Besluit van 16 april 1992, houdende wijziging van a de Bezoldigingsregeling militairen
zeemacht 1947, vastgesteld bij koninklijk besluit van 24 november 1947, nr. 45 b het
Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954 (Stb. 50) c de Regeling inkomsten
militairen land- en luchtmacht 1969 (Stb. 1968, 523) d het koninklijk besluit van
15 september 1988 (Stb. 435) en intrekking van het koninklijk besluit van 24 januari
1955 (Stb. 48), houdende bepalingen betreffende de geldelijke inkomsten van geestelijke
verzorgers bij de strijdkrachten, in verband met wijziging van de financiële rechtspositie
van militairen per 1 mei 1992
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 31 januari 1992, Afdeling arbeidsvoorwaardenbeleid,
nr. PAV 92/6160/1742;
Gelet op artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 (Stb. 519), artikel 125 van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530) en artikel 2 van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen (Stb. 1971, 231);
De Raad van State gehoord (advies van 30 maart 1992, nr. W07.92.0052)
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 13 april 1992, nr. PAV 92/6160/10072;
Hebben goedgevonden en verstaan: