Regeling aanwijzing verboden substanties voor bereiding van entstoffen

[Regeling vervallen per 30-01-2004.]
Geraadpleegd op 27-07-2024.
Geldend van 15-04-1987 t/m 29-01-2004

Regeling aanwijzing verboden substanties voor bereiding van entstoffen

De minister van Landbouw en Visserij,

Gelet op artikel 4, onderdeel d, van de Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410);

Gehoord de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, de Vereniging van Fabrikanten en Importeurs van Diergeneesmiddelen in Nederland (FIDIN) en de Vereniging voor Fabrikanten en Groothandelaren in Veterinaire Produkten (Fagrovet);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 30-01-2004]

  • 1 Als substanties, bedoeld in artikel 4, onderdeel d, van de Diergeneesmiddelenwet (Stb. 1985, 410) waarmee of waaruit entstoffen niet mogen zijn bereid worden aangewezen alle smetstoffen welke de in het tweede lid genoemde infectieziekten kunnen veroorzaken.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde dierziekten zijn:

    • a. brucellosis melitensis;

    • b. brucellosis suis;

    • c. brucellosis bang;

    • d. rundertuberculose,

Artikel 2

[Regeling vervallen per 30-01-2004]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van naar bekendmaking in de Nederlandse Staatscourant.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling aanwijzing verboden substanties voor bereiding van entstoffen.

's-Gravenhage, 10 april 1987

De

minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

plv. secretaris-generaal

,

T. H. J. Joustra

Naar boven