Aan de op 30 juli 1988 tussen Nederland en India gesloten Overeenkomst tot het vermijden
van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking
tot belastingen naar het inkomen en vermogen (Trb. 1988, 122) kunnen inwoners van
Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen
haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:
-
a. Vermindering tot 15% van de Indiase belasting op dividenden, betaald door een lichaam
dat inwoner van India is aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde
daarvan is (artikel 10, tweede lid).
-
b. Algehele vrijstelling van de Indiase belasting op interest, afkomstig uit India en
betaald aan de Regering van Nederland, de lagere overheden van Nederland, de instellingen,
waarvan het kapitaal geheel in eigendom is van de Regering van Nederland of de lagere
overheden van Nederland, de Nederlandsche Bank, de Nederlandse Financieringsmaatschappij
voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden
N.V. (artikel 11, derde lid, onderdeel a) en vierde lid, onderdeel a)).
-
c. Algehele vrijstelling van Indiase belasting op interest, afkomstig uit India en betaald
ter zake van een lening gegarandeerd of verzekerd door de Regering van Nederland,
de lagere overheden van Nederland, de instellingen, waarvan het kapitaal geheel in
eigendom is van de Regering van Nederland of de lagere overheden van Nederland, de
Nederlandsche Bank, de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden
N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (artikel 11,
derde lid, onderdeel b) en vierde lid, onderdeel a)).
-
d. Vermindering tot 10% van de Indiase belasting op uit India afkomstige interest, indien
deze wordt genoten door een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde
daarvan is ter zake van leningen verstrekt of gegarandeerd door een bank of een andere
financiële instelling die daadwerkelijk het bankbedrijf uitoefent of een financieringsonderneming
drijft of door een onderneming die onmiddellijk of middellijk ten minste 10% van het
kapitaal bezit van het lichaam dat de interest betaalt (artikel 11, tweede lid, onderdeel
a)).
-
e. Vermindering tot 15% van de Indiase belasting op niet onder de onderdelen b, c en
d van dit artikel vallende interest, afkomstig uit India en betaald aan een inwoner
van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 11, tweede lid,
onderdeel b)).
-
f. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op royalty's (vergoedingen van welke
aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht
op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap – waaronder begrepen
bioscoopfilms en werken op film of beeldband voor televisieuitzendingen, van een octrooi,
een fabrieks, of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of
een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid,
handel of wetenschap), afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede en vierde lid).
-
g. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op vergoedingen voor technische diensten
(betalingen van welke aard ook aan een persoon voor diensten van bestuurlijke, technische
of raadgevende aard), afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland
die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 13, tweede en vijfde lid).
Betalingen aan een werknemer van de persoon die de betalingen doet en betalingen aan
een natuurlijke persoon in het kader van de uitoefening van een vrij beroep of ter
zake van andere werkzaamheden van zelfstandige aard worden niet als vergoedingen voor
technische diensten in de zin van artikel 12 aangemerkt (artikel 12, vijfde lid).
-
h. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op vergoedingen voor het gebruik van
uitrusting (betalingen van welke aard ook die worden ontvangen voor het gebruik, of
het recht van gebruik, van uitrusting op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap),
afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde
daarvan is (artikel 12, tweede en zesde lid).
De onder de onderdelen a en d tot en met h van dit artikel vermelde verminderingen
zijn te berekenen over het brutobedrag van de dividenden, interest, royalty's, vergoedingen
voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting.
De onder de onderdelen b en c van dit artikel vermelde vrijstellingen alsmede de onder
de onderdelen a, d en e tot en met h van dit artikel vermelde verminderingen zijn
niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, de interest,
de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik
van uitrusting in India een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde
vaste inrichting of in India zelfstandig arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd
vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald,
de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of de royalty's, vergoedingen
voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, tot het
bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste
middelpunt behoort c q. behoren.