aanverwant product: elektronische dampwaar en voor roken bestemd kruidenproduct;
additief: een andere stof dan tabak die aan een tabaksproduct, nicotinehoudende vloeistof, of verpakkingseenheid of buitenverpakking ervan, wordt toegevoegd;
bijlage: de bijlage bij deze wet;
binnenlandse verkoop op afstand: een verkoopovereenkomst tussen een detaillist en een consument die zich beiden in Nederland bevinden en die wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand zonder gelijktijdige persoonlijke aanwezigheid van detaillist en consument en waarbij, tot en met het moment van het sluiten van de verkoopovereenkomst, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer middelen voor communicatie op afstand;
buitenverpakking: de verpakking waarin tabaksproducten of aanverwante producten in de handel worden gebracht en die een verpakkingseenheid of een aantal verpakkingseenheden bevat, met dien verstande dat onbedrukte cellofaanverpakkingen niet als buitenverpakking worden beschouwd;
consument: een natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen;
detaillist: verkooppunt waar tabaksproducten en aanverwante producten in de handel worden gebracht, ook als dat door een natuurlijke persoon gebeurt;
distributeur: een natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen van tabaksproducten en aanverwante producten, niet zijnde de producent, importeur of detaillist;
elektronische sigaret: een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir;
emissie: stoffen die vrijkomen wanneer een tabaksproduct of aanverwant product wordt gebruikt zoals beoogd, zoals stoffen die voorkomen in rook, of stoffen die vrijkomen bij het gebruik van rookloze tabaksproducten;
Europese Economische Ruimte: het geheel van staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;
grensoverschrijdende verkoop op afstand: een verkoop op afstand aan consumenten waarbij de consument zich op het tijdstip waarop hij het product bij de detaillist bestelt, in een andere staat van de Europese Economische Ruimte bevindt dan het land waar die detaillist gevestigd is; een detaillist wordt geacht te zijn gevestigd in Nederland:
a. in het geval van een natuurlijk persoon: indien de zetel van zijn bedrijf zich in Nederland bevindt;
b. in andere gevallen: indien de statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging, met inbegrip van een filiaal, agentschap of enige andere vestiging, van de detaillist zich in Nederland bevindt;
horeca-inrichting:
importeur van tabaksproducten en aanverwante producten: de eigenaar van tabaksproducten en aanverwante producten die in Nederland zijn binnengebracht of een persoon die het recht heeft om over die producten te beschikken;
in de handel brengen: de terbeschikkingstelling van producten aan consumenten in de Europese Economische Ruimte, al dan niet tegen betaling, inclusief via de verkoop op afstand, ongeacht de plaats van productie ervan; in geval van grensoverschrijdende verkoop op afstand wordt het product geacht in de handel te zijn gebracht in Nederland indien de consument zich in Nederland bevindt;
ingrediënt: tabak, een additief, en alle in een gereed tabaksproduct of aanverwant product aanwezige stoffen of elementen, met inbegrip van papier, filters, inkt, capsules en kleefstoffen;
maximumemissieniveau: de maximale hoeveelheid of emissie van een stof in een tabaksproduct, ook als zij nul bedraagt, gemeten in milligram;
navulverpakking: een recipiënt die een nicotinehoudende vloeistof bevat die gebruikt kan worden voor het navullen van een elektronische sigaret;
nicotine: nicotinealkaloïden;
nicotinehoudende vloeistof: nicotinehoudende vloeistof in een elektronische sigaret of navulverpakking;
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
pijptabak: tabak die geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en die uitsluitend bestemd is voor gebruik in een pijp;
producent: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een tabaksproduct of aanverwant product vervaardigt, laat ontwerpen of laat vervaardigen onder zijn naam of merk en in de handel brengt;
pruimtabak: een tabaksproduct dat niet via een proces van verbranding wordt geconsumeerd en dat uitsluitend voor pruimen bestemd is;
reclame: elke handeling in de economische sfeer met als doel de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten te bevorderen en elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft, met inbegrip van reclame waarmee, zonder het tabaksproduct of aanverwant product rechtstreeks te noemen, wordt getracht het reclameverbod te omzeilen door gebruik te maken van een naam, merk, symbool of enig ander onderscheidend teken van een tabaksproduct of aanverwant product;
rookverbod: het verbod tabaksproducten te roken;
sigaar: een tabaksrolletje dat geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding en gelet op de kenmerken en de normale verwachtingen van de consument uitsluitend bestemd is om te worden gerookt en:
a. een dekblad van natuurlijke tabak heeft, of
b. bestaat uit een gebroken melange, met een dekblad van gereconstitueerde tabak dat de normale kleur heeft van een sigaar en die het product volledig omhult, in voorkomend geval met inbegrip van het filter, doch zonder het mondstuk, en waarvan het gewicht per stuk, zonder filter of mondstuk, niet minder dan 2,3 gram en niet meer dan 10 gram bedraagt en de omtrek over ten minste een derde van de lengte 34 mm of meer bedraagt;
sponsoring: elke openbare of particuliere economische bijdrage aan een activiteit, evenement of persoon, die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct, elektronische sigaret of navulverpakking tot doel dan wel tot rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg heeft;
tabak: bladeren en andere natuurlijke, getransformeerde of niet-verwerkte delen van de tabaksplant, met inbegrip van geëxpandeerde en gereconstitueerde tabak;
tabaks- of elektronische sigarettenspeciaalzaak: een inrichting, zijnde een winkel of een onderdeel daarvan, met een afsluitbare eigen toegang, waarin een totaal assortiment aan tabaksproducten of elektronische sigaretten en navulverpakkingen van ten minste 90 merkenversies aanwezig is voor het in de handel brengen en:
a. met een verkoopvloeroppervlakte van minimaal 10 m2, of
b. met een verkoopvloeroppervlakte van minder dan 10 m2, die reeds voor 1 januari 2001 als tabakszaak of voor 20 mei 2016 als elektronische sigarettenzaak stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;
tabaksproducten: producten die geconsumeerd kunnen worden en die, al is het slechts ten dele, bestaan uit tabak, ook indien genetisch gemodificeerd;
tabaksproductenrichtlijn: de door Onze Minister aan te wijzen richtlijn;
tabak voor oraal gebruik: alle geheel of gedeeltelijk uit tabak bestaande tabaksproducten voor oraal gebruik, met uitzondering van producten die bestemd zijn om te worden geïnhaleerd of gepruimd, in de vorm van poeder, fijne deeltjes of een combinatie van deze vormen, met name die welke in portiezakjes of poreuze builtjes worden aangeboden; en
teer: het ongezuiverde water- en nicotinevrije condensaat van rook;
verkooppunt van tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen: iedere plaats waar tabaksproducten, elektronische sigaretten of navulverpakkingen aanwezig zijn voor het in de handel brengen;
verpakkingseenheid: de kleinste individuele verpakking van een tabaksproduct of aanverwant product dat in de handel wordt gebracht;
voor roken bestemd kruidenproduct: een product op basis van planten, kruiden of fruit dat geen tabak bevat en geconsumeerd kan worden via een proces van verbranding;
werkgever: de werkgever, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, sub 1, van de Arbeidsomstandighedenwet, met inbegrip van degene die een persoon als vrijwilliger als bedoeld in artikel 1, derde lid, onder l, van die wet arbeid laat verrichten;
werknemer: degene die arbeid verricht voor de werkgever.