Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen

[Regeling vervallen per 01-02-2006.]
Geraadpleegd op 03-10-2024.
Geldend van 16-02-2000 t/m 31-01-2006

Besluit van 7 juni 1988, houdende vaststelling van het Besluit verhandeling teeltmateriaal boomkwekerijgewassen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 1 februari 1988, Nr. J. 34, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Gelet op artikel 91, vierde lid, van de Zaaizaad- en Plantgoedwet (Stb. 1966, 455);

Gehoord het Landbouwschap, het Produktschap voor Siergewassen, de Nederlandse Tuinbouwraad, de Vereniging van Nederlandse Tuinbouw studiegroepen, De Nederlandse Bond van Boomkwekers, de Bond van Plantenhandelaren en de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Boomkwekerijgewassen;

Overwegende dat het wenselijk is regelen te stellen met betrekking tot het bedrijfsmatig in het verkeer brengen en verder verhandelen van teeltmateriaal van bepaalde boomkwekerijgewassen;

De Raad van State gehoord (advies van 15 april 1988, Nr. W11.88.0048);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 27 mei 1988, Nr. J. 4742, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

    • b. Naktuinbouw: Stichting Nederlandse Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw te Roelofarendsveen;

    • c. Naktuinbouw-document: schriftelijk bewijsstuk, ingericht overeenkomstig een door Onze Minister vastgesteld model, waarin wordt aangegeven dat het betrokken teeltmateriaal door de Naktuinbouw is goedgekeurd dan wel met toestemming van de Naktuinbouw in het verkeer gebracht en verder verhandeld mag worden;

    • d. EEG-richtlijnen:

      • 1e. richtlijn nr. 66/404/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PbEG L 125);

      • 2e. richtlijn nr. 70/458/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PbEG L 225);

      • 3e. richtlijn nr. 71/161/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 maart 1971 betreffende de normen voor de uitwendige kwaliteit van bosbouwkundig teeltmateriaal dat binnen de Gemeenschap in de handel wordt gebracht (PbEG L 87);

      • 4e. richtlijn nr. 92/33/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PbEG L 157);

      • 5e. richtlijn nr. 92/34/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 april 1992 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PbEG L 157);

      • 6e. richtlijn nr. 98/56/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PbEG L 226);

    • e. derde land: gebied waarop het EG-verdrag niet van toepassing is of een gebied waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte niet van toepassing is.

  • 2 Een wijziging van de EEG-richtlijnen gaat voor de toepassing van artikel 2, tweede lid, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Het bezit met het oog op verkoop, het aanbieden voor verkoop, het bedrijfsmatig in het verkeer brengen, verder verhandelen, invoeren, uitvoeren en ten uitvoer aanbieden van teeltmateriaal van de in het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw genoemde gewassen alsmede het doen verrichten van deze handelingen is verboden.

  • 2 Het bepaalde in het eerste lid geldt niet indien dat materiaal:

    • a. voor zover in Nederland voortgebracht, voldoet aan de eisen gesteld bij door Onze Minister goedgekeurde voorschriften van de Naktuinbouw met betrekking tot de gezondheid, rasechtheid, raszuiverheid, uitwendige kwaliteit, kiemkracht en andere hoedanigheden, sortering, classificering, etikettering en verpakking en ten bewijze daarvan wordt begeleid door een geldig Naktuinbouw-document dan wel de verpakking is voorzien van een voorgeschreven etiket of aanduiding;

    • b. voor zover voortgebracht of in het verkeer gebracht in een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel voorgebracht in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, voldoet aan de bij of krachtens de EEG-richtlijnen gestelde eisen en ten bewijze daarvan wordt begeleid door een officieel document of de verpakking is voorzien van een bij of krachtens de EEG-richtlijnen voorgeschreven etiket of aanduiding, dan wel voldoet aan in die staat geldende gelijkwaardige voorschriften ten aanzien van in onderdeel a genoemde kenmerken;

    • c. voor zover ingevoerd vanuit een derde land, door de Naktuinbouw vrij is bevonden van tekortkomingen waardoor het niet zou voldoen aan de in onderdeel a genoemde eisen en wordt begeleid door een officieel document of de verpakking is voorzien van een bij of krachtens de EEG-richtlijnen voorgeschreven etiket of aanduiding;

    • d. indien het een genetisch gemodificeerd organisme betreft, als zodanig in de verkoopcatalogus wordt vermeld.

  • 3 Het in het eerste en tweede lid bepaalde is niet van toepassing op hem die ter zake van de in dat lid bedoelde behandelingen is aangesloten bij de Naktuinbouw en die zich daarbij heeft onderworpen aan de door die instelling met betrekking tot die handelingen vastgestelde en door de minister goedgekeurde regelen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 De keuring, waaronder wordt begrepen herkeuring, van teeltmateriaal en de afgifte van documenten geschiedt door de Naktuinbouw overeenkomstig de door de minister goedgekeurde voorschriften van die keuringsinstelling.

  • 2 Onverminderd de weigering tot goedkeuring of afgifte van documenten op grond van de in het eerste lid bedoelde voorschriften, wordt niet tot het nemen van een keuringsbeslissing of tot de afgifte van documenten overgegaan indien aan de Naktuinbouw onvoldoende gegevens ter beschikking staan omtrent de herkomst en hoedanigheid van het teeltmateriaal of omtrent de grootte van de verworven partij, waaruit het teeltmateriaal is afgezonderd, onderscheidenlijk de grootte van de af te leveren partij.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Hij die teeltmateriaal van de in het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw genoemde gewassen bezit met het oog op verkoop, aanbiedt voor verkoop, bedrijfsmatig in het verkeer brengt, verder verhandelt, invoert, uitvoert en ten uitvoer aanbiedt alsmede deze handelingen daarmee doet verrichten dient een volledige administratie ten aanzien van deze handelingen met teeltmateriaal bij te houden.

  • 2 Deze administratie dient zodanig te zijn ingericht dat op eenvoudige wijze kan worden nagegaan op welke tijdstippen, in welke hoeveelheid en van respectievelijk aan welke bedrijven en welk teeltmateriaal werd verworven respectievelijk geleverd.

  • 3 Hij die zaden van de in het Aansluitingsbesluit Naktuinbouw genoemde gewassen bezit met het oog op verkoop, aanbiedt voor verkoop, bedrijfsmatig in het verkeer brengt, verder verhandelt, invoert, uitvoert en ter uitvoer aanbiedt alsmede deze handelingen daarmee doet verrichten, neemt van elk van de te verhandelen partij monsters volgens aanwijzingen gesteld bij door Onze Minister goedgekeurde voorschriften van de Naktuinbouw, bewaart deze monsters tenminste gedurende een periode van twee jaar ordelijk en behoorlijk en houdt de monsters ter beschikking van de Naktuinbouw.

  • 4 Van elk monster staat door een blijvende aanduiding, geplaatst op of aan de verpakking, steeds vast van welke partij het is getrokken. Indien het een mengpartij betreft dan is eveneens aangegeven uit welke partijen en in welke verhouding de mengpartij is samengesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

De Naktuinbouw stelt aan belanghebbende op aanvraag de in artikel 2 en 3 bedoelde voorschriften ter beschikking.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Een belanghebbende kan tegen een besluit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, beroep instellen bij Onze Minister.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Onze Minister kan vrijstelling en op aanvraag, ontheffing verlenen aan hetgeen bij of krachtens dit besluit is geregeld.

  • 2 Aan vrijstellingen en ontheffingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kunnen onder beperkingen worden verleend.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de twintigste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verhandeling teeltmateriaal tuinbouwgewassen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 7 juni 1988

Beatrix

De Minister van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Uitgegeven de twaalfde juli 1988

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes