Besluit ex artikel 110 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek

Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 28-02-2009

Besluit van 15 maart 1991, ter uitvoering van artikel 110 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 18 juli 1990, Stafafdeling Wetgeving Nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 24355/690, mede gedaan namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op artikel 110 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;

De Raad van State gehoord (advies van 10 september 1990, nr. W03.90.0339);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 28 februari 1991, Stafafdeling Wetgeving Nieuw Burgerlijk Wetboek, nr. 46956/91/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 2 In het geval dat de schadeloosstelling wordt bepaald in de vorm van een rente mag het gekapitaliseerde bedrag een bedrag van € 137 000 per reiziger niet te boven gaan.

Artikel 2

  • 1 De schadevergoeding die de vervoerder mogelijkerwijs verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van handbagage is beperkt tot een bedrag van € 1 000.

  • 2 De schadevergoeding die de vervoerder mogelijkerwijs verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van een als bagage ten vervoer aangenomen voertuig of schip en de zaken aan boord daarvan is beperkt tot een bedrag van € 9 100 per voertuig of schip.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip, waarop Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage, 15 maart 1991

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de zesentwintigste maart 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven