Inschrijvingsbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering 1992

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 27-04-2024.
Geldend van 06-07-2001 t/m 31-12-2005

Besluit van 19 december 1991, houdende vaststelling van regelen met betrekking tot de inschrijving van verzekerden ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, alsmede met betrekking tot de duur van overeenkomsten omtrent de wijze waarop verzekerden hun aanspraken ingevolge die wet tot gelding brengen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 10 september 1991, DGVGZ/VMP/VVU-419 257;

Gelet op de artikelen 6, zevende lid, en 9, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1990, 176);

De Raad van State gehoord (advies van 29 november 1991, no. W13.91 0495);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 18 december 1991, DGVGZ/VMP/VVU-91686;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De aanmelding, bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, geschiedt door inlevering van een volledig ingevuld en door of namens de verzekerde ondertekend formulier.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het College zorgverzekeringen stelt het model vast van het aanmeldingsformulier.

  • 2 Het College zorgverzekeringen kan voor door hem aan te wijzen groepen van verzekerden afzonderlijke modellen vaststellen.

  • 3 Het College zorgverzekeringen kan modellen vaststellen van het inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 5.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het College zorgverzekeringen kan regels stellen inzake de technische specificaties waaraan een inschrijvingsbewijs als bedoeld in artikel 5 moet voldoen als gebruik wordt gemaakt van een magneetstripkaart of een chipkaart.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De verzekerde die op grond van een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren wordt aangemerkt als gezinslid van een deelnemer aan deze ziektekostenregeling, wordt voor de toepassing van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten aangemerkt als deelnemer aan die ziektekostenregeling.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het uitvoeringsorgaan beoordeelt of degene die is ingeschreven, verzekerd is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Een uitvoeringsorgaan verstrekt de verzekerde terstond na diens inschrijving een bewijs daarvan, dat hij, desverlangd, bij het tot gelding brengen van zijn aanspraak op zorg, overlegt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Een verzekerde is gehouden het uitvoeringsorgaan, waarbij hij is ingeschreven, tijdig alle inlichtingen te verstrekken, desverlangd schriftelijk, die dit orgaan behoeft voor een goede uitvoering van de verzekering.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geldt slechts als inschrijving in de zin van die bepaling:

    • a. indien de verzekerde tevens verzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet en als zodanig is ingeschreven bij een ziekenfonds en gelijktijdig in verband met zijn geneeskundige verzorging verzekerd is bij een ziektekostenverzekeraar dan wel gelijktijdig deelnemer is aan een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren: de inschrijving bij dat ziekenfonds;

    • b. indien de verzekerde tevens deelnemer is aan een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren en gelijktijdig in verband met zijn geneeskundige verzorging verzekerd is bij een ziektekostenverzekeraar: de inschrijving bij het desbetreffende uitvoerend orgaan;

    • c. indien de verzekerde tevens in verband met zijn geneeskundige verzorging gelijktijdig bij twee of meer ziektekostenverzekeraars verzekerd is: de inschrijving bij de ziektekostenverzekeraar bij wie de verzekerde het eerst in verband met zijn geneeskundige verzorging verzekerd is.

  • 2 Indien de inschrijving ingevolge het eerste lid is geëindigd, meldt de verzekerde zich, behoudens indien hij als ziekenfondsverzekerde wordt ingeschreven, aan bij het daarvoor in aanmerking komende uitvoerend orgaan of de daarvoor in aanmerking komende ziektekostenverzekeraar.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De overeenkomst eindigt met ingang van de dag waarop de inschrijving van een verzekerde bij het uitvoeringsorgaan wordt beëindigd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Als strafbaar feit als bedoeld in artikel 71 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt aangemerkt overtreding van artikel 6.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Onze Minister kan ten aanzien van door hem aan te wijzen groepen van verzekerden bepalen waar zij met betrekking tot de inschrijving geacht worden te wonen.

  • 2 Onze Minister kan ten aanzien van door hem aan te wijzen groepen van verzekerden bepalen bij welk uitvoeringsorgaan zij zich bij uitsluiting aanmelden.

  • 3 Onze Minister kan op verzoek van een uitvoeringsorgaan als bedoeld in het tweede lid, bepalen dat de aanmelding en inschrijving van verzekerden, niet behorend tot de groep voor wier inschrijving hij bij uitsluiting is aangewezen, niet bij hem mag geschieden.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het College zorgverzekeringen kan met betrekking tot hetgeen in dit besluit is bepaald nadere regelen stellen.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Het Inschrijvingsbesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering (Stb. 1968, 12) wordt ingetrokken.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A, in zijn geheel, en F, van de Wet stelselwijziging ziektekostenverzekering tweede fase (Stb. 1991, 587) in werking treedt.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit kan worden aangehaald als Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 1992.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven