Bij de afweging van verschillende mogelijkheden tot overheidsinterventie om een doelstelling
te bereiken wordt in ieder geval gelet op de volgende aspecten:
Toelichting:
Onderdeel a: Effectiviteit. Wat het onder a bedoelde aspect betreft verdienen bij een overwogen regeling onder meer de uitvoerbaarheid
en de te verwachten mate van naleving ervan aandacht. Aandachtspunt moet daarbij ook
de mogelijkheid tot handhaving zijn. In het oog dient in dit verband te worden gehouden
dat naar mate de in een regeling vervatte normen en bestuurlijke instrumenten voor
de justitiabelen minder vanzelfsprekend zijn, de naleving - en bijgevolg ook de handhaving
- daarvan problematischer is. Zie ten aanzien van de handhaving verder aanwijzing 11.
Uit dit onderdeel vloeit ook voort dat erop gelet moet worden dat de bedrijfsvoering
van het betrokken ministerie toereikend moet zijn om de doelen van de overwogen regeling
te realiseren. Zie in dit verband de nota ‘Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording’
(Kamerstukken II 1998/99, 26 573, nr. 2).
Onderdeel b: Neveneffecten. Met betrekking tot het onder b bedoelde aspect zij het volgende opgemerkt. Is er sprake van een beoogd neveneffect,
dan is een (secundaire) doelstelling van de regeling in het geding. Deze dient dan
ook als zodanig te worden aangewezen. Bij onbedoelde neveneffecten moet worden bezien
in hoeverre deze de aanvaardbaarheid van een regeling niet negatief beïnvloeden. Negatieve
beïnvloeding kan aanleiding zijn van een regeling af te zien. Anderzijds dient slechts
tot het tot stand brengen van een regeling te worden besloten indien zij geschikt
lijkt de gekozen doelstelling(en) te realiseren. Er is sprake van een onzuivere afweging
indien positieve maar onbedoelde neveneffecten de doorslag zouden geven om een regeling
in te voeren die onvoldoende adequaat lijkt voor het verwezenlijken van de gekozen
doelstelling(en).
Welke de negatieve neveneffecten van een maatregel zullen zijn, moet steeds in breed
verband worden onderzocht. Aandacht verdient daarbij onder meer ook in hoeverre een
maatregel van verstorende invloed zal zijn op het effect dat bestaande regelingen
hebben. De werking van een regeling kan worden verstoord doordat een nieuwe regeling
het voor de justitiabele minder aantrekkelijk maakt aan eerstbedoelde regeling te
voldoen. Voorts kan een nieuwe regeling naast reeds bestaande regelingen tot gevolg
hebben dat een zodanige cumulatie van verplichtingen ontstaat dat de bereidheid tot
naleving van de betreffende regelingen afneemt.
Gevolgen voor sociaal-economische ontwikkeling. Met name dient verder steeds te worden bezien welke gevolgen voor de sociaal-economische
ontwikkeling direct of indirect uit een maatregel kunnen voortvloeien. Hierbij kan
onder meer worden gedacht aan gevolgen voor de concurrentiepositie van het bedrijfsleven
(nationaal en internationaal), de flexibiliteit van de markt, de afzetontwikkeling
(binnenlandse en buitenlandse markt), de werkgelegenheid, de rentabiliteit van ondernemingen,
de investeringsgeneigdheid en de beloningsstructuur.
Bedacht moet verder worden dat het overgaan tot overheidsingrijpen op een tot dusver
door de overheid niet betreden terrein nogal eens het begin inhoudt van een langdurig
proces van in intensiteit toenoemende overheidsbemoeienis, dat leidt tot maatschappelijke
verstarringen. Zulke verstarringen zijn vaak slechts ten koste van grote inspanningen
ongedaan te maken.
Onderdeel c: Uitvoeringslasten. Wat het onder c bedoelde aspect betreft zij verder verwezen naar de aanwijzingen 13, 14 en 15.
Tot slot zij vermeld dat ten aanzien van de verschillende te overwegen mogelijkheden
tot overheidsinterventie de onder a, b en c bedoelde aspecten alle in onderlinge samenhang onder de loep dienen te worden genomen.
Hierbij kunnen ex ante evaluatie-instrumenten, zoals de Tafel van Elf (Ministerie
van Veiligheid en Justitie), de Bedrijfseffectentoets (Ministerie van Economische
Zaken, Landbouw en Innovatie), de Milieueffectentoets (Ministerie van Infrastructuur
en Milieu) en andere binnen de desbetreffende ministeries ontworpen toetsen behulpzaam
zijn.