Regeling reserve-overdracht door ABP en Spoorwegpensioenfonds

Geraadpleegd op 04-12-2024.
Geldend van 01-10-1990 t/m heden

Regeling reserve-overdracht door ABP en Spoorwegpensioenfonds

De minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 3 van het Besluit reserve-overdracht ambtenaren (Stb. 1988, 154) en artikel 3 van het Besluit reserve-overdracht N.S.-personeel (Stb. 1988, 153);

Na overleg met het bestuur van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds en

gehoord de Raad van toezicht van het Spoorwegpensioenfonds en de wiskundig adviseur bedoeld in artikel L 14 van de Spoorwegpensioenwet;

Besluit:

Ouderdomspensioen

Artikel 1

De contante-waardefactoren bij oplopende leeftijden in gehele jaren voor de berekening van de overdrachtswaarde van een ouderdomspensioen hebben een grootte als vastgesteld in de volgende tabellen:

  • A: de contante-waardefactor uitgesteld ouderdomspensioen op het leven van een y-jarige ongehuwde vrouw, ingaande bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd;

  • B: de contante-waardefactor gehuwdenaftrek op het leven van een y-jarige vrouw en haar x-jarige echtgenoot, ingaande bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de vrouw;

  • C: de contante-waardefactor uitgesteld ouderdomspensioen op het leven van een x-jarige ongehuwde man, ingaande bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd;

  • D: de contante-waardefactor gehuwdenaftrek op het leven van een x-jarige man en zijn y-jarige echtgenote, ingaande bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de man.

Vrouwen

 

Mannen

A

B

leeftijd

C

D

1,7643

0,8142

18

1,2713

1,0302

1,8354

0,8476

19

1,3230

1,0724

1,9093

0,8825

20

1,3769

1,1165

1,9864

0,9188

21

1,4331

1,1623

2,0665

0,9566

22

1,4915

1,2101

2,1499

0,9960

23

1,5524

1,2599

2,2366

1,0371

24

1,6158

1,3117

2,3269

1,0798

25

1,6818

1,3657

2,4209

1,1243

26

1,7504

1,4219

2,5188

1,1707

27

1,8219

1,4805

2,6205

1,2191

28

1,8963

1,5415

2,7265

1,2695

29

1,9738

1,6051

2,8369

1,3220

30

2,0545

1,6713

2,9517

1,3769

31

2,1385

1,7404

3,0714

1,4342

32

2,2259

1,8123

3,1961

1,4939

33

2,3170

1,8873

3,3259

1,5564

34

2,4120

1,9657

3,4612

1,6218

35

2,5110

2,0474

3,6021

1,6901

36

2,6142

2,1327

3,7490

1,7617

37

2,7218

2,2220

3,9024

1,8368

38

2,8343

2,3152

4,0621

1,9156

39

2,9517

2,4128

4,2289

1,9985

40

3,0744

2,5150

4,4030

2,0857

41

3,2027

2,6222

4,5846

2,1776

42

3,3372

2,7347

4,7744

2,2746

43

3,4780

2,8530

4,9726

2,3771

44

3,6257

2,9776

5,1796

2,4856

45

3,7810

3,1088

5,3963

2,6004

46

3,9440

3,2472

5,6231

2,7226

47

4,1157

3,3935

5,8603

2,8525

48

4,2968

3,5484

6,1089

2,9910

49

4,4875

3,7124

6,3692

3,1390

50

4,6891

3,8868

6,6425

3,2977

51

4,9028

4,0722

6,9293

3,4678

52

5,1289

4,2700

7,2305

3,6516

53

5,3690

4,4812

7,5473

3,8499

54

5,6245

4,7078

7,8809

4,0649

55

5,8972

4,9506

8,2320

4,2988

56

6,1886

5,2130

8,6035

4,5543

57

6,5009

5,4961

8,9950

4,8344

58

6,8364

5,8031

9,4095

5,1428

59

7,1980

6,1370

9,8486

5,4840

60

7,5890

6,5017

10,3146

5,8632

61

8,0130

6,9016

10,8100

6,2867

62

8,4747

7,3418

11,3380

6,7625

63

8,9793

7,8289

11,9010

7,3000

64

9,5330

8,3702

12,5033

7,9110

65

10,1434

8,9748

(Bijzonder) Weduwenpensioen/Weduwnaarspensioen

Artikel 2

De contante-waardefactoren bij oplopende leeftijden in gehele jaren voor de berekening van de overdrachtswaarde van een weduwenpensioen of weduwnaarspensioen en van een bijzonder weduwenpensioen of weduwnaarspensioen hebben een grootte als vastgesteld in de volgende tabellen:

