Wijzigingswet Militaire Ambtenarenwet 1931 (Wet militair tuchtrecht)

Toekomstige wijziging(en) op 04-10-1991. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling materieel uitgewerkt per 09-02-2011.]
Geraadpleegd op 12-10-2024.
Geldend van 01-01-1991 t/m heden

Wet van 29 augustus 1991, houdende wijziging van de Militaire Ambtenarenwet 1931 (Stb. 519) en van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen (Stb. 1971, 231) in verband met Herziening van het militair tuchtrecht (Wet militair tuchtrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering van de Wet militair tuchtrecht wenselijk is de Militaire Ambtenarenwet 1931 en de Wet rechtstoestand dienstplichtigen te wijzigen:

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge artikel 71 van de Wet op de Krijgstucht (1903, Stb. 112) aanhangige zaken worden met toepassing van de bij of krachtens de Wet op de krijgstucht gegeven regelen behandeld en afgedaan.

Artikel IV

Deze wet treedt in werking één dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 29 augustus 1991

Beatrix

De Minister van Defensie,

A. L. ter Beek

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de derde oktober 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin