Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, gedaan mede namens Onze
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 12 september
1988, nr. S/J 31.517/88, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;
Overwegende dat het noodzakelijk is uitvoering te geven aan de bepalingen van Bijlage
V van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen met
Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en 1978, 187), zoals gewijzigd en aangevuld bij het op 17 februari 1978
te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978, 188 en 1986, 121);
Gelet op de artikelen 1, onder e, 5, 6, 7, 10, 38 en 39 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Stb. 1983, 683);
De Raad van State gehoord (advies van 13 december 1988, no. W09.88.0497);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, uitgebracht
mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 16 december 1988, nr. S/J 32.273/88, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme
Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Omschrijvingen
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a. vuilnis: alle soorten voedselresten, afval van huishoudelijke aard en afval voortvloeiende
uit de dagelijkse bedrijfsvoering, die regelmatig of voortdurend worden verwijderd.
Onder vuilnis wordt niet verstaan verse vis en gedeeltes daarvan, alsmede sanitair
afval;
-
b. van het dichtstbijzijnde land: van de basislijn van waaruit de territoriale zee van
het betrokken gebied wordt bepaald overeenkomstig het internationale recht, behoudens
dat voor de toepassing van dit besluit «van het dichtstbijzijnde land» onder de noordoostkust
van Australië betekent: van een lijn getrokken van een punt op de kust van Australië
gelegen op 11°00' zuiderbreedte en 142°08' oosterlengte,
naar een punt op 10°35' zuiderbreedte en 141°55' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 10°00' zuiderbreedte en 142°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 9°10' zuiderbreedte en 143°52' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 9°00' zuiderbreedte en 144°30' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 10°41' zuiderbreedte en 145°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 13°00' zuiderbreedte en 145°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 15°00' zuiderbreedte en 146°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 17°30' zuiderbreedte en 147°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 21°00' zuiderbreedte en 152°55' oosterlengte,
vandaar naar een punt op 24°30' zuiderbreedte en 154°00' oosterlengte,
vandaar naar een punt op de kust van Australië op 24°42' zuiderbreedte en 153°15'
oosterlengte;
-
c. tonnage: bruto-tonnage als bedoeld in de Meetbrievenwet 1981.
Artikel 2. Toepassing
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
-
3 Indien vuilnis verschillende soorten resten of afval bevat, waarvoor de lozingsvoorschriften,
bedoeld in artikel 3, tweede lid, verschillen, dient de lozing van dit vuilnis te geschieden in overeenstemming met
het strengste daarop betrekking hebbende voorschrift van artikel 3, tweede lid.
Artikel 3. Lozen van vuilnis buiten een bijzonder gebied
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
-
3 Behoudens de artikelen 4 en 6 mag vuilnis als bedoeld in het tweede lid, onder b, 2°, in zee worden geloosd nadat dit vuilnis door een afbreek- of maalinstallatie
is gevoerd op een zodanige wijze dat het afgebroken of gemalen vuilnis een rooster
met gaten van maximaal 25 mm doorsnee kan passeren. Het lozen van dergelijk vuilnis
dient te geschieden zover als mogelijk van het dichtstbijzijnde land en is verboden
indien de afstand tot het dichtstbijzijnde land kleiner is dan 3 zeemijl.
Artikel 4. Bijzondere bepalingen voor het lozen van vuilnis
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Artikel 5. Lozen van vuilnis binnen een bijzonder gebied
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
-
2 Voor de toepassing van dit besluit worden onder bijzondere gebieden verstaan het
gebied van de Noordzee, van de Middellandse Zee, van de Oostzee, van de Zwarte Zee,
van de Rode Zee, van de Perzische Golf, het Antarctisch gebied en het Caribisch gebied,
die als volgt worden omschreven:
-
a. onder het gebied van de Noordzee wordt verstaan de Noordzee zelf, met inbegrip van
de zeeën daarin, begrensd door:
-
1°. de Noordzee ten zuiden van 62° noorderbreedte en ten oosten van 4° westerlengte,
-
2°. het Skagerrak, waarvan de zuidgrens wordt bepaald ten oosten van Kaap Skagen op 55°44.8’
noorderbreedte, en
-
3°. het Engelse Kanaal en zijn toegangen ten oosten van 5° westerlengte en ten noorden
van 48°30’ noorderbreedte;
-
b. onder het gebied van de Middellandse Zee wordt verstaan de Middellandse Zee zelf,
alsmede de golven en zeeën daarin, waarbij de grens tussen de Middellandse en de Zwarte
Zee wordt gevormd door de parallel van 41° noorderbreedte en de westelijke grens wordt
gevormd door de Straat van Gibraltar op de meridiaan van 5°36’ westerlengte;
-
c. onder het gebied van de Oostzee wordt verstaan de Oostzee zelf met inbegrip van de
Botnische Golf, de Finse Golf en de toegang tot de Oostzee, begrensd door de parallel
van Kaap Skagen in het Skagerrak op 57°44,8’ noorderbreedte;
-
d. onder het gebied van de Zwarte Zee wordt verstaan de Zwarte Zee zelf, waarbij de grens
tussen de Middellandse en de Zwarte Zee wordt gevormd door de parallel van 41° noorderbreedte;
-
e. onder het gebied van de Rode Zee wordt verstaan de Rode Zee zelf met inbegrip van
de Golf van Suez en de Golf van Aqaba, in het zuiden begrensd door de loxodroom tussen
Ras si Ane (12°28,5’ noorderbreedte, 43°19,6’ oosterlengte) en Husn Murad (12°40,4’
noorderbreedte, 43°30,2’ oosterlengte);
-
f. onder het gebied van de Perzische Golf wordt verstaan het zeegebied ten noordwesten
van de loxodroom tussen Ras al Hadd (22°30’ noorderbreedte, 59°48’ oosterlengte) en
Ras al Fasteh (25°04’ noorderbreedte, 61°25’ oosterlengte);
-
g. onder het Antarctisch gebied wordt verstaan het zeegebied ten zuiden van 60° zuiderbreedte;
-
h. onder het Caribisch gebied wordt verstaan de Golf van Mexico en de Caribische Zee,
alsmede de golven en de zeeën daarin en het gedeelte van de Atlantische Oceaan begrensd
door de parallel van 30° noorderbreedte vanaf Florida oostwaarts naar de meridiaan
77°30’ westerlengte, vandaar een loxodroom naar het snijpunt van de parallel 20° noorderbreedte
en de meridiaan 59° westerlengte, vandaar een loxodroom naar het snijpunt van de parallel
7°20’ noorderbreedte en de meridiaan 50° westerlengte, vandaar een loxodroom in zuidwestelijke
richting naar de oostgrens van Frans Guyana.
-
3 Behoudens artikel 6:
-
a. is het lozen in zee verboden van:
-
1°. alle kunststoffen, waaronder in ieder geval worden begrepen trossen en visnetten van
kunststof en plastic vuilniszakken; en
-
2°. alle overig vuilnis, waaronder in elk geval worden begrepen producten van papier,
lompen, glas, metaal, flessen, aardewerk, stuwhout, bekledings- en verpakkingsmateriaal
en in de bijzondere gebieden, genoemd in het tweede lid, onderdelen a tot en met f
en h, van verbrandingsovens afkomstige as van kunststofproducten die giftige residuen
of residuen van zware metalen kan bevatten, en in het Antarctisch gebied alle as van
verbrandingsovens.
-
b. en onderdeel c, geschiedt het lozen in zee van voedselresten zover mogelijk van het land doch in
elk geval niet binnen 12 zeemijl van het dichtstbijzijnde land.
-
c. geschiedt het lozen in het Caribisch gebied van voedselresten niet, tenzij deze door
een afbreek- of maalinstallatie zijn gevoerd. Het lozen van voedselresten geschiedt
zover mogelijk van het land doch in elk geval, behoudens het bepaalde in artikel 4, niet binnen 3 zeemijl van het dichtstbijzijnde land. Voedselresten die door een
afbreek- of maalinstallatie zijn gevoerd, zijn zodanig behandeld dat de afgebroken
of gemalen resten een rooster met gaten van maximaal 25 mm doorsnee kunnen passeren;
-
d. geschiedt het lozen in het Antarctisch gebied niet, tenzij de te lozen stoffen door
een afbreek- of maalinstallatie zijn gevoerd. Het lozen van voedselresten geschiedt
zo ver mogelijk van het land en van ijsplaten, maar in elk geval niet minder dan 12
zeemijlen van het dichtstbijzijnde land of de dichtstbijzijnde ijsplaten. Voedselresten
die door een afbreek- of maalinstallatie zijn gevoerd, moeten een rooster met gaten
van maximaal 25 mm doorsnee kunnen passeren.
-
4 Tot een nader bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip mogen schepen in het
gebied van de Middellandse Zee, van de Zwarte Zee, van de Rode Zee, van de Perzische
Golf en in het Caribisch gebied lozen volgens artikel 3 in plaats van dit artikel.
Artikel 6. Uitzonderingen
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Het lozingsverbod, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 is niet van toepassing op het lozen in zee van vuilnis:
-
a. indien dit noodzakelijk is om de veiligheid van het schip zeker te stellen of mensenlevens
op zee te redden; of
-
b. in geval van schade aan het schip of aan de uitrusting daarvan mits na het ontstaan
van de schade alle redelijke voorzorgen zijn getroffen om de lozing te voorkomen of
tot een minimum te beperken, uitgezonderd in geval de kapitein of de eigenaar handelde
met de bedoeling om schade te veroorzaken, ofwel roekeloos handelde en in de wetenschap
dat er waarschijnlijk schade zou ontstaan; of
-
c. in geval van het toevallige verlies van visnetten van kunststof mits alle redelijke
voorzorgen zijn genomen om een dergelijk verlies te voorkomen.
Artikel 7. Ontvangstvoorzieningen
[Vervallen per 15-10-2004]
Artikel 8
[Vervallen per 15-10-2004]
Artikel 8a. Informatiebord
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Elk schip met een lengte van twaalf meter of meer is voorzien van informatieborden
waarop de voorschriften, genoemd in de artikelen 3 en 5, voorzover van toepassing, zijn vermeld in de Nederlandse taal en indien een reis
wordt ondernomen naar een niet-Nederlandse haven of laad- en losplaats, tevens in
de Engelse taal.
Artikel 8b. Vuilnisbeheersplan
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
-
2 Dit plan bevat de procedures die de bemanning moet volgen bij het verzamelen, opslaan,
verwerken en lozen van vuilnis aan boord, alsmede een aanwijzing van de persoon die
belast is met de uitvoering van het plan.
Artikel 8c. Vuilnisjournaal
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
-
3 Van elke lozing of volledige verbranding van vuilnis wordt op de datum van de lozing
of de verbranding melding gemaakt in het vuilnisjournaal, onder vermelding van:
-
a. de datum en het tijdstip waarop de lozing of verbranding geschiedde;
-
b. de positie van het schip ten tijde van de lozing of verbranding; en
-
c. een omschrijving van het geloosde of verbrande vuilnis, tezamen met een schatting
van de hoeveelheid daarvan.
De aantekening wordt in de Nederlandse en in de Engelse taal gesteld.
Artikel 9. Nadere regels
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Ter uitvoering van internationale afspraken en besluiten van volkenrechtelijke organisaties
over voorkoming van verontreiniging door vuilnis van schepen kunnen bij ministeriële
regeling nadere regels worden gesteld.
Artikel 10. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Dit besluit treedt in werking met ingang van 31 december 1988.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 17-09-2008]
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis
van schepen.