Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 8 juli 1988, DGVGZ/GMI-711191, Ons gedaan na bekendmaking van het ontwerp van dit besluit in de Nederlandse Staatscourant van 30 november 1982, no. 231;
Gelet op de artikelen 3 en 11 van de Wet op de medische hulpmiddelen (Stb. 1970, 53);
De Raad van State gehoord (advies van 22 augustus 1988, no. W 13.88.0381);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 28 februari 1989, GMI-711926;
Hebben goedgevonden en verstaan: