Ten vervolge op de aanschrijving van 17 juni 1987, nr. 087-1354, deel ik u het volgende
mede.
De in die aanschrijving aangehaalde arresten van de Hoge Raad van 13 mei 1987, nr.
24.315 (BNB 1987/207) en van 20 mei 1987, nr. 23.792, leiden ertoe dat afkoopsommen
van nog niet ingegane particuliere pensioenen genoten door voormalige inwoners van
Nederland onder de werking van de belastingverdragen die geen specifieke regeling
voor afkoopsommen bevatten en die voorts voor particuliere pensioenen en andere soortgelijke
beloningen een woonstaatheffing kennen, hier te lande niet in de belastingheffing
kunnen worden betrokken.
Het pensioenartikel is in de diverse belastingverdragen echter niet steeds hetzelfde
geredigeerd. Daardoor is in de uitvoeringspraktijk de vraag gerezen in hoeverre deze
onder de belastingverdragen met Finland en Ierland gewezen arresten, kunnen worden
toegepast onder de Belastingregeling voor het Koninkrijk en de overige belastingverdragen,
waarin het heffingsrecht over particuliere pensioenen en andere soortgelijke beloningen
wordt toegewezen aan de woonstaat.
Teneinde te komen tot een uniforme behandeling treft u hierna een overzicht aan van
landen in welker relatie over afkoopsommen van particuliere pensioenen aan die landen
het recht tot belastingheffing toekomt. Het betreft de volgende landen:
In dit overzicht zijn in de eerste plaats al die landen opgenomen waarmee een pensioenartikel
is overeengekomen dat qua inhoud en bewoordingen gelijk is aan de pensioenartikelen
in de belastingverdragen met Finland en Ierland. Dat zijn de onder 1 tot en met 21
genoemde landen.
Voorts zijn in dit overzicht onder 22 tot en met 24 opgenomen de verdragslanden waarmee
een pensioenartikel is overeengekomen waarin het heffingsrecht aan de werkstaat wordt
toegekend indien het pensioen in die staat ten laste van de winst is gekomen doch
waarin het heffingsrecht aan de woonstaat wordt toegekend indien zulks niet het geval
is. Op grond van voormelde arresten kunnen pensioenafkopen vanuit de drie verdragslanden
in Nederland niet worden belast indien ze niet ten laste van de Nederlandse winst
zijn gebracht. Is dat echter wel het geval geweest, dan dient toepassing van vorenbedoelde
arresten achterwege te blijven en behoort belastingheffing in Nederland plaats te
vinden.
Verder zijn er enige belastingverdragen waarin het pensioenartikel ontbreekt (verdragen
met Canada (oud), Hongarije (oud), en de Sovjet Unie) of waarin het pensioenartikel
zodanig is geredigeerd dat het niet van toepassing is op afkoopsommen van particuliere
pensioenen (verdragen met Denemarken en Singapore).
Met betrekking tot die vijf onder 25 tot en met 29 genoemde belastingverdragen kan
het standpunt worden ingenomen dat bij afkoop van een particuliere pensioen het saldo-artikel
in die verdragen van toepassing is, waardoor naar die landen uitgekeerde afkoopsommen
hier te lande niet in de belastingheffing kunnen worden betrokken.
Voorts deel ik u mede, dat met betrekking tot de in het overzicht genoemde landen
toepassing van de arresten van 13 en 20 mei 1987 uitsluitend dient te geschieden voor
die gevallen waarin de afkoop plaatsvindt na het verbreken van de dienstbetrekking.
Met betrekking tot afkopen die plaatsvinden tijdens het bestaan van de dienstbetrekking
dient het standpunt te worden ingenomen dat de afkoopsom het karakter van loon draagt,
waardoor de arbeidsartikelen van toepassing zijn en niet het pensioenartikel of het
saldo-artikel.
Volledigheidshalve merk ik op dat onder de werking van de verdragen met Australië,
Canada (nieuw), Griekenland, Hongarije (nieuw), Italië, Nieuwzeeland, Pakistan, Sri
Lanka, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en Zambia over naar
die landen uitgekeerde afkoopsommen aan Nederland het recht tot belastingheffing toekomt
op grond van de in die verdragen getroffen regelingen en de voor zoveel van belang
op dit terrein gewezen jurisprudentie.