Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 9 september 1987, nr. BO-U-2990, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Overwegende dat het gewenst is de advisering met betrekking tot de opneming in bejaardenoorden, alsmede de advisering met betrekking tot de opneming en het verder verblijf onderscheidenlijk de dagbehandeling in verpleeginrichtingen voor zover het betreft ouderen, op zoveel mogelijk gelijke wijze te regelen;
Gelet op artikel 6 l van de Wet op de bejaardenoorden (Stb. 1984, 656) en artikel 77 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1967, 655);
Gezien het advies van de Centrale Commissie voor de bejaardenoorden (advies van 26 maart 1987, nr. CCb/U-674), de Ziekenfondsraad (advies van 26 maart 1987, kenmerk SV/SGZ/3139) en de Raad voor de gemeentefinanciën (advies van 30 maart 1987, kenmerk 1310 RGF 165/29);
De Raad van State gehoord (advies van 22 augustus 1988, no. W13.87 0532.);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 september 1988, nr. BO-U-4196;
Hebben goedgevonden en verstaan: