De minister van onderwijs en wetenschappen,
Overwegende, dat het, in het licht van de verzelfstandiging van de hoger onderwijs instellingen, gewenst is dat universiteiten de mogelijkheid krijgen een eigen ‘charter’ op te stellen, en dat het gewenst is dat er een advies wordt uitgebracht door een tijdelijke externe commissie zodat inzicht wordt verkregen in de mogelijkheden die een ‘charter’ biedt, maar ook duidelijk wordt waar de grenzen liggen gelet op de criteria waaraan zal moeten worden voldaan;
In deze beschikking wordt verstaan onder:
- minister:
de Minister van Onderwijs en Wetenschappen
- commissie:
de tijdelijke externe commissie ‘bestuursorganisatie in het wetenschappelijk onderwijs’, bedoeld in artikel 2.
Er is een tijdelijke externe commissie bestuursorganisatie in het wetenschappelijk onderwijs
De commissie brengt, op een door de minister na overleg met de leden van de commissie vast te stellen datum, advies uit aan de minister.
1 Het beheer van de bescheiden van de commissie geschiedt met inachtneming van ter zake geldende bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie (Stb. 1980, 182) en wordt binnen drie maanden na opheffing van de commissie overgedragen aan de Centrale Archiefbewaarplaats van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer en de leden van de commissie.