is gesteld.
7 Indien het in het zesde lid bedoelde tijdstip is gelegen na het tijdstip waarop de
bestelauto is ingeschreven in het kentekenregister, bedraagt de teruggaaf het belastingbedrag
nadat dit is verminderd overeenkomstig een bij ministeriële regeling vast te stellen
tabel, met dien verstande dat ingeval voor de bestelauto al eerder teruggaaf is verleend,
de teruggaaf niet meer bedraagt dan dit belastingbedrag verminderd met de eerdere
teruggaven, voor zover de eerder teruggegeven bedragen niet later alsnog als verschuldigde
belasting zijn voldaan.
8 Ingeval voor een bestelauto waarvoor teruggaaf is verleend, gedurende de eerste vijf
jaren na registratie in het kentekenregister, niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden
en beperkingen voor de teruggaaf, is vanaf dat moment het teruggegeven bedrag, nadat
dit is verminderd met overeenkomstige toepassing van artikel 10, zesde lid, als belasting verschuldigd. Belasting is eveneens verschuldigd, met overeenkomstige
toepassing van artikel 10, eerste en zesde lid, ingeval een bestelauto waarvoor teruggaaf
is verleend in een zodanige staat wordt gebracht, anders dan door een aanpassing als
bedoeld in het tweede lid, dat het een personenauto is. De verschuldigd geworden belasting
wordt door degene aan wie de teruggaaf is verleend, op aangifte voldaan binnen een
maand nadat niet meer aan de in de eerste volzin bedoelde voorwaarden en beperkingen
wordt voldaan, onderscheidenlijk vóór aanvang van het gebruik van de weg met de in
de tweede volzin bedoelde personenauto. De artikelen 10, derde, vierde, vijfde en
zevende lid, en 12a zijn van overeenkomstige toepassing.
9 Bij wijziging van de tenaamstelling van een bestelauto blijven, op daartoe gedaan
gezamenlijk verzoek van degene op wiens naam de bestelauto wordt gesteld en degene
op wiens naam de bestelauto daarvoor was gesteld, het eerste en achtste lid buiten
toepassing indien overigens voldaan blijft worden aan de voorwaarden en beperkingen
waaronder de teruggaaf is verleend. Bij inwilliging van het verzoek treedt degene
op wiens naam de bestelauto wordt gesteld vanaf het moment van de wijziging van de
tenaamstelling voor de toepassing van dit artikel in de plaats van degene op wiens
naam de bestelauto daarvoor was gesteld. De inspecteur beslist op het verzoek bij
voor bezwaar vatbare beschikking.
10 In geval niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden en beperkingen voor de teruggaaf
doordat de gehandicapte is overleden, wordt in afwijking van het achtste lid, het
teruggegeven bedrag niet als belasting verschuldigd zolang de tenaamstelling van de
bestelauto niet wordt gewijzigd en de bestelauto uitsluitend wordt gebruikt voor het
persoonlijk gebruik van degene op wiens naam de bestelauto is gesteld, gebruik door
inwonende gezinsleden daaronder begrepen. Indien de teruggaaf is verleend aan de gehandicapte
en de bestelauto na diens overlijden op naam wordt gesteld van een inwonend gezinslid
van het gezin waartoe de gehandicapte behoorde, is de vorige volzin op daartoe gedaan
verzoek van degene op wiens naam de bestelauto wordt gesteld van overeenkomstige toepassing.
De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij inwilliging
van het verzoek treedt vanaf de datum van de beschikking degene op wiens naam de bestelauto
is gesteld voor de toepassing van dit artikel in de plaats van degene aan wie de teruggaaf
is verleend. Ingeval gedurende de eerste vijf jaren na registratie in het kentekenregister,
niet langer wordt voldaan aan de in dit lid gestelde voorwaarden en beperkingen, wordt
het teruggegeven bedrag alsnog als belasting verschuldigd. Het achtste en negende
lid zijn van overeenkomstige toepassing.