Wet van 18 januari 1990, houdende wijziging van de tarieven van de bestemmingsheffingen
Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en van de tijdelijke toeslag op de accijns van
gelode lichte olie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is kooldioxide in de buitenlucht
te verminderen en mede te dien einde de tarieven van de bestemmingsheffingen in de
Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1988, 133) te verhogen, alsmede vanwege de discrepantie tussen de raming en de feitelijke
opbrengst van de tijdelijke toeslag op de accijns van gelode lichte olie deze tijdelijke
toeslag te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: