Verkrijging van volle eigendom, gevolgd door vestiging van een recht van erfpacht t.b.v. de vervreemder

[Regeling vervallen per 21-07-2010.]
Geraadpleegd op 11-12-2024.
Geldend van 13-02-1989 t/m 20-07-2010

Verkrijging van volle eigendom, gevolgd door vestiging van een recht van erfpacht t.b.v. de vervreemder

Van een onroerende zaak werd eerst de volle eigendom overgedragen en vervolgens werd bij dezelfde akte t.b.v. de vervreemder een recht van erfpacht op die zaak gevestigd. Heffing van overdrachtsbelasting vond plaats over de waarde van de volle eigendom.

De Staatssecr. heeft met toepassing van art. 63 AWR goedgekeurd, dat in dergelijke gevallen overdrachtsbelasting wordt geheven op de voet van art. 11, lid 2 WBR alsof de eigendom van de onroerende zaak is overgedragen onder bezwaar van het recht van erfpacht.

Deze goedkeuring geldt ook indien de vestiging van het recht van erfpacht plaatsvindt bij een andere akte, mits de akten op dezelfde dag worden verleden.

M.b.t. de vestiging van een recht van opstal vindt het bovenvermelde beleid overeenkomstige toepassing, terwijl m.b.t. de vestiging van het recht van vruchtgebruik en het zakelijk recht van gebruik en bewoning kan worden verwezen naar de res. van 26-08-1975, nr. 27-503210, PW 18424.