Wet van 29 mei 1991, houdende wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs,
de Wet op het hoger beroepsonderwijs en de Wet op de studiefinanciering, in verband
met verhoging van het collegegeld en compensatie van de verhoging in het studiefinancieringsbudget
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de collegegelden te verhogen
in verband met dekking van de meeruitgaven ter zake van de uitvoering van de Wet op de studiefinanciering (Stb. 1988, 336) en de verhoging van het collegegeld te compenseren in het studiefinancieringsbudget;
dat in verband hiermee wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986, 414), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Stb. 1986, 289) en de Wet op de studiefinanciering noodzakelijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: