a.
accijnsgoed: een goed als bedoeld in artikel 1;
b.
accijnsgoederenplaats: iedere plaats in Nederland waar op grond van de bepalingen van deze wet accijnsgoederen onder schorsing van accijns mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;
c.
accijnsschorsingsregeling: belastingregeling die geldt voor het onder schorsing van accijns produceren, verwerken, voorhanden hebben en overbrengen van niet onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen;
d.
belastingentrepot: iedere plaats op het grondgebied van de Unie buiten Nederland waar op grond van de wettelijke bepalingen van de lidstaat waar de plaats zich bevindt, accijnsgoederen onder schorsing van accijns mogen worden vervaardigd, mogen worden verwerkt, voorhanden mogen zijn, mogen worden ontvangen en mogen worden verzonden;
e.
[Red: vervallen;]
f.
derde land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is;
g.
derdelandsgebieden: de gebieden, genoemd in artikel 5, tweede en derde lid, van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PbEU 2009, L 9);
h.
douaneschorsingsregeling: iedere in het Douanewetboek van de Unie vastgestelde bijzondere procedure inzake douanetoezicht ter zake van niet-Unie-goederen die in het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, tijdelijke opslag en de bijzondere regelingen extern douanevervoer, douane-entrepot, actieve veredeling en tijdelijke invoer, bedoeld in artikel 210 van het Douanewetboek van de Unie;
i.
elektronisch administratief document: een document dat op grond van de bepalingen van deze wet dan wel op grond van de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat moet worden opgesteld ten behoeve van het onder een accijnsschorsingsregeling overbrengen van accijnsgoederen;
j.
Unie en grondgebied van de Unie: het geheel van de grondgebieden van de lidstaten in de zin van onderdeel o;
k.
geregistreerde afzender: een natuurlijke of rechtspersoon die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat van invoer alleen toestemming heeft gekregen om, onder de door de inspecteur onderscheidenlijk de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat vastgestelde voorwaarden, bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling te verzenden wanneer zij overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie in het vrije verkeer worden gebracht;
l.
geregistreerde geadresseerde: een natuurlijke of rechtspersoon die op grond van een ingevolge deze wet dan wel een ingevolge de wettelijke bepalingen van een andere lidstaat afgegeven vergunning gemachtigd is om bij de bedrijfsuitoefening accijnsgoederen in ontvangst te nemen die vanuit een andere lidstaat onder een accijnsschorsingsregeling worden overgebracht;
m.
GN-code: de code, bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG 1987, L 256), zoals deze luidt op 19 oktober 1992 onderscheidenlijk, indien het minerale oliën betreft, op 1 januari 2002;
n.
invoer van accijnsgoederen: het in Nederland binnenbrengen van accijnsgoederen die bij hun binnenkomst in Nederland niet onder een douaneschorsingsregeling worden geplaatst, alsmede het in Nederland vrijgeven van onder een douaneschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen;
o.
lidstaat en grondgebied van een lidstaat: het grondgebied van iedere lidstaat van de Unie waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie overeenkomstig artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 349 en 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, met uitzondering van derdelandsgebieden;
p.
motorrijtuig: een voertuig dat is bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig aanwezig;
q.
ondernemer: een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968;
r.
plaats van invoer: de plaats waar de goederen zich bevinden wanneer zij overeenkomstig artikel 201 van het Douanewetboek van de Unie in het vrije verkeer worden gebracht;
s.
plaats van rechtstreekse aflevering: een plaats die op grond van een ingevolge deze wet afgegeven vergunning door de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats of door de geregistreerde geadresseerde is aangewezen als plaats waarnaar accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling mogen worden overgebracht;
t.
plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Unie verlaten: het douanekantoor van uitgang, bedoeld in artikel 329, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie of het kantoor waar de douaneformaliteiten worden vervuld die van toepassing zijn op de uitgang van accijnsgoederen uit de Unie naar een gebied, genoemd in artikel 5, tweede lid, van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PbEU 2009, L 9);
u.
Richtlijn hernieuwbare energie: Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU 2009, L 140);
v.
[Red: vervallen;]
w.
vervaardigen van een accijnsgoed: elk handelen waarbij of waardoor een accijnsgoed ontstaat of de samenstelling van een accijnsgoed wordt gewijzigd;
x.
weg: elke voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande weg en elk zodanig pad, de in de weg of het pad liggende bruggen en duikers alsmede de tot de weg behorende paden en bermen of zijkanten.