Vaststelling financiële vergoedingen vervoerplannen
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Overwegende,
-
dat in verband met de belasting van het milieu en de slechte bereikbaarheid van bepaalde
delen van Nederland het wenselijk is het individueel gebruik van de auto in het woon-werkverkeer
te doen verminderen
-
dat een dergelijke vermindering van het autogebruik niet alleen een maatschappelijk
belang is, maar ook ten goede komt aan het functioneren van bedrijven en instellingen.
-
dat immers hierdoor werknemers, bezoekers en bedienend verkeer beter op tijd kunnen
arriveren en een afgenomen druk op parkeerterreinen rondom bedrijven en instellingen
kan ontstaan, waardoor eventueel ruimte kan vrijkomen voor andere doeleinden.
-
dat, uitgaande van dit gemeenschappelijk belang, ook bedrijven en instellingen een
bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van vorengenoemde doelstelling.
-
dat hierbij met name gedacht kan worden aan het opstellen van een vervoerplan, waarin
voor het woon-werkverkeer van hun werknemers diverse vormen van alternatief vervoer
al dan niet collectief worden aangegeven.
-
dat teneinde het opstellen van dergelijke vervoerplannen te stimuleren het wenselijk
is hiervoor een financiële bijdrage te verstrekken.
-
dat echter thans nog onvoldoende inzicht bestaat op welke wijze bedrijven en instellingen
het meest doelmatig te werk kunnen gaan om dergelijke plannen op te stellen en re
realiseren;
-
dat het, vooruitlopend op een algemene bijdrageregeling, dan ook van belang moet worden
geacht dat hiermede ervaring wordt opgedaan.
-
dat op deze wijze gegevens verkregen kunnen worden omtrent het proces van het opstellen
en het realiseren van dergelijke vervoerplannen. gegevens welke van belang zijn voor
het opstellen van een dergelijke algemene regeling.
-
dat dergelijke gegevens verkregen kunnen worden door een proef te houden met een aantal
representatieve bedrijven, die geselecteerd zullen worden op basis van omvang van
het aantal werknemers en georgrafische ligging, waarmede contracten, waarin de te
verstrekken financiële vergoeding en de daaraan te verbinden nadere afspraken worden
vastgelegd, zullen worden afgesloten.
-
dat het dan ook wenselijk is voor het houden van een dergelijke proef financiële middelen
ter beschikking te stellen.