  • E: de contante-waardefactor weduwenpensioen of bijzonder weduwenpensioen op het leven van een y-jarige vrouw na het overlijden van haar x-jarige echtgenoot of gewezen echtgenoot;

  • F: de contante-waardefactor tijdelijke toeslag weduwenpensioen;

  • G: de contante-waardefactor weduwnaarspensioen of bijzonder weduwnaarspensioen op het leven van een x-jarige man na het overlijden van zijn y-jarige echtgenote of gewezen echtgenote;

  • H: de contante-waardefactor tijdelijke toeslag weduwnaarspensioen.

Weduwenpensioen

 

Weduwnaarspensioen

E

F

Leeftijd ambtenaar/ambtenares

G

H

1,4760

0,6305

18

0,5011

0,2303

1,5205

0,6414

19

0,5147

0,2333

1,5655

0,6516

20

0,5291

0,2366

1,6127

0,6626

21

0,5437

0,2397

1,6611

0,6734

22

0,5591

0,2431

1,7107

0,6838

23

0,5754

0,2468

1,7628

0,6953

24

0,5919

0,2505

1,8171

0,7072

25

0,6082

0,2534

1,8740

0,7201

26

0,6260

0,2573

1,9324

0,7328

27

0,6436

0,2605

1,9940

0,7468

28

0,6615

0,2634

2,0583

0,7617

29

0,6798

0,2662

2,1246

0,7766

30

0,6992

0,2695

2,1929

0,7915

31

0,7182

0,2719

2,2645

0,8074

32

0,7377

0,2741

2,3386

0,8238

33

0,7575

0,2760

2,4146

0,8398

34

0,7769

0,2770

2,4931

0,8558

35

0,7975

0,2784

2,5747

0,8725

36

0,8177

0,2788

2,6571

0,8876

37

0,8382

0,2788

2,7424

0,9030

38

0,8583

0,2777

2,8290

0,9170

39

0,8786

0,2762

2,9175

0,9302

40

0,8983

0,2734

3,0078

0,9422

41

0,9173

0,2692

3,0978

0,9513

42

0,9375

0,2653

3,1890

0,9586

43

0,9559

0,2591

3,2802

0,9630

44

0,9743

0,2522

3,3711

0,9641

45

0,9929

0,2445

3,4622

0,9624

46

1,0104

0,2353

3,5523

0,9568

47

1,0267

0,2244

3,6408

0,9467

48

0,0441

0,2135

3,7295

0,9337

49

1,0590

0,2001

3,8159

0,9154

50

1,0735

0,1858

3,9005

0,8927

51

1,0865

0,1698

3,9828

0,8650

52

1,1005

0,1540

4,0623

0,8321

53

1,1116

0,1360

4,1385

0,7937

54

1,1225

0,1177

4,2124

0,7509

55

1,1321

0,0987

4,2801

0,7012

56

1,1407

0,0796

4,3442

0,6468

57

1,1481

0,0608

4,4034

0,5874

58

1,1542

0,0428

4,4564

0,5232

59

1,1594

0,0266

4,5049

0,4557

60

1,1634

0,0130

4,5461

0,3845

61

1,1653

0,0036

4,5786

0,3120

62

1,1686

0,0000

4,6041

0,2395

63

1,1697

0,0000

4,6212

0,1697

64

1,1704

0,0000

4,6293

0,1059

65

1,1705

0,0000

Artikel 3

De regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken van 25 april 1988 (Stcrt. 107) wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling, die met de toelichting in de Nederlandse Staatscourant zal worden geplaatst, treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Van deze regeling wordt een afschrift gezonden aan de Algemene Rekenkamer, aan het bestuur van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds en aan de Raad van toezicht en de directie van het Spoorwegpensioenfonds.

's-Gravenhage, 30 januari 1990

De

minister

van Binnenlandse Zaken,

C. I. Dales