Wet van 19 december 1991, tot intrekking van de Jeugdspaarwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er geen aanleiding meer is voor een specifiek
stimulerend overheidsbeleid ter bevordering van het sparen door jeugdige personen,
en het derhalve gewenst is de Jeugdspaarwet in te trekken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: