Wijzigingswet Wet algemene regels herindeling

Geraadpleegd op 04-12-2024.
Geldend van 01-07-1991 t/m heden

Wet van 13 mei 1991, houdende procedurele bepalingen met betrekking tot wijziging van de gemeentelijke of provinciale indeling

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet algemene regelen gemeentelijke indeling aan te vullen met procedurele bepalingen ter zake van wijziging van de gemeentelijke of provinciale indeling alsmede met een bepaling ter zake van belastingverordeningen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

  • 1 De hoofdstukken II en III van de Wet algemene regels herindeling zijn niet van toepassing op wijzigingen van de gemeentelijke indeling en daarmee samenhangende wijzigingen van de provinciale indeling waarvan de voorbereiding op grond van de artikelen 157 tot en met 166a van de Gemeentewet is aangevangen vóór de dag waarop deze wet in werking treedt. Ten aanzien van die wijzigingen blijven de op de dag vóór die van inwerkingtreding van deze wet geldende wettelijke bepalingen van kracht.

  • 2 Ten aanzien van wijzigingen van de gemeentelijke indeling als bedoeld in het eerste lid is hoofdstuk IV van de Wet algemene regels herindeling van toepassing, met dien verstande dat artikel 22 van toepassing is op besluiten van het betrokken gemeentebestuur die zijn genomen op of na de dag waarop het wetsvoorstel tot wijziging van de gemeentelijke indeling is ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal of een ontwerp van een algemene maatregel van bestuur overeenkomstig artikel 166a, tweede lid, van de Gemeentewet aan de beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel IV

Voor de bekendmaking van deze wet stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken de nummering van de artikelen en hoofdstukken van de Wet algemene regels herindeling opnieuw vast en brengt hij de in de wet voorkomende aanhalingen van de artikelen en hoofdstukken met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 13 mei 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

D. IJ. W. de Graaff-Nauta

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin