Uitvoeringswet CSE-verdrag

Geraadpleegd op 26-05-2025.
Geldend van 17-02-1999 t/m heden

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. het Verdrag: het Verdrag van 19 november 1990 inzake conventionele strijdkrachten in Europa en het daarvan een integrerend deel uitmakend Protocol inzake inspectie (Trb. 1991, 31);

  • b. inspecteurs: inspecteurs als bedoeld in paragraaf 1, letter E, van Titel I van het Protocol inzake inspectie;

  • c. begeleidingsteam: het begeleidingsteam als bedoeld in paragraaf 1, letter H, van Titel I van het Protocol inzake inspectie;

  • d. verrassingsinspectie: de verrassingsinspectie bedoeld in Titel VIII van het Protocol inzake inspectie.

Artikel 2

  • 1 Het hoofd van het begeleidingsteam is bij een verrassingsinspectie bevoegd van een ieder alle medewerking te vorderen die nodig is voor de uitvoering van de taken die bij het Verdrag zijn opgedragen aan de inspecteurs en het begeleidingsteam.

  • 2 Hij die opzettelijk niet voldoet aan een vordering als bedoeld in het eerste lid, alsmede hij die bij gelegenheid van een verrassingsinspectie opzettelijk enige handeling door een inspecteur dan wel een lid van het begeleidingsteam ondernomen ter uitvoering van hun taak als in het Verdrag omschreven, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 3 Het feit strafbaar gesteld in het tweede lid wordt beschouwd als misdrijf.

Artikel 3

  • 1 De inspecteurs, vergezeld van het begeleidingsteam, hebben bij het verrichten van een verrassingsinspectie toegang tot elke plaats voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

  • 2 Het hoofd van het begeleidingsteam verschaft zich zo nodig de toegang met behulp van de sterke arm.

Artikel 4

  • 3 Het hoofd van het begeleidingsteam maakt het schriftelijk verslag als bedoeld in artikel 10 van de Algemene wet op het binnentreden. In dit verslag vermeldt hij tevens de namen en de hoedanigheid van de leden van het begeleidingsteam en de inspecteurs.

Artikel 5

Indien ingevolge de uitoefening van de taken van het Verdrag aan de inspecteurs opgedragen, de verplichting bestaat tot betaling van schadevergoeding is de Staat der Nederlanden daarvoor bij uitsluiting aansprakelijk.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.