Regelen voor het houden van een journaal

[Regeling vervallen per 19-07-2008.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 28-06-1988 t/m 18-07-2008

Regelen voor het houden van een journaal

De minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 98, tweede lid van de Regeling Toezicht Luchtvaart, (Stb. 1978, 99), laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 juli 1987 dat in werking is getreden op 1 januari 1988 (Stb. 1987, 449);

Besluit:

Artikel 1. Journaal

[Regeling vervallen per 19-07-2008]

  • 2 Met betrekking tot elke vlucht moeten in het journaal ten minste de volgende aantekeningen worden gesteld:

    • a. de data, de plaatsen en de tijdstippen van aanvang en einde van de vlucht;

    • b. de duur van de vlucht;

    • c. de aard van de vlucht;

    • d. de namen van de leden van de bemanning en de taak, welke zij in het luchtvaartuig tijdens de vlucht vervullen, dan wel hebben vervuld;

    • e. technische storingen, opgelopen schade en verrichte herstellingen, welke tijdens de vlucht zijn voorgekomen, respectievelijk zijn uitgevoerd;

    • f. de ongevallen, bijzondere voorvallen en de overschrijding van de gestelde gebruiksgrenzen, welke zich hebben voorgedaan.

  • 3 Met betrekking tot een verkeersvlucht, niet zijnde een rondvlucht, moet in het journaal bovendien het volgende worden opgenomen:

    • a. de namen van bestemmingshavens en uitwijkhavens;

    • b. de afwijkingen van het navigatieplan en de redenen van deze afwijkingen;

    • c. de waarnemingen, waaruit route en hoogte kunnen worden afgeleid; voorts de meteorologische en astronomische invloeden, die de navigatie hebben bemoeilijkt;

    • d. de aan boord aanwezige hoeveelheden brandstof en motorolie bij aanvang en einde van de vlucht, met dien verstande, dat bij vliegtuigen uitgerust met gasturbinemotoren, voor wat de motorolie betreft, kan worden volstaan met een zodanige registratie, dat een dagelijkse controle op het verbruik per uur mogelijk is;

    • e. die waarnemingen, welke een goed beeld geven van het gedrag van de motoren, de motor- en vliegtuiginstrumenten en de vliegtuiginstallaties tijdens de vlucht;

    • f. een stuwplan.

  • 4 De aantekeningen moeten met een moeilijk uitwisbaar schrijfmiddel worden aangebracht en mogen niet worden uitgewist, verwijderd of onleesbaar worden gemaakt. De aantekeningen moeten voorts gedateerd worden en volledig duidelijk, leesbaar en begrijpelijk zijn. Overbodige aantekeningen moeten worden vermeden.

  • 5 De aantekeningen moeten worden ondertekend door de gezagvoerder of door degene die het journaal op diens last bijhoudt.

  • 6 De aantekeningen en de daarop betrekking hebbende bescheiden moeten ten minste 6 maanden worden bewaard door de eigenaar van het luchtvaartuig of, indien de eigenaar niet de houder is, door de houder.

Artikel 2. Intrekking

[Regeling vervallen per 19-07-2008]

De regeling van de directeur-generaal van de Rijksluchtvaartdienst van 24 juli 1959, LI/13717 wordt ingetrokken

Artikel 3. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 19-07-2008]

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van verschijning van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1988.

's-Gravenhage, 6 juni 1988

De

minister

van Verkeer en Waterstaat,

N. Smit-Kroes

Naar boven