Wet van 26 maart 1992, tot uitvoering van het op 16 september 1988 te Lugano tot stand
gekomen Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van
beslissingen in burgerlijke en handelszaken, met Protocollen en Verklaringen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er aanleiding is om voorziening te treffen
tot uitvoering van het op 16 september 1988 te Lugano tot stand gekomen Verdrag betreffende
de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke
en handelszaken, met Protocollen en Verklaringen (Trb. 1989, 58);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: