Wet van 26 juni 1991, tot wijziging van de Algemene Bijstandswet en daarop rustende
nadere regelgeving in verband met decentralisatie van de bijzondere bijstand en vergroting
van de mogelijkheden om met behoud van uitkering deel te nemen aan scholing en opleidingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van de afstemming van
de bijstandsverlening op bijzondere individuele omstandigheden en voor een passende
verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en gemeenten bij de verlening van
bijstand wenselijk is de beleidsverantwoordelijkheid van de gemeenten te verruimen
en de financieringswijze te herzien, alsmede dat het wenselijk is de mogelijkheden
om deel te nemen aan scholing en opleidingen met behoud van uitkering te vergroten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: