Regeling advisering door technische commissie grondwaterbeheer omtrent schade bij
onttrekking of infiltratie
De minister van Verkeer en Waterstaat, Overwegende,
dat bij het koninklijk besluit van 27 december 1988, nr. 11 de Commissie inzake wateronttrekking
aan de Bodem, die tot nu toe onder andere adviseerde over schade naar aanleiding van
onttrekkingen van grondwater of infiltraties van water in de bodem anders dan met
een vergunning op grond van artikel 14, eerste lid van de Grondwaterwet (Stb. 1981, 392), is opgeheven;
dat degenen, die menen schade aan een onroerend goed te ondervinden ten gevolge van
onttrekkingen of infiltraties, welke plaatsvinden krachtens een vergunning in de zin
van artikel 14, eerste lid, van de Grondwaterwet, op grond van artikel 37, eerste lid van deze wet de technische commissie grondwaterbeheer kunnen verzoeken een onderzoek in te stellen;
dat het wenselijk is degenen, die menen schade aan een onroerend goed te ondervinden
ten gevolge van onttrekkingen of infiltraties, welke plaatsvinden anders dan met een
eerdergenoemde vergunning, een gelijksoortige mogelijkheid tot onderzoek te blijven
bieden;
dat in de onderhavige regeling in een dergelijke mogelijkheid wordt voorzien;
Besluit:
de volgende regeling vast te stellen: