Beschikking controlevoorschriften inzake derde landen erwten, tuin- en veldbonen en
niet-bittere lupinen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Overwegende dat uitvoering moet worden gegeven aan artikel 31 van Verordening (EEG) nr. 3540/85 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 5 december 1985 houdende bepalingen
ter uitvoering van de bijzondere maatregelen voor erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere
lupinen (Pb. EG L 342), zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1561/90 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 7 juni 1990 (Pv. EG L 148), op
grond waarvan de Lid-Staten een zodanige controle moeten instellen op de gebruikers
van erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere lupinen welke in de Europese Gemeenschap
in het vrije verkeer worden gebracht, dat wordt gegarandeerd dat voor deze produkten
geen steun wordt toegekend;
Overwegende dat ter uitvoering van deze bepaling tevens controles moeten worden verricht
bij de gebruikers van erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere lupinen die geen
aanspraak op steun maken;
Gelet op de artikelen 19, 27 en 28 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Hoofdproduktschap voor Akkerbouwprodukten;