Artikel 3
[Regeling vervallen per 28-08-2004]
- -
Het erop toezien dat instituten met uiteenlopende missies met betrekking tot gezondheidsonderzoek
participeren in de experimentele visitaties: universitair, niet-universitair, fundamenteel
gericht, sterk maatschappelijk of toepassingsgericht, medisch-biologisch of sociaal-wetenschappelijk
gericht, een subsidiërend fonds.
- -
Het binnen de experimentele periode van maximaal 2 jaar bevorderen en begeleiden van
ca 10 visitaties, die op vrijwillige basis plaatsvinden op initiatief van de betrokken
instellingen.
- -
Het waarborgen van een adequaat proces van visitatie. Duit houdt in dat de begeleidingscommissie
erop toeziet.
- -
dat de samenstelling van de visitatiecommissie, inclusief de secretaris, geloofwaardig
is met betrekking tot niveau, afstandelijkheid en geschiktheid met betrekking tot
de missie van het instituut (disciplines en fundamentele, toegepaste en/of maatschappelijke
oriëntatie).
- -
dat de door het instituutsmanagement benoemde visitatiecommissie kan beschikken over
een zelf-evaluatie rapport van voldoende niveau.
- -
dat de visitatiecommissie een evenwichtige aandacht heeft voor wetenschappelijke-,
maatschappelijke- en operationele kwaliteit, zoals gedefinieerd in de notitie ‘Kwaliteitsbeoordeling
van onderzoeksinstituten: enige onderzoekspunten’, die als bijlage F is opgenomen
in het Wetenschapsbudget 1991; voor het gezondheidsonderzoek dient maatschappelijke
kwaliteit daarbij met name gehanteerd te worden als voldoende relevant met betrekking
tot het bijdragen aan oplossingen voor problemen in de samenleving op het terrein
van gezondheid en ziekte.
- -
dat de visitatiecommissie schriftelijk rapporteert en dat conclusies en aanbevelingen
onderbouwd zijn opdat het management daadwerkelijk de resultaten kan gebruiken.
- -
Het uitbrengen van een eindadvies waarbij aandacht aan de volgende punten wordt besteed:
- -
Advisering over de meest wenselijke vorm van een voor alle partijen acceptabel onderzoeksvisitatiesysteem.
- -
De daarbij behorende rollen en verantwoordelijkheden van betrokken actoren, alsmede
de samenstelling, omvang en diepgang van de voor een beoordeling benodigde informatie.
- -
De mogelijkheid en wenselijkheid van vertrouwelijke passages of deelrapportages ten
behoeve van het management (op welke wijze, onder welke voorwaarden en met welke reikwijdte)
zonder dat de acceptatie door het veld en door de overheid in gevaar komt; de begeleidingscommissie
behandelt de tijdens het experiment verkregen instituutsgegevens vertrouwelijk en
wendt deze niet aan voor andere doeleinden, tenzij het betreffende instituut daartoe
uitdrukkelijk toestemming verleent.
- -
Tijd en financiën die gemoeid zijn met de voorbereiding, de uitvoering en de rapportage
van de visitaties.
- -
Afstemming op en mogelijke overlap met andere initiatieven met betrekking tot kwaliteitsbewaking
in het gezondheidsonderzoek: de voorwaardelijke financiering van onderzoek bij de
universiteiten, de onderzoeksscholen, de onderwijsvisitaties en plannen voor de onderzoeksvisitaties
van de VSNU, alsmede de disciplineplanning geneeskunde. Daartoe is vereist dat het
veld goed geïnformeerd is over rollen, taken en verantwoordelijkheden van de verschillende
gremia.
- -
De wenselijkheid van het inschakelen van een derde partij als aangeduid in bijlage
F bij het Wetenschapsbudget 1991, met een aanduiding van de taken.
- -
De wenselijkheid van invoering in zowel het buitenuniversitaire als ook het universitaire
gezondheidsonderzoek van een visitatiesysteem.
- -
Het doen van voorstellen voor methoden, resp. voor onderzoek naar de ontwikkeling
van methoden om vast te stelen of het instituut de maatschappelijke waarde die het
nastreeft, ook daadwerkelijk bereikt, c.q. of het onderzoek voldoende relevant is
om daadwerkelijk bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen.